JavaScript is required for this website to work.
Europa

De Europese kloof tussen Rutten en Rutte

Opinie

Maurits Vande Reyde25/11/2013Leestijd 3 minuten

Niet alleen bij ons troepten liberalen afgelopen weekend samen, ook in Nederland hield de VVD een pre-electorale hoogmis. Opvallend was de totaal andere visie op Europa bij beide zusterpartijen. Waar Open Vld resoluut kiest voor een Europees federalisme, luidde VVD zaterdag het einde in van de “ever closer union”. Volgens Maurits Vande Reyde zegt die tegenstelling iets over de moeilijke toekomst van de Unie.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Mark Rutte werd in 2010 nog ontvangen als de verlosser op het slotcongres van Open Vld, vlak voor de federale verkiezingen. Als kersverse overwinnaar van de Nederlandse stembusgang moest hij de alarmerende peilingen bij zijn Vlaamse bondgenoten doen vergeten. De kans dat de minister-president komende lente opnieuw wordt uitgenodigd, is klein. VVD koos afgelopen weekend vastbesloten voor een Europa, enkel waar het moet. Een groot contrast met de standpunten die ondertussen op het Open Vld-congres goedgekeurd werden. Echt heel tastbaar zijn die laatsten nog niet – één en ander moet nog geconcretiseerd worden in een later verkiezingsprogramma – maar duidelijk is alvast dat ze niet meteen voor een omwenteling in het euro-enthousiaste van de Vlaamse liberalen zullen zorgen. De Rutten- of Rutte-keuze: één letter maakt soms veel verschil.

De sceptischere visie op het VVD-congres komt alvast niet uit de lucht vallen. Afgelopen zomer stuurde de regering Rutte een document naar de Tweede Kamer met daarin een opsomming van bevoegdheden waarbij niet al te veel Brusselse bemoeizucht meer aanvaard zou worden. Een heus kerntakendebat, artikel 35 op Europees niveau zeg maar, dat ging van directe belastingen over justitie tot fruitbedeling op school. De opvallendste boodschap zat echter in de begeleidende brief. Daarin werd geschreven dat, hoewel Europese samenwerking hard nodig blijft op vele vlakken, ‘de tijd van een ever closer union definitief voorbij is’. Die bewoording raakt rechtstreeks aan de eerste zin van de preambule van het verdrag van Rome, het oer-document uit 1957 dat de basis vormt voor alle latere Europese samenwerking. Nederland was één van de zes originele ondertekenaars ervan. De draagwijdte van Rutte’s brief is dan ook niet miniem.

Tijdens het VVD-congres afgelopen weekend werd de boodschap nog eens bevestigd: met Europa wat moet, zonder als het kan. Opvallend was dat er aanzienlijk meer interne kritiek te horen viel dan bij Open Vld, waar over Europees-en-andere-federalismen een wonderbaarlijke unanimiteit leek te bestaan. Critici verweten Rutte dat hij zich louter om strategische redenen eurosceptisch zou opstellen, lees: om de nóg euro-kritischere PVV te counteren.

Dat kan kloppen, maar lijkt toch niet meteen de hoofdreden. Feit is dat de Nederlandse publieke opinie Europa in zijn huidige vorm niet meer lust. Uit een peiling deze zomer bleek dat maar liefst 40% van de Nederlanders een exit uit de EU verkiest. Dat cijfer ligt bijna even hoog als in het Verenigd Koninkrijk. Murw geslagen door de haast eindeloze euro-crisis, de vraag naar steeds meer budgettaire inspanningen – nóg eens 1% van het BBP in 2014 – en de talrijke schandalen rond besteding van EU-geld, heeft nu geen enkele Nederlandse partij nog zin om de verdediging van Europa op zich te nemen. Ook de VVD niet. Het is zelfs zo ver gekomen dat werkgeversorganisaties een grootschalige mediacampagne hebben opgezet om Europa aan te prijzen. Werkgevers die een overheidsniveau gaan promoten! In Nederland bestaat het.

Het verschil tussen VVD en Open Vld mag in de orde der dingen dan wel nietig lijken, het zegt misschien wel meer over de toekomst van de EU dan de klassieke tegenstellingen die Europa rijk is. Want dat Frankrijk en Duitsland het niet eens zijn over het beheer van de schuldencrisis en het Verenigd Koninkrijk dwars ligt over financiële regulatie, tot daar aan toe. Dat soort breuklijnen kennen we. We hebben er controle over. Ze zijn ouder dan de geschiedenis van de Unie zelf, ogenschijnlijk geïncorporeerd in het functioneren ervan. Maar als zusterpartijen van twee verwante lidstaten al een compleet verschillende toekomstvisie hebben, waar moeten we dan met Europa heen?

Het lijkt nog maar eens aan te tonen hoe weinig overeenstemming er nog bestaat over een gemeenschappelijk project. De talrijke Europese breuklijnen – die tussen Noord en Zuid, protestant-katholiek, Eurozone en de sukkelaars – lopen nu steeds meer kriskras door natuurlijke bondgenoten heen. Dat belooft weinig goeds. Want los van wie waar een punt heeft over meer of minder Europa: het is verdomd moeilijk oplossingen te bieden in een systeem waar iedereen op mekaar aangewezen is maar niemand het eens raakt over waar bevoegdheden thuishoren en enkel verantwoording moet afleggen aan een eigen, afgezonderd, electoraat. Met dat soort problemen heeft Rutten in het België van vandaag alvast meer ervaring dan Rutte.

Maurits Vande Reyde is parlementair medewerker maar schrijft dit stuk in eigen naam.

<Vindt u dit artikel informatief? Misschien is het dan ook een goed idee om ons te steunen. Klik hier.>

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties