JavaScript is required for this website to work.
post

De ontsnappingsroute van Marc Coucke

Socrates et cetera 40

Guido Lauwaert21/1/2020Leestijd 3 minuten

foto © Reporters

Marc Coucke heeft met de nieuwste machtswissel zijn vlucht naar veiliger oorden voorbereid.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Voormalig journalist Wouter Vandenhaute wilde de jeugdclub Anderlecht van bierkoning Vanden Stock kopen. Kwakzalver Marc Coucke bood echter een paar centen meer. Marc Coucke is een nazaat van Dr. Doxey die een wondermiddel verkoopt in het zesde album van Lucky Luke, daterend van 1955.

De nepheld uit een strip

Het elixir werkt tegen alles en voor iedereen. In werkelijkheid is het product, dat lijkt op Coca Cola extra light, een gevaar voor de volksgezondheid. Hetzelfde is het geval met Marc Coucke. Ooit heeft hij zijn hele voorraad pillen voor een flink pak kluiten verkocht. Met de opbrengst speelt hij nu de grand seigneur, een soort Lambik, om precies te zijn de nepheld uit de strip De Speelgoedzaaier.

Wat aalmoezen geeft Coucke aan goede doelen, om de schijn van mecenas op te houden, maar het grote kapitaal probeert hij nog groter te maken door zich in sportmiddens te begeven. Te beginnen met de sjotters van Oostende. Toen het ingebrachte kapitaal zich niet vermenigvuldigde als de broden en vissen van Jezus, kocht hij Anderlecht. Hij dacht met die zet een goudmijn te hebben verworven.

Helaas was het een onderaardse luchtbel. Zoon Vanden Stock wist dat, maar wijs als hij was (en is) hield hij zijn mond. Die twee mislukte aankopen tonen aan dat Marc Coucke geen zakenman is maar een gokker. En hij lijkt sterk op een huisdier van het blaffende soort. U kent hem ongetwijfeld. Inderdaad, een hond. Welnu, alleen een hond kwispelt, zelfs als hem vergif wordt voorgeschoteld.

Een sjot onder de kont

Heel wat intelligente mensen, zoals Socrates etc. en zijn collega Kaaiman van De Tijd, hebben meermaals gezegd dat hij een speculant is, maar koppig hield hij vast aan zijn visie, tot hij moest inzien dat die kerels gelijk hadden. Hij gaf het niet openlijk toe, maar het was wel te merken aan de massamoord van vorige week. Alle adviseurs met enige naam, de crème de la crème  van de sportwereld naar eigen zeggen, heeft hij een sjot onder de kont gegeven en ze vervangen door een andere crème de la crème, waaronder Wouter Vandenhaute, een man die het fietswiel van Eddy Merckx kent, maar niet dat van Marcel Duchamp.

Coucke heeft voormalig Unizo-topman Karel Van Eetvelt weten te overhalen om het roer van het zinkend schip over te nemen. Een zoveelste blunder, want bij Febelfin slaakten ze een diepe zucht. Op een makkelijke manier waren ze verlost van ijdeltuit par excellence  Van Eetvelt. Heeft Michel Vermaerke Febelfin een stijlvol cachet bezorgd, Van Eetvelt heeft het cachet op zulkdanige manier verwrongen dat het moeilijker zijn oude positie herneemt dan de wanden van Rubiks kubus hun oorspronkelijke kleur te bezorgen.

Met het binnenhalen van Karelje Heetveld en Wouter de Kabouter heeft Marc Koekje aangetoond dat hij meer van gokkers houdt dan van sjotters. Hij hoopt dat de twee rakkers zijn kapitaal weer kunnen aandikken. Het heeft wat geduurd, maar uiteindelijk heeft Koekje moeten toegeven dat zelfs de domste der dommen beseft dat een kapitalist de vorm heeft van een ton, maar dat de boel in duigen valt zonder stevige hoepels.

Een wit konijn uit zijn hoge hoed

Stevig dat wel, maar of ze de juiste zijn valt te betwijfelen. Hij is er niet zeker van. Het aantrekken van twee extra adviseurs wijst daarop: wielerbaas Patrick Lefevere en Brussels burgemeester Philippe Close. Dat de burgemeester een erepost krijgt heeft niets met voetbal te maken. Eerder met op een of andere wijze financieel voordeel te halen. Als het kaartenhuis RSC Anderlecht helemaal in elkaar stort, dan is de nabijheid van de burgemeester een voordeel. Hij kan een wit konijn uit zijn hoge hoed tevoorschijn halen dat Koekje behoedt voor de financiële ondergang.

Dat staat hoe dan ook te gebeuren. En dat weet Koekje maar al te goed. Gokkers winnen zelden, maar verliezen vaak. Daarom dat Koekje zijn bestuursraad heeft gewijzigd. Om voorbereid te zijn op de Apocalyps. Door de oude ploeg het gat van de deur te tonen en de nieuwe over de rode loper binnen te halen. Ten bate van een sportief beter resultaat? Een dwaas die dat gelooft. Bekijken we even de nieuwe ploeg nader en wat zien we dan? Een politicus: Philippe Close; een economist; Karel Van Eetvelt; een bedrijfsleider: Wouter Vandenhaute; en een sportman: Patrick Lefevere. Het is de ploeg die Koekje ongeschonden moet laten ontsnappen. Zodat er geen gevaar is dat hij wegens wanbeleid door de fans van RSC Anderlecht wordt gemarteld en vervolgens opgehangen.

Voor wat hoort wat

Voor de ontsnapping zal Patrick Lefevere Koekje een fiets bezorgen, een truitje van Club Brugge, een drinkbus en een volgwagen met alles erop en eraan. Philippe Close zal de route van Brussel naar Zaventem een nacht lang autovrij maken. Wouter Vandenhautte zal de route bepalen en Karel Van Eetvelt zal het restant van Koekjes kapitaal via e-ways – enkel bij beursmensen bekend – bij een bank met een onuitspreekbare naam op dat luxeoord parkeren. En dat alles voor een flinke vergoeding. Voor wat hoort wat en Koekje beseft, zoals iedereen weet hoe de bal rolt, dat hij geen vrienden heeft die gratis een stap voor hem verzetten, tenzij achteruit.

Het fortuin van Koekje zal weliswaar flink geslonken zijn, maar nog groot genoeg om lid te worden van een tafeltennisclub. Waar gespeeld wordt met ballen niet groter en zwaarder dan Koekjes brein. De kans bestaat dat hij een match wint. Socrates etc. raadt echter aan geen gokje te wagen. Eerder wint een boerenpaard met in het zadel een dorpsgek Waregem Koerse, dan Koekje een pingpongmatch voor debutanten.

Guido Lauwaert (1945) is organisator, regisseur, acteur, auteur, columnist, recensent voor o.a. Het Laatste Nieuws, NRC Handelsblad, Het Parool, VPRO-radio, Knack en Doorbraak. Hij richtte de Poëziewinkel op (later Poëziecentrum) en heeft een grote liefde voor Willem Elsschot en Paul van Ostaijen.

Commentaren en reacties