
foto: ©Wikipedia
Nu de commotie over de Aalsterse bakkebaarden en pijpenkrullen is gaan liggen, kunnen we nog wat verder doorbomen over een andere domper op de vrije meningsuiting: de negationismewet. Sinds 1995 is het ontkennen van de Holocaust strafbaar in België. Voor cultuurminister Bert Anciaux (VU) enkele jaren later een reden om alle boeken uit de rekken van de openbare bibliotheken te laten halen die tegen deze wet zouden indruisen. Grappig: een minister die, in naam van de democratie, zich tegenover ‘verboden…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Nu de commotie over de Aalsterse bakkebaarden en pijpenkrullen is gaan liggen, kunnen we nog wat verder doorbomen over een andere domper op de vrije meningsuiting: de negationismewet. Sinds 1995 is het ontkennen van de Holocaust strafbaar in België. Voor cultuurminister Bert Anciaux (VU) enkele jaren later een reden om alle boeken uit de rekken van de openbare bibliotheken te laten halen die tegen deze wet zouden indruisen. Grappig: een minister die, in naam van de democratie, zich tegenover ‘verboden boeken’ gedraagt zoals de nazi’s dat deden in 1933. Het was niet de eerste en ook niet de laatste blooper van Anciaux.
De peetvader van het Europese negationisme is Robert Faurisson (1929-2018), een Franse hoogleraar letterkunde die zijn job verloor net omwille van zijn standpunt over de Holocaust. Dat notoire linkse denkers als Noam Chomsky hem verdedigden, althans zijn recht om die opinie te verkondigen, mocht niet baten: Faurisson werd een paria en in 2006 veroordeeld omdat hij voor de Iraanse televisie (!) de Holocaust had ontkend.
Het geval Verbeke

Siegfried Verbeke
In België komt de negationismewet af en toe eens boven water om onverbeterlijke caractériels tot de orde te roepen. Zo werd politicus en provocateur Laurent Louis (eerst MR, dan PP, nu voorzitter van een éénmanspartij) in 2014 bij de lurven gevat wegens een blogbericht dat de gaskamers in twijfel trok. Louis kreeg zes maanden met uitstel, 18.000 euro boete en onverkiesbaarheid voor zes jaar. Men vraagt zich af of dat niet schieten met een kanon op een mug is.
In Vlaanderen en ver daarbuiten is de bekendste negationist – ongetwijfeld juist dankzij die wet – de Antwerpenaar Siegfried Verbeke. Samen met zijn gelijkgezinde broer Herbert is hij een curiosum in het Vlaams opinieveld.
Hij ontkent al jaar en dag resoluut het bestaan van de gaskamers en wordt daarom uit zowat alle lezersfora geweerd. Verbeke heeft er wat voor over en kent diverse gevangenissen in België, Nederland en Duitsland van binnen. In 2018 stuurde de krasse tachtiger een dvd naar de Dossinkazerne waarin opnieuw werd ‘bewezen’ dat de gaskamers een verzinsel zijn. Hij kreeg hiervoor zes maanden gevangenisstraf plus €8000 boete aan zijn broek. Bij gebrek aan financiële middelen en dus geen advocaat ging hij niet in cassatie.
Hun argumenten kunnen perfect weerlegd worden.
Maar wat kan men Verbeke nu eigenlijk aanwrijven behalve het verdedigen van een (implausibele, door vrijwel elke wetenschapper als fout geklasseerde) historische stelling? Ik geloof geen seconde dat de gaskamers een mythe zijn, maar Verbeke heeft het recht om dat te beweren. Hij legt nergens bommen of trekt geen messen op straat. Bij mijn weten gaat het zelfs ook niet om hate speech en roept de man ook niet op om toch maar eens werk te maken van de Endlösung.
Historicus Gie van den Berghe zei het al in een DS-opiniestuk in 2001: ‘Het effect van negationisme wordt fel overdreven. Wat vreest men eigenlijk? Hoe zouden de dwaze hersenspinsels van negationisten kunnen opwegen tegen de ontelbare bronnen, getuigenissen en wetenschappelijke werken over de jodenmoord, tegen de vele media-aandacht en herdenkingen? De ontkenners zijn met anderhalve man en een paardenkop, ze hebben geen noemenswaardige politieke macht. Hun argumenten kunnen perfect weerlegd worden en historici doen dat.’
Geen Armeense genocide?

Anders gezegd, en ik wik mijn woorden: Siegfried Verbeke moet beschouwd worden als een slachtoffer van vervolging omwille van zijn overtuiging, iets waar Amnesty International misschien eens een briefactie voor kan organiseren.
Er bestaat nog zoiets als het recht op het verkondigen van buitenissige ideeën en wilde complottheorieën, zowel in politiek als in wetenschappelijk opzicht. Meer nog: dat is het peper en zout van de vrije meningscultuur. Als men wil ‘bewijzen’ dat de aarde plat is, dat Hitler nooit bestaan heeft, of dat de Amerikaanse maanlanding in 1969 in de Arizonawoestijn werd geënsceneerd, moet dat kunnen. Een aanval op de evolutieleer? Ik wil het niet in het leerplan van ons gemeenschapsonderwijs, maar als iemand zich geroepen voelt om Darwin tot fantast uit te roepen: ga uw gang.
Een opstap naar de censuurmaatschappij
Belediging van de Holocaustslachtoffers? Luister, als men er echt van overtuigd is dat er geen gaskamers waren, zijn er ook geen slachtoffers. Dat klinkt cynisch maar het is gewone logica. En volstaan de getuigenissen van die overlevenden dan niet? Heeft men zo weinig vertrouwen in de waarheid dat elke tegenspraak moet verboden worden?
Uiteindelijk deugt het begrip ‘opiniedelict’ van geen kanten, dat is gewoon een opstap naar de censuurmaatschappij. Zoals ook het verbod op zogenaamd fake news in een open samenleving niet te verantwoorden is. Laster en pesterijen, het lukraak schenden van iemands integriteit, daar kunnen we paal en perk aan stellen. Maar een theorie of een wereldbeeld aanhangen? Ik volg Etienne Vermeersch zaliger dat meningen nooit strafbaar kunnen zijn, ook indien een meerderheid ze fout vindt, of indien ze als ‘ranzig’ worden gekwalificeerd.
Opiniewetten zijn veelal ook opportunistische regime-dictaten. In Turkije is het verboden om over een volkerenmoord op de Armeniërs te spreken. Alle historici zijn het er over eens dat ze heeft plaats gevonden, maar premier Erdogan acht zo’n opinie staatsgevaarlijk. Om deze potentaat en zijn Turkse fans in België niet voor het hoofd te stoten, werd de Armeense genocide overigens niét opgenomen in de verbrede negationismewet van 2019, de Rwandese genocide en de oorlogsmisdaden in ex-Joegoslavië (Srebrenica) dan weer wel.
Majesteitsschennis
Het jagen op marginale complotdenkers als Siegfried Verbeke heeft iets pathetisch en lachwekkends. Het bewijst vooral dat die wet grotesk is, juridisch maatwerk om een bepaalde drukkingsgroep te bedienen. Anderzijds blijft de wet een middel van het politiek establishment om tegenstanders op te jagen. Een pestwet dus. We denken aan het idee van een onderzoeksrechter (!) in juni 2019 om Dries Van Langenhove, onafhankelijk verkozene voor het VB en beschuldigd van inbreuken op de negationismewet, naar het Mechelse Holocaustmuseum te sturen om tot inkeer te komen.
Dat brengt ons weer bij de politieke correctheid in zijn meest dubieuze vorm: het inperken van de vrijheid van mening om de olifant in de kamer te camoufleren. Want terwijl Siegfried Verbeke eenzaam zijn Grote Gelijk bewijst – en daarvoor de rekening krijgt – wordt er in de moskeeën wekelijks gefulmineerd tegen de westerse samenleving en haar ongelovigen. Een onbeheersbaar fenomeen, en die hebben wél advocaten om de vrije meningsuiting in te roepen. De antisemitische folklore is een makkelijk doelwit in de rechtstaat, terwijl de sharia-ideologie ongehinderd oprukt. En zelfs door links wordt gepromoot als aspect van de diverse samenleving.
Gelukkig is er nog carnaval
De negationismewet functioneert met andere woorden ook als alibi en mistgordijn in een systeem dat er niet in slaagt de reële bedreigingen van de democratie onder controle te houden. En passant kunnen allerlei lieden in het vizier komen die zich opiniegewijs buiten de mainstream plaatsen. Uitkijken dus, sommige onderzoeksrechters zijn creatief.
Wist u trouwens dat de wet op majesteitsschennis, daterend uit 1847, in België nog steeds van kracht is? In 2007 werd een man uit Lommel nog in beroep veroordeeld tot één jaar cel en 5500 euro boete wegens het beledigen van Albert II. In de praktijk wordt deze wet nog maar zelden toegepast, maar dat is het net: u zult maar een postzegel met Filip omgekeerd plakken, op het moment dat uw standpunten bepaalde lieden beginnen te irriteren. Vele wetten zijn nuttig, andere overbodig, en sommige funest voor de democratie. Gelukkig is er nog carnaval.