JavaScript is required for this website to work.
post

De luis in de pers

Frank Thevissen13/5/2012Leestijd 2 minuten

Media spreken aan de lopende band, en even moeiteloos als onvermijdelijk over ‘de kiezer’, ‘de CD&V’, ‘de allochtonen’ of ‘de twitteraars’. Maar zodra iemand de notie ‘de media’ bovenhaalt, staat er meteen een schare journalisten recht om er op te wijzen dat ‘dé media’ niet bestaan.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Een terechte, maar evenzeer overbodige vingerwijzing die geldt voor elk verzamelbegrip. Meteen ook de reden waarom gefundeerde mediakritiek best op zo groot mogelijke afstand blijft van vrijblijvende, loze kreten en liefst zo concreet mogelijk man (m/v) en paard noemt. Al leert de ervaring dat dat laatste bij diezelfde journalisten doorgaans nog een stuk gevoeliger ligt.

Misschien was het wel de titel boven het interview-zijsprongetje van Bart De Wever op de internetnieuwssite Apache (‘De Wever haalt stevig uit naar de media’) die de buitensporige belangstelling van ‘de media’ voor zijn mediakritische bedenkingen verklaarde. Mogelijk zelfs was dat interview, zonder de verspreiding van een Belgabericht, zelfs roemloos aan de belangstelling ‘de media’ ontglipt. De minstens zo interessante lezing over ‘de media’ (‘Wie is er bang van de Belg/deVlaming?’) die de N-VA-voorzitter op 27 april 2010 in Den Haag uitsprak (Vlaamse journalisten schrijven minder dan ze weten en doen veel aan zelfcensuur), veroorzaakte dat jaar niet één rimpeling. En wie, behalve Peter Vandermeersch, tilde er ooit – en terecht – zwaar aan Bert Anciaux’ uithaal waarin hij ‘de perversie’ aankaartte ‘waarmee de media zich als hongerige en nietsontziende maden aan de letterlijke en figuurlijke lijken voeden’? Niemand toch?

Wie dacht dat De Wever de mediakritische bezinning nieuw leven had ingeblazen, was er overigens aan voor de moeite. De kern van het oorspronkelijke verhaal raakte immers bedolven onder metareflecties allerhande over de columns en commentaren die ondertussen her en der verschenen naar aanleiding van de interviews die De Wever onder meer in Terzake en Reyers Laat ten beste had gegeven over het interview met Apache naar aanleiding van zijn Thorbeckelezing in Nederland. Een debat dat vooral cirkelde rond de figuur van De Wever en meteen een perfecte illustratie vormde van De Wevers kritiek op de scheeftrekkende en uitvergrotende werking van ‘de media’. Het broneffect was de perfecte bliksemafleider om vooral niet tot diepgravende mediakritische reflecties over te gaan. ‘Als dit een mediadebat was’, twitterde Yves Desmet verwijzend naar de zoveelste lauwe discussie over de discussie in De Zevende Dag, ‘dan zitten we inderdaad met een probleem’.

De timing van de mediaheisa over de uitlatingen van De Wever kwam alvast hoogst ongelukkig voor Reporters Zonder Grenzen (RZG). Net diezelfde dag, op 3 mei – de werelddag voor de persvrijheid – verspreidde RZG via Belga het bericht dat België vier plaatsen zakte in het klassement van de persvrijheid: goed voor welgeteld één goed weggestopt opvulstukje in één Vlaamse krant. Als luis in de pers zadelde De Wever ons inderdaad met een probleem op.

Frank Thevissen (1962) is doctor in de communicatiewetenschappen en was tot 2008 als hoofddocent strategische communicatie verbonden aan de VUB. Hij is de ontwikkelaar van De Stemmenkampioen en publiceerde o.a. 'Media en journalistiek in Vlaanderen: kritisch doorgelicht', 'De vierde onmacht: journalisten, politici en critici over media en journalistiek' en 'Het is maar een peiling'.

Commentaren en reacties