JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

De mal-aimés van de christelijke ziel

Deel 3 van een 4-delig essay over de 'groene' stad

Wim van Rooy12/10/2017Leestijd 4 minuten

In deel 3 beschrijft Wim van Rooy hoe de inclusieve christelijke ziel wijkt voor de exclusieve ideologie van de islamitische ‘mal-aimés’.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Onze elites kunnen ook vandaag niet, net zomin als de Russische aristocratie vroeger, bevroeden wat na hun domme politiek correcte denken zal komen, maar het is met wat gezond verstand ‘denkbaar’ en we kijken er niet naar uit. Houellebecq gaf er een voorproefje van en Tocqueville (die door onze elites weleens wordt geciteerd maar zeker niet gelezen) zag het helder: in onze Europese landen, schreef hij, had men het geluk geboren te worden in een milieu van mensen ‘que la nature avait faits nos semblables’. Het ‘désir de vivre ensemble’ van Renan is met de intrusie van een beschaving die in haar historische carrière alleen maar veroverd en geüsurpeerd heeft verder af dan ooit. Men kwam nooit om te integreren, altijd om op te eisen. Dat behoort immers tot haar wezenskenmerken: het staat expressis verbis in al haar geschriften en het pausdom van het soennisme heeft die dogma’s nooit geabrogeerd, integendeel. Dat revendicatieve karakter van de islam wordt aangejaagd door de lichtzinnigheid van de westerse elites. Eén voorbeeld slechts uit de duizenden. Op 18 mei 1987 sprak Mitterand in het amfitheater Richelieu van de Sorbonne de volgende verbijsterende zin uit: ‘Je veux que l’on puisse venir en France, que l’on puisse bousculer la culture et les usages français’. Het mag ons dan ook niet verwonderen dat in 2013 een boek van de controversiële journalist Claude Askolovitch in het licht werd gegeven met de titel Nos mal-aimés: ces musulmans dont la France ne veut pas, waarin hij eigenlijk pleit voor de onvoorwaardelijke overgave aan de eisen van de islam. Dat jihadisten zich bijna altijd in een stad ophouden, is de vanzelfsprekendheid zelf en dat hun islamitische omgeving steevast hun bestaan en hun plannen ontkent of erover verwonderd is, zegt genoeg over de biotoop die wij zo moeten koesteren.

Verkruimelende sociale cohesie

Individuen kunnen zich assimileren, integreren en zich aanpassen aan de mores van de integrerende samenleving, maar een religie of volkeren wier agressieve denksysteem haaks staat op de waarden van de ontvangende en insluitende samenleving kunnen dat niet. Zoals Robert Putnam al opmerkte: naarmate diversiteit via immigratie toeneemt, verkruimelt de sociale cohesie en neemt het wantrouwen onder burgers toe. Daar is vandaag zelfs de eeuwige adolescent Justin Trudeau achter gekomen. Het realiteitsprincipe kwam zijn land binnen op een wijze die zelfs deze kleine messias deed beven. Hij gebruikte ooit, zoals zovele politici, het dwaze cliché van ‘bruggen bouwen’, terwijl vandaag vele bruggen – letterlijk dan – van ‘security walls’ en barricades voorzien zijn. Trudeau het kind werd dan ook plots volwassen. En zelfs in Zweden, het land met het hoogste gehalte aan multicultureel surrealisme, mogen mainstream politici opnieuw van ‘Zweedse waarden spreken. Elke massale immigratie, zo laat de geschiedenis zien, verwoest de autochtone samenleving. De ‘barbaren’ deden het Romeinse rijk vallen (of die beschaving helemaal aan zijn einde kwam, is nog een discutabel punt onder historici); Engelsen, Fransen, Ieren, Duitsers en ‘Scandinaven’ hebben de oorspronkelijke bewoners van de VS kapot gemaakt; Engelsen die naar Australië werden gedwongen (the fatal shore!) deden hetzelfde met de Aboriginals. Waarom zou het vandaag anders zijn?!

De inclusieve christelijke ziel

In die zin klopt de titel van het jongste boek van Charles Murray, The Strange Death of Europe niet echt. Het is én wegens de latente masochistische zelfkritiek en wegens zijn inclusieve christelijke ‘ziel’ (om dat woord maar eens te gebruiken) dat het Westen vandaag zonder verweer is. Die christelijke ziel – dat besefte Nietzsche erg goed – kon op den duur in haar nederigheid paradoxaal genoeg niet vernederd worden, een unicum in de beschavingsgeschiedenis. En hij won: de slaaf won het van de heerser. Dat inclusiviteitsverhaal echter wordt vandaag geconfronteerd met een monotheïsme dat exclusief is (Islamic Exceptionalism – Shadi Hamid) en waarvan de mannelijke onoverwinnelijkheid de drive is. Het door het christendom gefeminiseerde Westen bracht een mooi verhaal. Dat loopt nu op zijn einde. Het is een verval zoals te verwachten en te voorzien was, want demografie en agressiviteit liegen niet. ‘Bromsnor’ heette de veldwachter in Pipo de Clown. Het was een gemoedelijke tijd waarin dit soort bromsnor nog kon wegen, maar die tijden zijn voorbij, maar in het Westen is Bromsnor gebleven. De boeven in de serie heetten Snuf en Snuitje….

In verkeerde handen

De oplossing voor de malaise waarin we ons bevinden, wordt vaak gezocht in de psychologische warmte van bepaalde exitstrategieën, maar zekere uitingen van die oikofilie, bijvoorbeeld het verlangen naar een soft patriottisme of naar traditionele vormen of rituelen, bestempelen de groenen en de roden dan vreemd genoeg weer als populisme… De grote renaissancekenner Jacob Burckhardt schreef in 1873: ‘Men heeft het gevoel alsof de wereld beetje bij beetje in verkeerde handen komt’. Het is dat sentiment, dat ook toen al met globalisering had te maken, dat door velen als omineus wordt aangevoeld. Men verzet zich ertegen en die poging tot afwending van wat als dreigend wordt ervaren, wordt alleen populistisch genoemd als het rechts is, al betekenen die obsolete begrippen niet veel meer. En als zwaktebod legt men dan – indien er weer een aanslag wordt gepleegd op het naïeve Westen – knuffelbeertjes neer, steekt men waxinelichtjes aan of ‘hugt’ men elkaar. Meer hebben we niet langer te bieden, en al zeker niet indien men er niet in slaagt de vijand te identificeren.

De maximale stad

Steden nemen drie procent van het aardoppervlak in en op dat kleine stukje, woont de helft van de mensheid (prof. M. Korthals van de Universiteit Wageningen). Beneden een bepaald welvaartsniveau leidt urbanisatie echter tot grotere armoede en ellende dan daarvoor, de ‘urbanization trap’ (World Development Report van de Wereldbank, 2013). Dat leest men al af aan bepaalde steden in België! In zijn magistrale Bombay mateloze stad (2004) laat de Indiaas-Amerikaanse journalist Suketu Mehta op een briljante manier zien hoe deze ‘maximum city’, waar binnenkort bijna evenveel mensen zullen wonen als in heel Australië, nagenoeg geheel verwoest is door corruptie, gangsterdom en neofascistische politiek. Bombay, ‘urbs prima in Indis’ betekent, naar te vrezen valt, de toekomst van de stedelijke beschaving op deze planeet. En Suketu Mehta vult bij deze vaststelling aan: ‘God sta ons bij’. Ik geef toe, het is een hyperbool, Brussel is Bombay niet, maar het heeft er de wezenskenmerken van: corruptie, mix van criminaliteit en islam, straatgangs, terrorisme, verloedering en verslonzing op vele fronten. En net zoals Houellebecq de chroniqueur is van de toenemende islamisering en van het rot in de westerse samenleving, zo was Anthony Burgess dat voor de verloedering van de steden, ondanks hun city managers en modieuze planologen. Zie zijn roman 1985 (1978), waarin de aard van de nieuwe stad met een pijnlijke precisie beschreven wordt, net zoals zijn roman A Clockwork Orange, waarin de kwestie van goed en kwaad, de zondeval en de vrije wil speelt, een moderne invulling was van het oeroude pelagianisme. Het is een kwestie waarmee we nog steeds worstelen. En zei de huidige burgemeester van Londen, Saddiq Khan, onlangs niet dat terrorisme de prijs is die men moet betalen om in een grote stad te leven. Hij is van Pakistaanse afkomst, dus hij kan het weten.

Wim van Rooy (1947) is publicist en essayist. Hij is licentiaat Letteren en Wijsbegeerte afdeling Germaanse Filologie en licentiaat Zweedse Taal- en Letterkunde (RUGent, 1971) - bijkomende specialisatie: godsdienstwetenschap. Hij is auteur van o.a. ‘De malaise van de multiculturaliteit’ en ‘Waarover men niet spreekt. Bezonken gedachten over postmodernisme, Europa, islam’.

Commentaren en reacties