JavaScript is required for this website to work.
Europa

De euro als bed van Procrustes

Europese eindejaarscolumn

Sander Roelandt29/12/2013Leestijd 2 minuten

Procrustes was in de Griekse mythologie de bijnaam van een gemene herbergier nabij Athene. De schurk lokte nietsvermoedende reizigers met een copieuze maaltijd naar zijn herberg en overtuigde hen om de nacht door te brengen in een bijzonder bed. Vervolgens eiste hij van zijn gasten dat ze precies in het bed pasten: van degenen die te lang waren, hakte hij met een bijl de benen af; degenen die te klein waren, rekte hij uit.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De euro lijkt wat op dat bed van Procrustes. De laatste jaren probeert de EU de zwakke en sterke economieën in de Eurozone gelijk te trekken. ‘De economische convergentie versterken’, heet dat in eurospeak. Die operatie heeft echter nogal wat nevenschade (‘collateral damage’). Zo bracht de Troika in ruil voor een smak geld Griekenland op de rand van een burgeroorlog en duwde ze de Portugese middenklasse in de armoede.

Nu is het tijd om ook het sterkste euroland aan een ‘diepgaande analyse‘ te onderwerpen. De Europese Commissie startte midden november een onderzoek naar het Duitse handelsoverschot. De ongehoorde Duitse competitiviteit steekt de ogen uit van de Brusselse bureaucraten. Ze durven meer exporteren dan ze importeren! In de lente van 2014 plant de Commissie daarover het vers verkozen parlement in Berlijn de les spellen.

Maastricht

Het klopt natuurlijk dat de economische ongelijkheden binnen de Eurozone onhoudbaar zijn. In principe hadden enkel gelijkaardige economieën mogen toetreden tot de euro. Bij de onderhandelingen in Maastricht over de invoering van de euro werden daarom toetredingsvoorwaarden vastgelegd: lage inflatie, een begroting op orde, een beperkte staatsschuld …

Jammer genoeg voldeden slechts drie landen (Denemarken, Luxemburg en Ierland) aan die Maastricht-criteria, ondanks de alomtegenwoordige statistische fraude. De droom om via een eengemaakte munt een federaal Europa te creëren lag aan diggelen.

Pauls propaganda

Gelukkig hadden enkele eurofiele economen, hengelend naar een postje in de toekomstige Europese Centrale Bank, een welgekomen theorie gefabriceerd die stelde dat de invoering van de eenheidsmunt achteraf voor ‘economische convergentie’ zou zorgen. Door het mysterieuze concept ‘endogeniteit’ zouden de zwakke economieën als vanzelf naar de sterke toegroeien.

De Europese Commissie nam die propaganda maar wat graag over. Dertig jaar economisch onderzoek en waarschuwingen van top-experts zoals Milton Friedman of Kenneth Rogoff, konden de prullenbak in, nu enkele economen op de loonlijst van de Europese instellingen, een tegen-theorie hadden geformuleerd. Nog in 2005 stelde professor Paul De Grauwe dat hij ‘gematigd optimistisch’ was over die ‘endogeniteit’.

Met dat aantrekkelijke verzinsel werden erg verscheidene economieën in de euro-herberg gelokt. Als een moderne Procrustes wil de Europese Commissie nu de benen afhakken van de sterken en de zwakken oprekken tot ze (net niet) springen. Kunnen we het gespreide bedje nog ontsnappen?

Sander Roelandt verzorgt elke maandag een artikel over Europa.

<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>

Sander Roelandt (1989) is medewerker in het Europees Parlement en volgt er verschillende economische commissies.

Meer van Sander Roelandt
Commentaren en reacties