JavaScript is required for this website to work.
post

De Europese droom twee generaties later

ColumnLudo Abicht21/10/2015Leestijd 3 minuten

Nationale soevereiniteit hoeft niet noodzakelijk samen te gaan met democratie. Uitholling ervan evenmin.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Hans Karschkes uit Viersen in Duitsland en ik ontmoetten elkaar in de zomer van 1953 op een bijeenkomst van de Europese Federalistische Jeugd in Maastricht. De delegaties uit de geallieerde landen hadden er geen benul van hoe nerveus die Duitse jongeren tegen deze allereerste bijeenkomst met ‘de recente vijanden’ na de oorlog aankeken. Dat heb ik pas het voorbije weekend van hem vernomen. 

Voor ons was die samenwerking vanzelfsprekend. Wij verzorgden de graven van alle soldaten, hakten slagbomen aan onbewaakte grensovergangen in stukken en stookten er een gezellig kampvuur mee. We praatten tot uren in de nacht over de toekomst en waren er, als onderbewust historische materialisten, van overtuigd dat de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal(EGKS) een volgende oorlog tussen de Europese staten zou kunnen vermijden. En daarin hadden we gelijk. Wij dachten op die leeftijd bovendien dat onze generatie de fouten van onze ouders zouden kunnen vermijden en een nieuw Europa, gebaseerd op de waarden van de Verlichting en het christelijk humanisme tot stand zouden brengen. Daarin hadden we slechts gedeeltelijk gelijk, want het duurde niet lang vóór die beweging boven onze enthousiaste hoofden ingeschakeld werd in de logica van de Koude Oorlog en de reconstructie van een kapitalistisch Europa. Wij waren toen ook voorstanders van een onafhankelijke Europese Vredesmacht, los van de NAVO, en begrepen toen niet goed, waarom dit blijkbaar niet mogelijk was.

Intussen zijn we twee volle generaties verder en zijn onze kleinkinderen ongeveer zo oud als wij in die verwarde maar idealistische naoorlogse tijden. Sommige commentatoren vinden dat het Europese project jammerlijk gefaald heeft, in de verkeerde (neoliberale en globalistische) handen gevallen is en het de hoogste tijd wordt dat we ons uit de hele dure constructie terugtrekken in één of andere vorm van staatsnationale soevereiniteit, toen het gewone spel van meerderheid en oppositie nog overzichtelijker en vooral doorzichtiger was. 

Anderen pleiten voor een versnelde Europese integratie die eens en voorgoed komaf maakt met de gevaarlijke illusies en verleidingen van dat nationalisme dat we sinds de oorlogen tegen Napoleon aan het werk hadden gezien. In beide gevallen wordt veel verwacht en beloofd – betaal nu, verkrijg de voordelen van ons aanbod later – en naarmate de ene crisis op de andere volgt – daar is geen zachtmoedig haikoe of clowneske pathetiek in het Europees parlement tegen opgewassen – haken steeds meer Europese burgers electoraal en mentaal af. Om het even hoe men de houding van Europa (in casu de Europese Bank en de regering van de Duitse Bondsrepubliek) in de Griekse crisis inschat, het was in ieder geval geen stichtend voorbeeld van goed management. Indien we echter enerzijds weigeren naar de oude natiestaat terug te keren of anderzijds zonder veel garanties voor de Europese vlucht voorwaarts te kiezen, zijn we dan gedoemd om passief toe te kijken en af te wachten wat de toekomst brengen zal in een Europa dat ook onmiskenbaar demografisch aan het veranderen is?

Misschien moeten we terugkeren naar die eerste jaren, toen het op de eerste plaats ging over het Nooit Meer Holocaust en Genocide en het ons Vlamingen bekende Nooit Meer Oorlog. We waren er toen van overtuigd (en zijn het in feite nog) dat die duurzame vrede alleen maar mogelijk was in een eindelijk echt democratisch Europa. Ik denk dat dit de maatstaf moet blijven voor iedere vorm van schaalvergroting (meer Europa) of -verkleining (meer regionale autonomie), of liever vergroting (internationale samenwerking en solidariteit) én verkleining (democratische controle en dus macht van en door de bevolking). Indien we die eis tot democratische meerwaarde om de verkeerde redenen negeren, bijvoorbeeld omdat we zonder veel argumenten denken dat onafhankelijkheid op zich of, omgekeerd, een drastische afbraak van de nationale soevereiniteit vanzelf meer democratie met zich mee zal brengen, hebben we niets blijkbaar geleerd uit zestig jaar ervaring.

Foto: (c) Reporters

Tags

Ludo Abicht (1936) studeerde klassieke en Germaanse filologie en filosofie. Doceerde literatuur en filosofie in Canada, de VS, aan UGent, UAntwerpen en P.A.R.T.S. (Brussel). Publiceerde over ethiek, jodendom, het Palestijnse vraagstuk, de Bijbel, nationalisme en interculturaliteit. Ecotoop: de dissidente minderheid (marxist in de Vlaamse Beweging, flamingant binnen radicaal links, Bijbellezer binnen de vrijzinnigheid, Hegeliaan binnen een postmodernistisch paradigma, irritant niet-politiek correct). Resultaat: tegelijkertijd een eeuwige loser én een militant verdediger van de hoop.

Meer van Ludo Abicht

Dit boek wordt voorgesteld als een faction, een historische roman die gebaseerd is op ware feiten, waarin de witte plekken, bijvoorbeeld de gesprekken en discussies, zo waarheidsgetrouw mogelijk worden gereconstrueerd. Het is een genre waarvan onder meer de Engelse auteur Hilary Mantel [https://boeken.doorbraak.be/boekzoeker/?search=Hilary+Mantel] het grote voorbeeld geworden is, maar dat we ook bijvoorbeeld terugvinden in het fictieve hoofdpersonage …

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

‘Sick’ is een relevante en hilarische roman waarin Bavo Dhooge alle humoristische registers opentrekt, zonder daarbij ook maar een moment de vinger van de pols van de maatschappij te halen.