Doorbraak geeft aandacht aan historisch onderzoek naar Jezus. Interessant, gezien het belang van het Christendom als wortel van onze cultuur, zelfs wanneer velen daar niet meer van willen weten. Toch is het spijtig dat een Bijbelkenner aan bod komt, die duidelijke fouten maakt. Is dat omdat hij ernstige (vooral christelijke) historici negeert? Of is dat omdat hij als niet-gelovige geen serieus onderzoek durft te doen naar Jezus, omdat hij dan rekening moet houden met het risico dat het resultaat hem…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Doorbraak geeft aandacht aan historisch onderzoek naar Jezus. Interessant, gezien het belang van het Christendom als wortel van onze cultuur, zelfs wanneer velen daar niet meer van willen weten. Toch is het spijtig dat een Bijbelkenner aan bod komt, die duidelijke fouten maakt.
Is dat omdat hij ernstige (vooral christelijke) historici negeert? Of is dat omdat hij als niet-gelovige geen serieus onderzoek durft te doen naar Jezus, omdat hij dan rekening moet houden met het risico dat het resultaat hem niet bevalt? Hiermee wil ik een pleidooi maken om de bewijsvoering van de beste christelijke Jezus-specialisten ernstig te nemen, al is het om betere tegenargumenten te verzinnen.
Jezus stond wel degelijk open voor niet-Joden
Ik reageer specifiek op een interview met filosoof Alain de Benoist over zijn Jezus-boek L’homme qui n’avait pas de père. Le dossier Jézus. Bij het lezen daarvan viel me meteen een belangrijke fout op: Mattheüs 15:24 zou volgens de filosoof bewijzen dat Jezus er enkel was voor Joden, aangezien hij de genezing van de dochter van een niet-Joodse vrouw weigerde.
Jezus zei inderdaad: ‘Ik ben alleen gestuurd naar de verloren schapen van het huis van Israël’. Zolang we niet verder lezen lijkt De Benoist gelijk te hebben. Maar toen de vrouw daar goed op reageerde, antwoordde Jezus plots heel anders: ‘Vrouw, groot is uw vertrouwen. Moge het u vergaan zoals u wenst’, waarop haar dochter genas (Mattheüs 15:28).
Het leek alsof Jezus van gedachte veranderde. Waarom deed hij dat zo? Hij wilde niet enkel de vrouw op proef stellen, maar ook zijn toenmalige Joodse volgelingen. Vandaar dat eerste, eerder retorisch bedoelde antwoord aan de vrouw (en aan de Joodse toehoorders). Hoe dan ook, Jezus hielp toch niet-Joden, zelfs in het door de filosoof gekozen tegenvoorbeeld. Bovendien zijn er gelijkaardige gevallen, zoals Mattheüs 8:5-17. Daar heelt Jezus de knecht van een honderdman, een romein dus.
Geen onderscheid historische en christelijke Jezus
Maar het probleem ligt dieper. De Benoist maakt onderscheid tussen ‘Jezus van de geschiedenis’ en ‘Jezus van het geloof’. Volgens hem doen zowat alle specialisten – ook christelijke – dat. Maar dat is helemaal niet correct, Paus Benedictus XVI (Joseph Ratzinger) protesteerde er al expliciet tegen in de inleiding van zijn Jezus-boek.
Ook veel andere ernstige Christelijke Jezus-specialisten doen dat. Volgens hen vallen de essentiële elementen van de ‘Jezus van het geloof’ wel degelijk via historische bronnen te onderzoeken en zijn ze dus niet te scheiden van de ‘Jezus van de geschiedenis’. De filosoof negeert hen blijkbaar en maakt zo alweer een flagrante fout.
Overigens, De Benoist zijn hele idee van Jezus als ‘man die geen vader had’ kan enkel door zijn zeer selectieve ‘Jezus-van-de-geschiedenis-lezing’. Jezus verwijst voortdurend naar zijn vader (God dus), maar dat valt uiteraard onder de categorie van ‘Jezus van het geloof’.
Nu ja, een onchristelijke geschiedkundige kan uiteraard zoeken naar seculiere interpretaties, maar dat is niet meer ernstig als hij daarbij op voorhand alles wat hem niet ligt wegfiltert. Het is pas na grondige analyse van alle materiaal dat een ernstige tekstanalyse kan gebeuren om uiteindelijk eventueel bepaalde onbetrouwbare passages weg te filteren of anders te interpreteren. Niet op voorhand alles wat niet seculier is schrappen en doen alsof het per definitie fout is.
Bovennatuurlijke claims, nood aan overweldigend bewijs
Uiteraard moeten de bewijzen voor bovennatuurlijke claims voldoende overweldigend zijn en mag er geen alternatief seculier narratief bestaan, dat voldoende historisch onderbouwd is. Er was maar één Jezus, en, goddelijk of niet, we hebben vandaag genoeg interessant materiaal om hem te onderzoeken. Alvast volgens christelijke onderzoekers meer dan genoeg om daarover tot scherpe, historisch verantwoorde conclusies te komen.
Bovendien, wie argumenten zoekt (bijvoorbeeld tegen de goddelijkheid van Jezus), doet dat best door eerst de tegenargumenten te kennen en daarop te reageren. Ik heb zijn boek niet gelezen, maar uit zijn interview zie ik geen enkele aanzet dat De Benoist deze tegenargumenten ook maar kent, laat staan erop reageert.
Door zich te concentreren op de ‘Jezus van de geschiedenis’, maakt hij er zich te gemakkelijk van af. Hij moet dan dat belangrijke aspect van Jezus niet eens onderzoeken, want het zit al in zijn uitgangspunt. Zo negeert hij de echte vraag: Zijn er historische aanwijzingen die van Jezus al dan niet een godheid maken?
Dode profeet verloor aanhang
Als het hem uitkomt, vergeet De Benoist overigens zijn zelfopgelegde beperking van de ‘Jezus van de geschiedenis’, aangezien hij ondanks zijn beperking een oordeel klaar heeft over de ‘Jezus van het geloof’. Hij geeft namelijk als meest geloofwaardige verklaring voor het lege graf dat zijn tegenstanders een gevaar zagen in de prille Jezus-beweging. Daarom namen ze het lijk van Jezus weg.
Maar die letterlijke lijkenpikkerij van het lichaam van Jezus was toen volledig overbodig. De apostelen waren in zak en as vlak na de kruisiging van Christus. Niets leek erop dat er nog een vervolg zou komen. Dat was bovendien eigen aan de tijdsgeest. Een dode zelfverklaarde profeet uit die tijd (zoals er toen wel meer waren) verloor zijn aanhang meteen, want hij werd duidelijk niet (meer) gesteund door God. Zelfs Petrus, toen de belangrijkste apostel, verloochende Jezus en wel verschillende keren. Niets zag eruit dat de beweging nog enige toekomst had.
En zelfs als ze toch het lijk verplaatst hadden, moesten ze het maar tonen toen de Jezus-beweging uiteindelijk toch op gang kwam en de pudding zou meteen in elkaar zakken. Daar komt nog eens bij dat deze prille beweging zeer snel groeide, ook en vooral in de regio van de gebeurtenissen.
Zelfs Jakobus, een broer van Jezus die voordien niet eens in hem geloofde, werd volgeling. Waarom? Hoe zou dat mogelijk zijn zonder sterke aanwijzingen? De mensen van toen waren geen idioten en wisten heel goed dat een lijk verplaatst kon worden. Om hen te overtuigen was meer nodig dan dat.
Bedrieger, gek of zoon van God
Hoe moeten we dan omgaan met de geschriften over Jezus en de hypothese dat hij goddelijk was? De bekende christelijke intellectueel C. S. Lewis (vriend van J.R.R. Tolkien en schrijver van De Kronieken van Narnia) stelde de interpretatie van de figuur van Christus voor als een trilemma:
‘Of deze man was, en is, de Zoon van God, of anders een gek of iets ergers. Je kunt hem de mond snoeren als bij een dwaas, je kunt naar hem spugen en hem doden als bij een demon of je kunt aan zijn voeten vallen en hem Heer en God noemen, maar laten we niet afkomen met neerbuigende onzin alsof hij een grootse menselijke leraar was.’
Op de ‘Jezus van het geloof’ bestaan geen oneindig veel alternatieven die ook nog eens hout snijden. Volgens Lewis en veel andere historici ging Jezus duidelijk van zijn eigen goddelijkheid uit. Bijvoorbeeld, Jezus handelde eigengereid, zonder aan God te vragen: als hij een zonde vergaf of een zieke genas, riep hij daarbij niet God aan maar deed het met de overtuiging dat het vanuit zichzelf kwam. Bovendien was net dat de reden waarom de Joden zo woedend op hem waren en hem uiteindelijk aan het kruis wilden. Jezus claimde God te zijn, wat zij als godslastering zagen.
Intelligent en buitengewoon
Daarnaast valt in de Bijbel te lezen hoe intelligent en buitengewoon Jezus wel was, zeker voor die tijd. Kijk maar hoe hij in zijn leven voor de arrestatie verschillende malen zijn (gevaarlijke) tegenstanders met eenvoudige woorden overbluft en zich zo uit gevaarlijke situaties weet te trekken. Of de manier waarop hij vrouwen en niet-Joden positief benadert, toen helemaal geen populaire opvatting. Doet een gek of een oplichter zoiets?
Wie een alternatief wil zoeken op het godsverhaal moet deze vragen dus beantwoorden. Daar ligt een probleem. De éne zegt dat Jezus niet bestond, de ander dat hij een bedrieger was. Nog een ander maakt van hem een mentaal zieke. Al deze verschillende alternatieven kunnen niet tegelijk waar zijn. De Benoist zelf geeft alvast ook aan dat het bestaan van Jezus moeilijk te ontkennen valt en gaat zo in tegen wat veel atheïsten vandaag denken.
Ernstig christelijk onderzoek
Wie wil bewijzen dat Jezus geen zoon van God was, moet daarbij minstens de argumenten kennen van zijn beste tegenstanders om die daarna te weerleggen. Gelukkig bestaan er verschillende leesbare werken die het christelijke standpunt bespreken en verdedigen, en daarbij, zoals het hoort, veel ruimte geven aan het bespreken van de argumenten van hun niet-christelijke tegenstanders. Uiteraard zijn ze allen ook gelovig. Het is namelijk vrij moeilijk om tot de conclusie te komen dat Jezus de zoon is van God en dan aan de zijlijn te blijven.