JavaScript is required for this website to work.
Politiek

De mythe van de westerse zelfhaat

Mihai Martoiu Ticu30/11/2019Leestijd 6 minuten
Roger Scruton muntte de term oikofobie waar Baudet zo gretig gebruik van maakt.

Roger Scruton muntte de term oikofobie waar Baudet zo gretig gebruik van maakt.

foto © Laurens Verrelst

Volgens conservatieven maken progressieven zich schuldig aan ‘oikofobie’, zelfhaat. Concrete argumenten hiervoor dragen ze meestal niet aan.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Steeds meer conservatieven overspoelen de media met de mythe van de westerse zelfhaat. ‘Oikofobie vernietigt onze beschaving,’ beweert Sam van Rooy op Doorbraak, als steun voor de stelling van Dries van Langenhove dat scholen de kinderen ‘met een flinke dosis zelfhaat’ opzadelen. Ook in Nederland herhalen ze dit oneindig. Paul Cliteur eist drastische maatregelen: hij wil een meldpunt voor ‘oikofobe’ uitingen en ‘antiwesterse’ partijen verbieden. Ook Gert-Jan Segers, Nausicaa Marbe en Arend Jan Boekestijn klagen over zelfhaat. Thierry Baudet tweette dat ‘de Europese Unie een cultuurmarxistisch project is dat tot doel heeft de vernietiging van de Europese beschaving.’ Hij publiceerde zelfs een boek met de titel Oikofobie. ‘Oikofobie is een ziekelijke afkeer van het thuis. Een angst voor het eigene’. Het idee dat het Westen zichzelf zou haten leek me absurd en ik zocht naar bewijzen.

Fact free oikofobie

In zijn boek onderbouwt Baudet zijn stelling in precies 46 woorden: hij citeert filosoof Roger Scruton. Scruton schreef slechts zes pagina’s over oikofobie. Bewijs? Nada. Scruton zegt dat George Orwell zegt dat linkse mensen vaak ‘willing agents of foreign powers’ zijn. Tada, dit was het volledige argument. Dus Baudet schrijft een boek van 248 pagina’s en onderbouwt zijn stelling in 46 woorden, met een citaat van iemand die zelf geen bewijs levert. Andere conservatieven betogen dat oikofobie bestaat omdat Baudet een boek met de titel Oikofobie  heeft geschreven. Dus het argument voor oikofobie berust grotendeels op een denkfout: argumentum ad verecundiam.

Ook de andere hierboven genoemde klagers leveren geen argument, dus we moeten naar andere verklaringen zoeken waarom conservatieven menen dat men in het Westen zichzelf haat.

De conservatieve mentaliteit

Er bestaan veel soorten conservatisme, maar drie concepten komen er mijns inziens regelmatig voor: hiërarchie, tribalisme en sociaal darwinisme. Deze concepten verklaren de denkfout. De politieke wetenschappers Hibbing, Alford en Smith beweren in hun boek Predisposed: liberals, conservatives, and the biology of political differences  dat progressieven en conservatieven fundamenteel anders denken en de oorzaken in opvoeding ligt en aan de biologie. Het zou zelfs genetisch kunnen zijn. Daarom begrijpen progressieven en conservatieven elkaar niet, want hun wereldvisie stoelt op andere premissen, concepten en waarden.

Strijd en hiërarchie

In de conservatieve wereld heerst een strijd van allen tegen allen. Daarom roept Arend Jan Boekestijn: ‘Recht is macht.’ Daarom parafraseert Baudet instemmend een personage uit een roman van Pierre Drieu la Rochelle: ‘Elke dag vindt er genocide plaats in ons lijf – surrealistische aantallen bacteriën worden continu geliquideerd. Alles in het leven komt tot stand door strijd. Wie niet vecht gaat dood.’ Daarom strijden Wilders, Baudet, de Duitse, de Britse en de Amerikaanse conservatieven tegen internationale (mensenrechten)hoven, want voor rechters zijn allen gelijk. Deze strijd leidt tot heersers en dienaars, bijvoorbeeld: God, koning, edelen en de onderklasse.

Wim van Rooy bijvoorbeeld schrijft in zijn boek Waarover men niet spreekt:

‘het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en de VN profaneerden en muteerden het initiële respect voor het goddelijke in respect voor mensen en criminaliseerden op die manier het oorspronkelijke begrip!’

Baudet, Wilders, Viktor Orbán en Theresa May willen het Europees Hof voor de Rechten van de Mens ontmantelen omdat het een ‘aanval op de natiestaat’ zou zijn. Roger Scruton in zijn ‘bewijs’ voor oikofobie noemt dit hof als voorbeeld. Maar ze bewijzen hiermee hun onkunde. Juist de Europese conservatieven waren de drijvende kracht achter dit hof , bewijst Marco Duranti in zijn boek The conservative human rights revolution. De Britse conservatieven waren bang dat de Labourpartij de industrie zou nationaliseren en de Franse conservatieven waren bang dat hun mensenrechten geschonden zouden worden als ze vervolgd zouden worden voor hun collaboratie met nazi-Duitsland. De socialisten waren juist tegen het Hof. Dus niet oikofobie maar eigenbelang was de reden om dit hof te stichten.

Dominantie door tribalisme en sociaal darwinisme

Sommige conservatieven willen ook witte suprematie en/of een westerse dominantie op de rest. George Kennan schreef in 1948:

[W]e have about 50% of the world’s wealth but only 6.3% of its population…Our real task in the coming period is to devise a pattern of relationships which will permit us to maintain this position of disparity without positive detriment to our national security…We should cease to talk about vague and … unreal objectives such as human rights, the raising of the living standards, and democratization. The day is not far off when we are going to have to deal in straight power concepts.

‘Internationaal recht bestaat niet!’ schreeuwde Thierry Baudet in een parlementsdebat. ‘De orde in de wereld wordt gehandhaafd door legers, mét wapens! … Er zijn mensen die geloven dat je door universele regels en door gesprekken met elkaar tot vrede kunt komen en ik zelf geloof dat niet.’

De conservatief smeedt tijdelijke allianties, in steeds grotere cirkels. Hij concurreert weliswaar tegen zijn broeders om clanhoofd te worden, maar samen met zijn broeders vecht hij tegen andere clans. Hij vecht samen met zijn familie, vrienden, netwerken, autochtonen, landgenoten, NAVO, het Westen, het witte ras en het christendom tegen de groepen buiten deze cirkels. De conservatief hunkert naar autoriteit loyaliteit en – contradictoir – concurrentie.

Neem alle beleidswensen van Baudet en stel de vraag: wie profiteert? Hij laat de groepen waar hij toe behoort domineren: mannen, witte mensen, autochtonen, christenen, rijken, de elite en de machtige Westerse landen. Alle andere mensen verliezen vrijheid en rechten.

Hoe groter de afstand tussen de conservatief en een andere persoon, hoe minder morele plichten hij heeft en voor de interactie met vreemden gelden vaak andere morele regels.

Sociaal darwinisme

Soms gelooft de conservatief in sociaal darwinisme. Wim van Rooy beweert dat de moslims een ‘anti-cultureel rooster’ in hun hoofd hebben en daarom willen ze geen kennis, zoals de christenen. ‘De moslims,’ zegt Van Rooy, ‘zien zichzelf als superieur, maar als ze naar het Westen kijken en beseffen dat ze inferieur zijn, beginnen ze het Westen te haten.’ Baudet vertelt: ‘De meest beschaafde, geweldschuwe generatie ooit, haalde de meest onbeschaafde, gewelddadige cultuur die er is naar onze landen.’

De strijd, gelooft de conservatief, zal zorgen dat de meest superieure individuen, landen, culturen, religies en rassen zullen overleven. De superieure heeft meer rechten en mag de inferieure als wegwerpvoorwerp gebruiken.

Progressieven daarentegen zoeken naar rationele universele gedragsregels, onafhankelijk van de afstand tussen de mensen en hun groepsverband. Als je je broer niet mag vermoorden, mag je ook geen Irakezen vermoorden voor hun olie, noch voor meer macht.

Geen gelijkheid

De conservatieven verafschuwen deze gelijkheid in normen en framen het debat in een linkse poging tot collectivisme. Derk Jan Eppink en Frits Bolkestein schrijven bijvoorbeeld in European Wall Street Journal:

Political correctness began its long road to its present exalted status with the American protest generation of the 1960s … Then as now, its practitioners were attracted to it out of a combination of liberal guilt and a fetishistic attachment to egalitarianism. The egalitarian myth implies that all members of the group are of equal value to society, that they desire comforts and risks in equal measures and should hold identical opinions.

Ook de Nederlandse conservatief Sid Lukkassen schrijft in zijn boek Avondland en identiteit:

‘Met ‘cultuurmarxisme’ bedoel ik dat het marxisme de culturele bovenbouw haatte omdat deze de aristocratische waarden weerspiegelde. Dat hield in: een hiërarchische verhouding tussen werkgever en werknemer, tussen ouder en kind, tussen docent en student, tussen het Westen en de rest van de wereld. Dit waardepatroon stond haaks op het marxistische gelijkheidsstreven en moest daarom worden geperverteerd zodat het ziek werd. Als de bovenbouw eenmaal ziek was kon deze worden ‘geruimd’.’

Ralf Dekker, Statenlid voor Forum voor Democratie, zei in een interview:

There is this fear of human greatness. With collectivism, those in power want to bring everything to average. It’s a zero-sum game. If you are great you aren’t fair to the other person. If you break away from the average they want to chop your head off.

Ook Baudet denkt dat links egalitarisme de grandeur onderdrukt en hij bedoelt hiermee zichzelf omdat hij zich ‘de belangrijkste intellectueel van Nederland’ noemt.

Testosteron

Deze individuele ‘grootheid’ is vooral een eigenschap van de Europese man, rijkelijk gevuld met testosteron. Sid Lukkassen:

‘Ondertussen wordt de Europese masculiniteit – die in feite de wereldzeeën bedwong, de aarde in kaart bracht en de vader was van de hedendaagse natuurwetenschappen – systematisch gedegenereerd. Als ik denk aan de Europese masculiniteit dan denk ik aan de stijlvol geklede aristocraat die vastberaden in de onstuimige golven staart. De Europese masculiniteit is niet alleen daadkrachtig en rationeel, maar ook vindingrijk, intellectueel, en artistiek. De Europese masculiniteit is door het multiculti-denken echter weggezet als boeman van de geschiedenis.’

Dit verklaart ook waarom Baudet een VOC-schip op de achtergrond van zijn presentaties plaatst, filmpjes maakt waar hij trots op het koloniale vlot is en roept dat Nederland in 1648 ‘mooi … trots en fier soeverein was, de wereldzeeën verkende, democratisch en vrij was.’ Bovendien attribueert Baudet de westerse ondergang aan de testosterondaling: ‘We verliezen onze mannelijkheid, we gaan voor consensus, een vrouwelijke waarde.’

Er is een contradictie bij deze conservatieven. Ze verachten een door zichzelf verzonnen links streven naar collectivisme en ze pleiten voor mannelijke individualistische ‘grootsheid’ en concurrentie. Tegelijkertijd moet iedereen monocultureel, patriottisch en nationalistisch zijn, zoals de Borg in Star Trek, die dezelfde waarden en assimilatiebehoefte hebben. Iedereen moet de collectivistische tradities (zoals Zwarte Piet) verdedigen. Iedereen moet naar tonale klassieke muziek luisteren en in huizen uit 1648 wonen. Want moderne architecten, de componisten van atonale muziek en abstracte kunstenaars streefden niet naar individuele originele ‘greatness’, ze haatten hun eigen cultuur, aldus Baudet. Conservatieven hemelen individualisme op en tegelijkertijd haten ze diversiteit.

Vals dilemma

Dit verschil in denken verklaart waarom de conservatieven geloven dat progressieven het Westen haten. De conservatieven zien de relaties als zwart-wit: elke persoon is of met ons of tegen ons. Een progressief kan racisme, nationalisme en de Irak-oorloog bekritiseren, op basis van rationele neutrale universele gedragsregels. De conservatief denkt meteen: ‘Wie racisme bekritiseert, haat de blanken. Wie tegen de Irak-oorlog is, is tegen het Westen. Wie nationalisme bekritiseert, haat zijn eigen cultuur, is multiculturalist en denkt dat alle culturen gelijk zijn.’ Zo maakt de conservatief een bekende denkfout, genoemd ‘vals dilemma’ of ‘zwart-witdenken’, want hij mist andere mogelijke betere verklaringen. Als gevolg valt hij een stropop aan, niet de progressieve argumenten.

Daarom daag ik deze conservatieven uit: bewijs maar dat progressieven het Westen haten.

Mihai Martoiu Ticu is filosoof en master in Internationaal Recht

Commentaren en reacties