JavaScript is required for this website to work.
Politiek

De minderheid regeert het land

Geert Bourgeois6/4/2020Leestijd 3 minuten
Geert Bourgeois: ‘Het is bij volmachten essentieel dat ze slechts voor een
beperkte periode gelden, dat de aangelegenheden en de doelstellingen nauw
omschreven zijn, en dat ze geen betrekking hebben op belastingen.’

Geert Bourgeois: ‘Het is bij volmachten essentieel dat ze slechts voor een beperkte periode gelden, dat de aangelegenheden en de doelstellingen nauw omschreven zijn, en dat ze geen betrekking hebben op belastingen.’

foto © Reporters

Volmachten in crisistijden zijn begrijpelijk, maar de minderheidsregering kreeg wel erg ruime bevoegdheden. Een oproep tot waakzaamheid.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Op 26 maart gaf de Kamer groen licht voor de Coronavolmachtenwet. Daags nadien gaf ook de Senaat zijn fiat. Die laatste instelling bewees overigens opnieuw zijn overbodigheid door geen gebruik te maken van zijn bevoegdheid voor justitiële aangelegenheden. Door de volmachtenwet verkreeg de federale regering tijdelijk een forse verruiming van haar bevoegdheden. ‘Noodzakelijk om deze crisis daadkrachtig het hoofd te bieden,’ zo klonk het.

Frankrijk als voorbeeld?

De regering-Wilmès kijkt daarmee – alweer – af van Frankrijk. Hetzelfde geldt voor Wallonië, de Franse Gemeenschap en het Hoofdstedelijke Gewest, want ook daar vroegen en verwierven de regeringen volmachten. De Waalse regering zette zelfs de verkozenen van de provincieraden en de gemeentelijke OCWM-raden (Conseils de l’Action Sociale) buitenspel.

Op Vlaams niveau is daar geen sprake van. Het Vlaams Parlement gaat er terecht prat op zelf snel en op een aan de omstandigheden aangepaste wijze zijn wetgevende bevoegdheid uit te oefenen. Idem dito voor het Europees Parlement.

Ook onze andere buurlanden verkiezen een voorzichtigere aanpak dan de Franse. In Duitsland, bijvoorbeeld, heeft het parlement alleen de Infektionsschutzgesetz aangevuld om de minister van Volksgezondheid beperkte volmachten in zijn eigen beleidsdomein te geven. Beieren keurde een algemene ‘gezondheidsnoodtoestandswet’ goed om de regering in staat te stellen snel maatregelen inzake gezondheidszorg te nemen. In de deelstaat Noordrijn-Westfalen is er wel een wetsontwerp met ietwat bredere volmachten dan voor het gezondheidsbeleid, maar het stuit er op zwaar verzet.

Volmachten nodig?

Niemand betwist de noodzaak om snel en adequaat maatregelen te nemen om deze uitzonderlijke crisis aan te pakken. De vraag rijst evenwel of daarvoor (zulke brede) volmachten nodig zijn.

Ons bestel berust op de theorie dat de drie machten elkaar in evenwicht houden. We weten dat in de feiten de regering (de kern) een enorm overwicht heeft. Niettemin blijft er altijd de parlementaire behandeling, met een openbaar debat en kritische afwegingen allerhande. Volmachtenwetten gaan een grote stap verder. De regering maakt zelf en alleen de wetten die ze geacht wordt uit te voeren.

Er is natuurlijk het voorzittersoverleg, het advies van de Raad van State (in deze zelfs niet altijd) en de bekrachtiging achteraf. Maar deze vervangen niet de belangrijke politieke controlerende taak van het parlement. Het zogezegde democratische sluitstuk, de bekrachtiging, gebeurt even dociel als het verlenen van de volmachten.

Het is bij volmachten daarom essentieel dat ze slechts voor een beperkte periode gelden, dat de aangelegenheden en de doelstellingen nauw omschreven zijn (de huidige wet laat hier te wensen over), en dat ze geen betrekking hebben op belastingen.

Waakzaam blijven

Drie zaken verdienen verder onze bijzondere aandacht.

Ten eerste is er het hoogdringend karakter. Daarbij valt op te merken dat er al een tiental ministeriële en koninklijke besluiten zijn genomen op basis van de bestaande wetten, onder andere inzake gezondheidszorg, beperking bewegingsvrijheid, werkloosheid, economie… Dat lukte perfect zonder volmachten.

De omstandigheden moeten niet alleen uitzonderlijk zijn, ook moet worden aangetoond dat de parlementaire behandeling niet met dezelfde snelheid kan. Dat is meteen ook het tweede aandachtspunt.

Welnu: de volmachtenwet zelf werd op één dag behandeld en goedgekeurd in commissie en plenaire vergadering. Ook de wet die de banken verplicht tot versoepeling van kredieten werd heel snel goedgekeurd, terwijl de uitvoeringsbesluiten op zich lieten wachten.

Momenteel liggen er ook een aantal besluiten voor, bijvoorbeeld in verband met Justitie, die perfect als wet met volwaardige parlementaire controle geregeld hadden kunnen worden.

Vooral inzake Justitie begrijp ik niet dat het parlement zijn wetgevende bevoegdheid uit handen geeft om burgerlijke zaken schriftelijk te laten behandelen, elektronische indiening mogelijk te maken, de gevangenisstraffen te beperken, enzovoort. Dit zijn fundamentele aangelegenheden die bij uitstek door het parlement behandeld moeten worden. De volksvertegenwoordigers horen onze grondrechten te beschermen.

Dat brengt ons naadloos bij het derde punt: de rechtsbescherming. De volmachtenwet verplicht geen voorafgaand advies van de Raad van State voor besluiten ter handhaving van de volksgezondheid en de openbare orde. We moeten erop toezien dat van deze opening geen misbruik wordt gemaakt. Zeker in een land waarin de politie zonder rechterlijk bevel met een stormram je voordeur mag inbeuken op basis van een al te ruime interpretatie van een omzendbrief. De politie mag zonder toestemming of machtiging een privéplaats alleen betreden bij uitermate ernstig gevaar voor het leven of de lichamelijke integriteit, dat op geen andere wijze kan worden afgewend.

Minderheidsregering

De volmachten zijn in de eerste plaats een handige zet geweest om de minderheidsregering-Wilmès (38 Kamerzetels op de 150) volheid van bevoegdheid te geven. Ze zijn ook een voortzetting van een decennialange sluipende verschuiving van de echte macht naar de regering, lees de partijen.

De N-VA keurde de volmachtenwet goed met grote zin voor verantwoordelijkheid, maar met even groot voorbehoud. Zoals fractieleider Peter De Roover het verwoordde: ‘Omdat er geen schijn van indruk mag bestaan dat obstakels worden gelegd die een snelle en doeltreffende aanpak van de Corona-crisis zouden kunnen hinderen.’ Je weet immers nooit dat het bestaande wettenarsenaal niet volstaat om de pandemie het hoofd te bieden.

Het moge duidelijk zijn: dit is geen blanco cheque. Wij geven niet vooraf onze zegen over hoe de regering van de volmachten gebruik zal maken. Voor ons mag ze dat alleen als het echt niet anders kan.

Geert Bourgeois is EU-parlementslid voor N-VA en voormalig minister-president van Vlaanderen.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

‘Sick’ is een relevante en hilarische roman waarin Bavo Dhooge alle humoristische registers opentrekt, zonder daarbij ook maar een moment de vinger van de pols van de maatschappij te halen.