JavaScript is required for this website to work.
Politiek

De halve Bocht van Bracke

Welke weg voor België (3)

Eddy Daniels1/4/2020Leestijd 4 minuten
Bart De Wever en Siegfried Bracke in 2010, bij de overstap naar N-VA.

Bart De Wever en Siegfried Bracke in 2010, bij de overstap naar N-VA.

foto © VRT

Bart De Wever gaf het Vlaams-nationalisme zijn democratisch gelaat terug, maar had geen Waalse tegenhanger. Enter de Bocht van Bracke.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De zwakke plek in de constructie van N-VA was dat zij lang een éénmanspartij was. Een vergelijkbare situatie met het Vlaams Blok van Karel Dillen tot de komst van Gerolf Annemans en Filip Dewinter. De N-VA werd weliswaar opgericht door Geert Bourgeois op de puinhopen van de Volksunie, maar zou een éénmansfractie zijn gebleven, ware zij niet bevrucht door het politieke charisma van Bart De Wever. Die maakte zijn opmars op drie manieren.

Hij had zijn volk leren kijken

In de eerste plaats slikte hij zijn trots in. Hij verdedigde mee een kartel met CD&V, waar Yves Leterme met een verruiming bezig was. Toen hij evenwel in november 2006 zijn geestesgenoot Jean-Marie Dedecker, die uit de VLD gestoten was, in N-VA wilde opnemen, botste hij op het ‘njet’ van ACW-despoot Jan Renders. Die stelde dan het kartel te zullen opblazen. Ook in eigen rangen bestond er een linkervleugel die vond dat Dedecker te rechts was. De Wever slikte nogmaals zijn trots in en koos voor het kartel. Mark Grammens schreef toen in zijn Journaal  dat men De Wever best als onbetrouwbaar kon verwijderen als voorzitter. Waarop Dedecker diep gekwetst N-VA verliet.

In de tweede plaats toonde hij uithoudingsvermogen toen hij samen met Leterme in 2007 de regeringsonderhandelingen uitzat. Een ware lijdensweg wegens de blokkade van Joël Milquet (cdH), ‘madame Non’, die zich positioneerde als ‘demandeur de rien’. Zij had niets nodig.

Toen die onderhandelingen op 23 augustus afsprongen, wilde Kris Peeters ze hervatten tussen de deelstaatregeringen. Dat botste op Geert Bourgeois, die op 21 september op een N-VA-congres een mandaat kreeg om niet in die carrousel mee te draaien. Hij stapte de dag erna uit de Vlaamse regering. Bart De Wever slikte opnieuw de vernedering.

Wat weinigen zich toen realiseerden was dat de traditionele flamingantische achterban zich stoer maar steriel opstelde, maar dat De Wever het hart had gestolen van vele belgicistische Vlamingen die voor het eerst aanschouwelijk hadden gezien hoe het land werd geblokkeerd door francofone onwil. BDW had zijn volk leren kijken, de kaakslagflaminganten hadden zich gewenteld in hun traditionele frustraties.

Berenpoten bij ‘t Draakske

Het positieve imago dat De Wever daaraan overhield, werd merkwaardig genoeg geconsolideerd in een TV-spel, De Slimste Mens, waarin hij schitterde als gevat maar ook geestig. Het was een verademing. Het beeld dat vele Vlamingen lang hadden van flaminganten als verzuurde azijnpissers (Karel Dillen), straatvechters (Filip Dewinter), of saaie notarissen (Geert Bourgeois) werd plots bijgestuurd. Er bleken ook speelse flaminganten te bestaan, die tot een grap in staat waren.

De liefhebber van de berenpoten van frituur ’t Draakske in Deurne werd een heuse volksheld. Toen hij achteraf aan zijn geslaagde (en volgehouden) vermageringskuur begon, hoorde je verzuchtingen dat hij zijn gemoedelijkheid dreigde kwijt te geraken (wat nog gebeurd is ook).

De derde geniale stap van De Wever was het ‘binnenhalen’ van die winst via de Bocht van Bracke, waar hij al lang op zat te broeden. Hij liet die echter wijselijk formuleren door een kersverse bekeerling, de bekende VRT-journalist Siegfried Bracke. Die kreeg als beloning vijf jaar lang een lucratieve functie, en even lange haat van de oude partijleden).

Het ging om een zwenking van het accent van communautaire naar sociaaleconomische kwesties. Vlaamse autonomie was niet meer nodig vanwege oude rancunes rond taaldiscriminatie, maar omwille van de verkeerd gegroeide financiële verhoudingen tussen de landsdelen en de andere sociaaleconomische oriëntatie (de ‘twee democratieën’).

De camarilla speelde haar spel

Die aanpak bleek een succes te zijn. In de daarop volgende verkiezingen van 2014 ging N-VA door het dak (van de 29,6 procent in kartel met CD&V in 2007), naar 32,4 in zijn eentje (met nog 18,6 voor CD&V, samen zou dat 51 procent betekend hebben). BDW, ondertussen burgemeester van Antwerpen, werd de Messias van Vlaanderen, de man die – in de woorden van zijn tegenstrever Patrick Janssens toen – ‘het Vlaams-nationalisme zijn democratisch gelaat terug had gegeven’.

Op dat moment waagde hij de sprong in een financiële herstelregering, met het communautaire in de diepvries. Die sprong mislukte. Dat was deels aan factoren te wijten die hij niet had kunnen voorzien (de obstructie van Kris Peeters, de ‘verlinksing’ van Charles Michel); maar deels ook aan eigen inschattingsfouten.

De zwakheid van de BDW/N-VA lijkt zijn personeelsbeleid te zijn Een goede strateeg is niet meteen een goede human resources manager. De afgang kwam er toen de slordigheid van Theo Francken, die liever tweet dan dossiers opvolgen, zijn partij in de kou zette door veel te laat te waarschuwen voor ‘Marrakesh’. Dat stond BDW niet meer toe op een tactische manier het debat in de regering te voeren, en bracht hem er toe ontijdig uit de regering te stappen. Een demarche die Alexander De Croo in 2010 al duur te staan was gekomen.

Hoe weinig hij zijn camarilla ondertussen nog onder controle had, bleek uit de publicatie op internet van een ‘Blok’-kerige campagne rond migratie die meteen weer diende ingetrokken te worden. Verwarring troef en in 2019 ging N-VA de verkiezingen in op het platform van zijn ergste tegenstrever, zijn communicerend vat.

Corona doorkruiste plan Magnette

Het werd daardoor een zware klap: een verlies van zeven procent (25,6), en een wederopstanding voor het Vlaams Belang (van 5,8 naar 19,1 procent). N-VA bleef de grootste partij van het land (federaal 16, VB 12, PS 9,5 procent), maar verloor pluimen. In de laatste Ipsos-peiling hield ze op Vlaams niveau nog een goede twintig procent over (20,7), terwijl het Belang op 28 afklokt en afgetekend de grootste partij van het land kan worden.

Dat speelt in de kaart van Magnette, die al maandenlang mikt op nieuwe verkiezingen in de hoop N-VA te verzwakken en de Vlamingen compleet uit elkaar te spelen. Spijtig genoeg voor Magnette kwam het coronavirus daar doorheen fietsen. De onmogelijkheid om nu nog verkiezingen in te gaan, overhaalde hem heel even om een coalitie van de ‘twee democratieën’ te overwegen. Dat hield niet lang stand. Liever verkocht hij zijn ziel aan de inhalige liberalen.

Dit is het derde deel in een reeks van zes. Herlees hier deel 1 | 2
Volgende aflevering: Nageboorte van Duitse propaganda

Eddy Daniels is gewezen hoofdredacteur van Intermediair. Hij publiceerde recent een boek over de rol van de profeet Mohammed in het ontstaan van het jihadisme, ‘De kwestie M. Een gekaapte godsdienst’, dat enthousiast aangeprezen werd door Etienne Vermeersch.

Commentaren en reacties