JavaScript is required for this website to work.
post

De Noordzee over en weer: de Lage Landen en Engeland

Rijke tentoonstelling toont historische band tussen Engeland en Lage Landen

Harry De Paepe26/3/2022Leestijd 4 minuten

foto ©

Tot en met 18 april kunt u in Oxford ‘Hebban olla uogala’ en andere literaire schatten uit de Lage Landen bewonderen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Begin maart is het nog koud in Oxford. Het waterzonnetje schenkt echter de gelige stenen van de oude colleges een warme gloed. Ik word bijna omver gefietst door een haastige student. In het centrum van Oxford is de fiets koning, je waant je zowaar even in Nederland. Maar die gedachte heeft wellicht meer te maken met het doel van mijn bezoek. In de befaamde Bodleian Library vindt de tentoonstelling North Sea Crossings plaats. Het is een expositie die zich focust op de nauwe contacten tussen de Lage Landen en het Engelse koninkrijk tussen de elfde en de zeventiende eeuw.

Brexit zet aan het denken

De Bodleian Library is zelf een product van die band tussen de twee kanten van het Kanaal. Het oudste gedeelte van de bibliotheek, Duke Humfrey’s Library, is vernoemd naar de hertog van Gloucester. Deze maakte aanspraak op de titel van graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen na zijn huwelijk met de gravin van deze gewesten in 1423.

Thomas Bodley, naar wie de Bodleian werd vernoemd, was dan weer de ambassadeur van Engeland in de Nederlanden onder Elizabeth I. Hij gaf de bibliotheek in Oxford een tweede leven, gebaseerd op de collectie van Hertog Humfrey. Veel van de middeleeuwse collectie uit de Lage Landen die de Bodleian huisvest werd in de zeventiende eeuw geschonken door de geestelijke Thomas Marshall. Marshall deed onder meer dienst als kapelaan voor de Engelse kooplieden in de Nederlandse Republiek.

De tentoonstelling zelf is een rechtstreeks gevolg van de brexit. De discussies die ontsponnen over migratie vanuit de Europese Unie naar het Verenigd Koninkrijk zetten onder meer de Nederlandse historici Ad Putter en Sjoerd Levelt aan het denken. De eerste is professor Medieval English aan de universiteit van Bristol en de laatste is onderzoeker, gespecialiseerd in Engelse en Nederlandse literatuur, aan hetzelfde instituut. De tentoonstelling opent met de boodschap dat er om en bij een miljoen mensen uit België en Nederland in het moderne Verenigd Koninkrijk leven. Dat is ongeveer evenveel als het aantal Britten dat in die landen leeft.

De affiche van de tentoonstelling ‘North Sea Crossings’

Belangrijke ijkpunten

De Noordzee doet al eeuwen dienst als de snelweg tussen de beide regio’s en het verhaal van North Sea Crossings begint — hoe kan dat ook anders — in 1066. Ja, je kan op zich ook vroeger beginnen. Denk maar aan de contacten tussen de eerste graven van Vlaanderen en het koninkrijk van Wessex, maar 1066 vormt een van de belangrijkste ijkpunten in de Engelse en Britse geschiedenis.

Met de komst van de Normandiërs komt er een Vlaamse op de troon, Mathilde. Het eindpunt van de expositie is een ander ijkpunt, het jaar 1688 wanneer Willem III van Oranje op dezelfde troon belandt. Mathilde en Willem zijn allebei de wederhelft van de vorst, Mathilde van Willem de Veroveraar en Willem III van Queen Mary II uit het huis Stuart.

Veel Vlaamse verwijzingen

Ik wil niet al te chauvinistisch klinken, maar wat je te zien krijgt is bijzonder Vlaams. Het is duidelijk dat tot aan de late zestiende eeuw het graafschap Vlaanderen, en bij uitbreiding de hele Zuidelijke Nederlanden, de relaties met het Engeland domineerden. Pas na de Tachtigjarige Oorlog verschuift de focus meer naar het noorden. Een getuige van die dominantie is onder meer de ‘Ship List’ van Willem van Normandië waarin de afspraken met de adel voor het leveren van schepen voor de verovering van Engeland worden vastgelegd. In de laatste kolom zie je hoe Mathilde een deel van de vloot financierde.

De bezoeker komt ook oog in oog te staan met het manuscript uit Rochester, een van de hoogtepunten uit de tentoonstelling. Na wat zoeken zie je op de gevlekte bladzijde uit de late elfde eeuw dertien van de meest legendarische woorden uit de Nederlandse taal blinken: ‘Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hic anda thu uuat unbindan uue nu‘ [‘Alle vogels zijn hun nesten al aan het bouwen, behalve ik en jij — waar wachten we nog op?’]. Het is een ‘probatio pennae’, een test van de pen door een monnik, een toeval uit het verleden dat de migratie van Lagelanders naar Engeland mooi illustreert.

De kist van Kortrijk

Een ander hoogtepunt is geen manuscript, maar een houten kist die bij ons bekend is als ‘de kist van Oxford’ en daar bekend staat als ‘de kist van Kortrijk’. De versieringen op de kist verbeelden de Guldensporenslag uit 1302 en bevat vele precieze heraldische details. De catalogus bij de tentoonstelling leert me dat er een Middelengels gedicht bestaat over de slag: The Flemish Insurrection, geschreven kort na de veldslag.

Prachtige producties

En dat doen de tentoonstelling en het bijhorende boek maar net: het leert de bezoeker veel bij en confrontatie met de talloze manuscripten uit ‘ons’ en ‘hun’ verleden wekt de verwondering op. Je mond kan alleen maar openvallen wanneer je de prachtige getijdenboeken en knap gefabriceerde landkaarten bestudeert.

Dat is wat zulke dingen doen. Je kan er niet gewoon naar kijken, nee, je begint die dingen spontaan te bestuderen en het frustreert je zelfs enigszins dat je er niet in slaagt om alle details in je op te nemen. Ik denk hierbij aan het prachtige panorama van Londen dat de Amsterdammer Claes Jansz Visscher in 1616 produceerde. Je wil erin kruipen en die stad beleven, hoewel ik me realiseer dat de geur en de afgehakte hoofden op de London Bridge me bijzonder zouden verontrusten.

De Engelse bastaard

Het laatste deel van de tentoonstelling focust op Reinaert de Vos en leert ons hoe deze Middelnederlandse fabel populair werd doorheen heel Europa en dus ook in Engeland. William Caxton, Engelands eerste drukker die zijn stiel leerde in de Lage Landen, drukte de eerste Engelse vertaling in 1481 en maakte van de vos een bekendheid op de Britse Eilanden.

Interessant is dat Reinaert voor het eerst opdook in het 12de-eeuwse ‘Ysengrinus’ — een fabel waarbij de vos Reinaert de kwelduivel is van de wolf Ysengrinus —, geschreven in Gent. De tekst toont ook hoe Vlamingen neerkeken op Engelsen. Het varken in die fabel heet Baltero en wordt beschreven als ‘een Engelse bastaard’ en de tekst verraadt culturele spanningen tussen de twee volkeren.

Met dikke catalogus

De tentoonstelling is echter een gevolg van de moderne variant van die spanningen, de vermelde brexit. De expositie levert een mooi overzicht op en het maakt een trip naar Oxford meer dan de moeite waard. Dat had een van de eerste internationale studenten in de stad, Emo van Huizinge uit Groningen, aan het einde van de twaalfde eeuw nooit kunnen vermoeden. U moet zich echter haasten, in Oxford loopt North Sea Crossings op zijn einde op 18 april. Echter, niet getreurd. Er is een prachtige Nederlandstalige versie van de dikke catalogus: De Noordzee over en weer. Het literaire erfgoed van Nederlands — Engelse betrekkingen 1066-1688. Die kunt u hier bestellen.

Het boek De twee kanten van het Kanaal. Een geschiedenis van Engeland en de Nederlanden. van Harry De Paepe is nog altijd verkrijgbaar.

Harry De Paepe (1981) is auteur en leraar. Hij heeft een grote passie voor geschiedenis en Engeland.

Commentaren en reacties