JavaScript is required for this website to work.
post

De Klaagmuur van Dyab Abou Jahjah

ColumnJohan Sanctorum20/11/2014Leestijd 4 minuten

Het retorisch martelaarschap van de Belgisch-Libanese AEL-oprichter begint eentonig te worden schrijft Johan Sanctorum.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Wie een beetje vertrouwd is met de manier hoe De Standaard omgaat met niet-redactionele opinieteksten, weet dat deze afdeling sinds jaren met harde hand geleid wordt door Anni Van Landeghem, bijgenaamd Rooie Anni omdat ze vooral haar eigen roodgroene vriendenkring bedient.

Elke vrijdag verschijnt er op die bladzijden ook een vaste gastcolumn, die al sinds begin dit jaar wordt toevertrouwd aan Dyab Abou Jahjah, oprichter van de Arabische Europese Liga. Over de verknochtheid van Jajhah aan de Westerse democratische waarden, waar mevrouw Van Landeghem en de voltallige DS-redactie vast ook aan hechten, valt een en ander te zeggen. In het verleden zag men hem al publiek glunderen na de Al Qaeda-aanslag op de WTC-torens in New-York. Het invoeren van de sharia in onze contreien leek hem zeker het overwegen waard, en de geëxecuteerde Irakese dictator Saddam Hoessein beschouwde hij als een martelaar.

Maar goed, Abou beweert zijn leven te hebben gebeterd en we willen hem op zijn woord geloven. Die wekelijkse columns dus, ik heb ze nog eens allemaal nagelezen. Een tijdje ging het redelijk en konden we ze gewoon overslaan zonder iets gemist te hebben. Maar de laatste maanden is de man een versnelling hoger geschakeld, en dat heeft alles te maken met zijn gloednieuw politiek vehikel:

‘Movement X’

In een Doorbraak-gesprek met Karl Drabbe mochten we er al uitgebreid kennis mee maken: Dyab Abou Jahjah ziet de dingen groots en wil naar eigen zeggen een brede anti-discriminatie- en emancipatiebeweging op gang zetten in een door racisme vergeven Vlaanderen.

De wekelijkse opiniestukken in De Standaard vertonen dan ook een opwaartse lijn inzake combattief taalgebruik, waarbij Abou zich opwerpt als een soort klokkenluider, Robin Hood én übersocialistische ‘cultuurmoslim’, wat dat laatste ook moge betekenen.

De Vlaamse xenofobe mainstream is de kop van Jut: elke steen zal omgedraaid worden om ons racisme te ontmaskeren. Recent is daar nu ook Zwarte Piet uit de schouw gekropen, zoals bekend een Nederlands exportproduct dat door Abou dankbaar is overgenomen om ‘Movement X’ van munitie te voorzien,- een beweging waarvan de naam alleen al aangeeft dat het om een lege doos gaat met een sloganeske verpakking.

Abou argumenteert zelden of nooit, maar gebruikt het gevoel van achterstelling als een passe-partout in elke mogelijke context, via een Calimero-vertoog dat herinnert aan de donkerste tijden van het kaakslagflamingantisme. Zijn status van allochtoon (die hij dus zelf voortdurend benadrukt) is daarbij de sleutel van het verhaal: Abou is zijn eigenste, zelfgecreëerde model-martelaar, wiens vervolging zo dadelijk een personencultus gaat opleveren, althans dat gelooft hij. Regelmatig worden we dan ook ingewijd in het woestijntraject van deze profeet. Zo lezen we over zijn Borgerhoutse episode in 2002, toen hij zich als woordvoerder opwierp van de herrieschoppers:

‘Ik heb als individu in extreme vorm meegemaakt wat een hele gemeenschap geregeld wat subtieler moet doorstaan: een verpletterende mediatieke karaktermoord.’ (DS, 14 november 2014)

De tranen springen ons in de ogen. Ook de zogenaamde doodsbedreigingen (eigenlijk weinig meer dan infantiel gezwets op internetfora), net naar aanleiding van zijn optreden in de Pietenkwestie, worden daartoe uitvergroot. Abou vertoont alle kenmerken van de ‘persécuteur persécuté’: zo luid mogelijk roepen, in de hoop dat de Vlaamse onderbuik oprispt, zodat hij aan de Klaagmuur kan gaan staan en Movement X nog eens de media haalt.

Met hoe velen zijn ze ondertussen, de strijdlustige Jahjah-isten? Moeilijk in te schatten, net omdat het appèl zo breed gaat. Soms past hij, denk ik, de tactiek toe van de alleenstaande die inbrekersgeluiden hoort en begint te roepen alsof er veel volk in huis is. Beeft aldus, gij racistische Vlaming, want:

 ‘…Wij zijn met zeer velen, we zijn geen enkelingen. Wij zijn syndicalisten, activisten, militanten, werklozen, arbeiders, boeren, bedienden, sans-papiers, schrijvers, kunstenaars, nieuwkomers, senioren, jongeren. We are Belgium!’ (DS 24 oktober 2014)

Vanuit die megalomane slogantaal wordt dan uiteindelijk niets minder dan de revolutie aangekondigd, in de vorm van ‘…volksopstanden waar pleinen worden bezet, protesten die tot een maandenlange, continue megabetoging verheven worden.’ (DS 24oktober 2014)

We zijn verwittigd. Op de redactie van De Standaard heeft niemand blijkbaar zin om deze brullende Calimero erop te wijzen dat een opiniestuk niet hetzelfde is als de tekst van een propagandafolder of een fundamentalistische internet-tirade. Ik vermoed dat het gros van de lezers de pagina ondertussen gewoon negeert.

Persoonlijke overlevingsagenda

Maar nu serieus: behandelen we je echt zo slecht, Abou? Word je wel zo misjegend als je ons wil doen geloven? Je bent ooit uit vanuit Libanon naar hier gekomen met een bijeengefantaseerd vluchtelingendossier. Je bent via een blitzhuwelijk met een Belgisch-Marokkaanse vrouw (die nadien weer even snel van het toneel verdween) Belg geworden, je kon genieten van alle sociale voorzieningen, je hebt hier een universitair diploma behaald. Je kan alles zeggen wat je maar wil, je mocht een partijtje oprichten en deelnemen aan de verkiezingen (weliswaar zonder resultaat, sorry). Je bent wat gaan stoeien met de terreurorganisatie Hezbollah in je thuisland, waar je haring allicht ook niet braadde, en je bent met hangende pootjes teruggekeerd waarna die onnoemelijk onverdraagzame Vlaamse samenleving je weer opnam. Je mocht, als media-verbannen rebel, aan ‘De slimste mens ter wereld’ meedoen,- alleen voor echte BV’s weggelegd en dé springplank voor de politiek, vraag het aan Bart De Wever. En nu mag je al een jaar wekelijks je propaganda voor ‘Movement X’ uitspuien via een (betaalde) column in, nu ja, een Vlaamse kwaliteitskrant.

Jammer voor het handvol getrouwen, maar de reden van zijn grote ongenoegen is, vermoed ik, tamelijk triviaal: Abou vindt gewoon geen passende job. Dat vertelt hij ons ook zelf, weeral in De Standaard (7 november 2014), waar het gezinsinkomen wereldkundig wordt gemaakt, en waar geklaagd wordt dat zijn sollicitatiebrieven zelfs niet worden beantwoord. Dat is ook begrijpelijk voor iemand met zijn reputatie en curriculum, maar het is wel aan dat soort kapstokken dat zijn groot anti-discriminatieverhaal wordt opgehangen. Andermaal: Abou creëert zijn eigen vervolging en claimt het martelaarschap.

Dé manier om uit deze kringloop van ellende te geraken, en dat strategisch inzicht deelt hij met andere populistische charlatans, van Jean-Pierre Van Rossem, over Jean-Marie Dedecker tot Filip Dewinter: een politiek mandaat in de wacht slepen. Liefst eentje dat ook parlementaire onschendbaarheid oplevert.

Zo gezegd, zo gedaan. Abou Jahjah is een overlever, punt uit. Zijn ‘universele emancipatiestrijd’ is, in laatste instantie, vooral een strijd om zijn eigen politieke relevantie, waarbij de persoonlijke agenda zorgvuldig verstopt wordt in een dikke mistlaag van een vaag maar luidruchtig anti-establishment-ressentiment. Ook dat heeft hij gemeen met zijn politieke antipode, Filip Dewinter.

Wat moeten we nu verder met deze werkzoekende agitator?

Vlaanderen heeft nood aan een nieuw, ‘warm’ sociaal project dat verbindt en activeert. Zoveel is zeker. Maar met het pathetische en in wezen zelfs racistische allochtonenressentiment van Abou Jahjah kunnen we niets. Het is ongeschikt als grondlaag voor een republikeins verhaal, al zal het sommige goedmenende idealisten ter linkerzijde op een dwaalspoor brengen, zoals in 2003 toen de PvdA zich door hem liet enteren, wat die partij zich nadien dik bekloeg.

Een sterk, Vlaams-progressief alternatief, dat onze eigen identiteit niet verloochent en tegelijk cultureel wervend is naar nieuwkomers, dringt zich op. Een fin-de-carrière als Syriëstrijder wenkt dan wellicht voor Dyab Abou Jahjah.

Foto (c) Reporters

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties