JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

De kerststal van Holsbeek

Onze schaapjes zijn nog niet op het droge

Chris Ceustermans26/12/2016Leestijd 3 minuten

Europa is als een landerige kerstmarkt op de rand van een slagveld waar religieuze oorlogen worden uitgevochten.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Als we ons omwille van een gerechtvaardigde angst door onder meer aanslagen gaan vastklampen aan kerststalletjes in gemeentehuizen, dan zien de komende jaren er niet goed uit.

Ik was niet van plan om te schrijven over de vreselijke aanslag op de kerstmarkt in Berlijn, laat staan over de kerststalrel in Holsbeek waar de stal eerst uit het gemeentehuis vloog en na protest van onder meer de N-VA-afdeling weer binnen geloodst werd. Beide kwesties raken echter zozeer de kern van onze samenleving dat je moeilijk anders kan dan erover te schrijven. Bovendien is het bloedbad in Berlijn indirect verbonden met de Holsbeekse kerststalrel.

De kerstmarkt is een perfecte spiegel voor de staat van Europa. Christelijke rituelen zijn gezelligheidsevents geworden. Je wandelt, consumeert, geniet van de samenhorigheid van het onbezorgde gevoel van ‘vrede op aarde aan alle mensen van goede wil’ en zijn we allemaal niet van goede wil? Wat er van godsdienstige en zelfs prechristelijke oorsprong nog rest is een substraat van verbondenheid en vooral het geruststellende decor-met-kerstboom dat elk jaar opnieuw opduikt. Zolang er cadeautjes onder de kerstboom liggen en de glühwein blijft vloeien, zal ’t allemaal nog wel meevallen, zo maken we onszelf graag wijs. 

We willen immers liever niet laten doordringen dat dit soort gemoedelijke tradities in een vanzelfsprekende veiligheid van de publieke ruimte verleden tijd zijn. Zeker in de grote ‘superdiverse’ steden als Brussel waar je het aantal niet-halalslagers op twee handen kan tellen. Europa is als een landerige kerstmarkt op de rand van een slagveld waar fanatiek religieuze oorlogen worden uitgevochten terwijl we elkaar ‘vrolijk kerstfeest’ wensen.

Desondanks dringt toch bij steeds steeds meer mensen door dat we aan het einde van het tijdperk staan; ook bij de middenklasse die, na de autochtone arbeidersklasse, steeds feller voelt wat het prijskaartje is dat aan de multiculturele samenleving hangt. Al is het maar omdat, zoals nu in Antwerpen, de straten die rechtstreeks uitgeven op de kerstmarkt afgezet zijn door legervoertuigen. Alleen de in sociale wenselijkheid gedrilde intellectuelen-propagandisten beweren nog dat dit prijskaartje best meevalt en dat alles op lange termijn goed komt (en indien niet: ‘on the long run we’re all dead’ en dan moeten onze kinderen het maar oplossen…).

De middenklasse wordt nerveus en onrustig. Ze zet de hakken in het zand. Soms op een emotionele manier zoals de ietwat hallucinante kerstboomrel in Holsbeek. De kern van de Europese stabiliteit wordt bedreigd en politieke partijen kibbelen over de kwestie of een kerststal al dan niet een paar meter verderop moet staan. Wat het meest onrustwekkend lijkt, is dat partijen zoals de N-VA die stellen de waarden van de verlichting krachtig te willen verdedigen daar waar linkse partijen compleet hun postmoderne kluts kwijt zijn, onder druk keuzes maken die op termijn nefast zijn. In dit geval: de kerstboom  en -stal opnieuw in het gemeentehuis laten plaatsen. Bedoelt men met die ‘verlichting’ misschien de kerstverlichting?

Na vele eeuwen van geweld, traktaten, wederzijdse uitroeiing zoals we vandaag in de islamwereld zien, heeft Europa een religieuze stabiliteit gekend door een relatief grote scheiding tussen Kerk en Staat. Dat is ook hetgeen we als succesformule aan de niet-westerse wereld proberen uit te dragen, samen met de mensenrechten, als het alternatief voor het religieuze opbod dat bijna altijd in bloedvergieten eindigt. Een alternatief waarmee we diepgelovige immigranten proberen te verleiden om zich te integreren. 

Het enige alternatief voor de chaos van religieus opbod, is de beproefde aanpak van scheiding tussen Kerk en Staat versterken en verder uitdragen. Dat wat in Holsbeek gebeurde, is helaas het tegenovergestelde. Omwille van emotionele argumenten van onder meer de N-VA-fractie, werd een symbool met nog steeds behoorlijk sterke religieuze connotaties in het gemeentehuis gesleurd. Dit geeft misschien op korte termijn een gevoel van controle, op lange termijn is dit een desastreuze marsrichting die onze positie ten aanzien van hardcore gelovigen zoals salafisten ondermijnt. 

Het is dit soort schizofrenie over de scheiding tussen Kerk en Staat dat fanatieke islamaanhangers sterkt in hun geloof dat Europa nog steeds een continent is van kruisvaarders. En vooral: het maakt ons minder geloofwaardig wanneer we bijvoorbeeld vrouwelijke ambtenaren in datzelfde gemeentehuis opleggen om geen sluier te dragen. Het is bovendien niet omdat men zich verzet tegen de agressie van de onversneden islam dat men zich in de armen van de kerk moeten laten drijven. Een kerk die steeds ongegeneerder tracht mee te surfen op de religieuze en politieke ambities van de islam – en daarbij ijskoud een mes in de rug van de opgejaagde christenen in het Midden-Oosten plant.

Natuurlijk moeten de EU of de lidstaten de buitengrenzen van de Unie beter kunnen bewaken. Maar als we binnen die grenzen een vals gevoel van veiligheid proberen op te roepen door ons vast te klampen aan lege, semi-religieuze rituelen als stalletjes in publieke gebouwen om de heiland te herdenken, dan gaan de meest ondoordringbare grenzen ons niet veel verder brengen. 

Aldus wou ik u geen gelukkig kerstmis wensen. Of toch… maar vooral de moed in 2017 voor principes zoals de scheiding van Kerk en Staat te blijven opkomen en ons niet te laten meeslepen door emotionele oprispingen die op termijn onze weerbaarheid verder ondermijnen. 

Chris Ceustermans is een veertiger die ooit van zijn pen leefde als journalist bij onder meer De Morgen. Na andere wegen te hebben verkend, keerde hij terug naar zijn oude liefde: de literatuur. Op Doorbraak pleegt hij af en toe een stuk over dingen die in de eenzijdige media te weinig aan bod komen. 'Ni dieu, ni roi, ni maître', blijft zijn motto, al lijkt dit voor de meeste zelfverklaarde 'links weldenkenden' al lang vergeten.

Meer van Chris Ceustermans
Commentaren en reacties