JavaScript is required for this website to work.
post

In de greep van Turkije

Dirk Rochtus9/3/2016Leestijd 3 minuten

Turkije weet wat het wil – zijn nationale belangen verdedigen – en kan daarbij rekenen op gewiekste diplomaten. Europa moet nog veel leren.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Europa maakt geen goede beurt in de onderhandelingen met Turkije. Het was ooit wel anders. Nog niet zo lang geleden stonden de Turkse leiders er bedremmeld bij, als het ging over de toetredingsperspectieven van hun land tot de Europese Unie (EU). Maar nu wordt de vroegere uitspraak van de Turkse president Tayyip Erdoğan bewaarheid: ‘Turkije heeft Europa niet nodig, het is Europa dat niet zonder Turkije kan.’

Machtsdemonstratie

De Turkse machthebbers blaken weer van zelfvertrouwen. Ze kunnen goede economische kaarten voorleggen en ze weten zich gesteund door het grootste deel van de bevolking. Niet dat alles er rooskleurig uitziet. Turkije vecht binnenlands een bloedige strijd uit met Koerdische nationalisten en wordt buitenlands mee in het Syrische moeras getrokken, terwijl zijn relaties met Rusland onder het vriespunt zijn gedaald. Maar ten opzichte van de EU lijkt Ankara zijn slag thuis te gaan halen. Ankara heeft de sleutels voor het vluchtelingenprobleem in handen en daarom wil ‘Europa’ de Turkse leiders niet voor het hoofd stoten. Die weten sinds vorige week dat ze geen kritiek te vrezen hebben vanwege de EU. De AKP-regering plaatste de krant Zaman onder toezicht en beroofde de oppositie zo van haar belangrijkste nog overblijvende stem. In Europa roerde zich nauwelijks iemand met het gezag. Erdoğan mag dan wel vooral de krant als spreekbuis van zijn intellectuele tegenstander, de prediker Fethullah Gülen, hebben willen uitschakelen, het is geen toeval dat de actie amper drie dagen voor de EU-Turkije-top plaatsvond. In die zin was ze ook bedoeld als machtsdemonstratie van Ankara, als een testballon om de reactie van de EU te meten. Erdoğan en zijn trouwe luitenant, premier Ahmet Davutoğlu, koesterden niet de minste twijfel meer dat ze de leiders van de EU in hun greep hadden. Zo konden ze op de top van maandag hun eisen nog opdrijven tegenover de verbouwereerde staatshoofden en regeringsleiders van de EU.

Hoge prijs

Op het Turkse verlanglijstje staan de verwachte voordelen van EU-lidmaatschap. Op voorhand was afgesproken dat visumvrij verkeer voor Turkse burgers vanaf oktober mogelijk zou zijn. Nu verlangde Davutoğlu dat al vanaf 1 juli. Bovendien koppelde hij het afsluiten van een akkoord over de vluchtelingenkwestie aan een toekomst binnen Europa. Hij wil vijf hoofdstukken uit het communautair acquis geopend zien, de Europese wetgeving die elke kandidaat-lidstaat moet omzetten in eigen recht. Turkije vraagt met andere woorden een bijzonder hoge prijs. Want, om te kunnen genieten van een gunstiger visumvrij verkeer zou het niet minder dan 72 voorwaarden moeten vervullen. En zoveel hoofdstukken ineens openen getuigt van veel ambitie gezien het feit dat er de afgelopen jaren slechts één werd geopend.

Het is natuurlijk nog niet zo ver, maar als de EU op de top van 18 maart ingaat op de Turkse eisen, zou ze haar grote wanhoop aantonen in het zoeken naar een oplossing voor de vluchtelingenkwestie.

Gewiekst

Turkije weet wat het wil – zijn eigen nationale belangen verdedigen – en kan daarbij rekenen op sterke en gewiekste diplomaten. De Duitse bondskanselier Angela Merkel verkoopt de gesprekken van maandag als een ‘doorbraak’, maar het is nog niet zeker of veel EU-lidstaten zullen meegaan in de uitvoering van een geplande ruiloperatie waarbij de EU voor elke teruggestuurde illegale vluchteling een ‘legale’ uit Turkije laat overvliegen. Her en der gaan stemmen op dat de EU zich laat ‘afpersen’ en de schending van mensen- en vrijheidsrechten in Turkije zelfs niet aankaart. Dit is de paradox: dat een eventueel akkoord de Turkse trein richting Europa meer vaart zou geven, hoewel de leiders van Turkije het niet zo nauw nemen met de kernwaarden die de EU beweert te verdedigen. Geopolitiek triomfeert over democratie en vrijheid. En toch. Het openen van bepaalde hoofdstukken, zoals justitie, in het toetredingsdossier zou de Europese Commissie een hefboom geven om bij de Turken te hameren op het belang van democratie en mensenrechten. Misschien zouden de Turkse machthebbers weleens verrast kunnen opkijken als de dag van toetreding dichterbij zou komen.

(Dit artikel verscheen eerder in De Morgen)

 

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties