JavaScript is required for this website to work.
post

De oorlog meegemaakt, de échte

Luc Pauwels2/5/2022Leestijd 5 minuten

foto ©

Een aangrijpende presentatie van meer dan 40 auteurs die zelf in de loopgraven van de eerste Wereldoorlog hebben gevochten.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Oorlog, soldaat-schrijvers aan het westelijk front 1914-1918 is een magistrale presentatie door Ad van der Logt van tientallen auteurs die tijdens de Eerste Wereldoorlog in de frontlinie hebben gevochten. Koele getuigenissen en emotionele verwerkingen, maar steeds puttend uit eigen ervaring. Luc Pauwels sprak met de auteur.

Vrouwen en gesneuvelden

Hoe ging de prestigieuze Prix Goncourt destijds om met de selectie van auteurs en de bekroning van werken in en over de Eerste Wereldoorlog?

Ad van der Logt: ‘Op 31 oktober 1914 kwamen ‘Les 10 Académiens’ in het Parijse restaurant Drouant op de Place Gaillon bij elkaar. De mobilisatie van het Franse leger begin augustus 1914 en de daaropvolgende ontbranding van de strijd dwong hen de verkiezing van de prijswinnaar naar een latere datum uit te stellen. Tevens besloten ze dat alleen oorlogsromans voor de duur van de oorlog in aanmerking kwamen voor de Prix Goncourt en dat de auteurs als militair, brancardier of chirurg zelf aan of direct achter het front actief moesten zijn.’

‘Vrouwen, ook al waren ze verpleegster in een ‘Casualty Clearing Station’, en in het jaar van de prijsuitreiking gesneuvelde soldaten kwamen niet in aanmerking. De tien leden van de Académie Goncourt bepaalden bij stemming wie de prijs dat jaar had gewonnen. Bij navraag bij de Académie werd mij verteld dat deze eis niet zo stringent was geformuleerd als de literaire recensenten die in hun kranten hadden geformuleerd, maar uit de keuze voor de prijswinnaars blijkt dat deze tien academieleden dit criterium wel steeds hebben gehandhaafd.’

Vaderlandsliefde

Hoe evolueerde de jonge pacifist Adrien Bertrand met zijn bekroond werk L’Appel du sol van overtuigd pacifist tot laaiend enthousiast officier?

‘Ik vraag me af of je van een bewuste ontwikkeling kunt spreken. Adrien Bertrand was eigenlijk een twijfelaar en een zoeker, een geest die in niets absoluuts geloofde. Tijdens zijn diensttijd van 1909-1911 bij de dragonders in Libourne was Bertrand tot de conclusie gekomen dat een leven als militair niet bepaald zijn ding was. De gesprekken met zijn leermeester Anatole France leerden hem dat het begrip ‘vaderlandsliefde’ bovendien zeer betrekkelijk was. Want, zo hield France hem voor, veronderstelt een militaire overwinning nu juist geen genie bij de overwinnaar, omdat één van de twee tegenstanders immers winnen moet. En toch streed Bertrand tot zijn eigen verwondering met volkomen overtuiging en totale overgave.’

‘Oud-frontsoldaat Roland Dorgelès en auteur van Croix de bois beschreef Bertrands plotselinge omslag: “Hij leverde voor de oorlog verschillende bijdragen aan kranten en tijdschriften. Als antimilitarist vertrok hij zonder na te denken naar het front. Daar gedroeg hij zich als een held. Op een dag kwam hij een eenheid Duitsers tegen, doodde er zes, waaronder een kapitein, en bracht diens helm en sabel als trofeeën mee terug. In de laatste dagen van oktober 1914 raakte hij bij Henamesnil in Lotharingen door een granaatscherf in de borst gewond, waaraan hij in 1917 zou overlijden”.’

De Somme

Wat was de strijd in de Paardenhoefbossen (zomer 1916) en hoe werd die door deelnemers beschreven?

‘Op 1 juli 1916 startten de Britten en de Fransen met hun offensief aan het Sommefront. In mijn boek beschrijf ik de gevechten tussen Fricourt en Mametz waar beroemd geworden soldaat-schrijvers als Siegfried Sassoon, Robert Graves en Frank Richards bij verschillende bataljons van het Royal Welch Fusiliers Regiment streden. Maar ook andere regimenten telden veel militairen met literaire aspiraties (o.a. Frederic Manning, Alan Alexander Milne en Ewart Alan Mackintosh). In dit landelijke gebied lagen een vijftal bossen in de vorm van een hoefijzer, door de Britten omschreven als ‘the Horsheshoe of Woods’.’

‘De strijd was verschrikkelijk, alleen al op de eerste dag bedroegen de Britse verliezen 60.000 man. In de romans moet vooral de legerleiding het ontgelden: zij bevond zich ver achter het front en wist niet in wat voor omstandigheden de soldaten moesten vechten. Na de slachtingen in 1914 en 1915 werden nieuwe dienstplichtigen opgeroepen en na een korte training voor de leeuwen geworpen, waarbij ze schouder aan schouder het vijandelijke mitrailleurvuur tegemoet liepen. De verschrikkelijke bombardementen zorgden ervoor dat veel soldaten levend werden begraven of in delen in de kruinen van de bomen terechtkwamen.’

Jünger

In uw hoofdstuk ’De zes van hoeve Klein Zwaanhof (31 juli 1917) springt de naam van Ernst Jünger (1895-1998) naar voor. Maar dat is misschien niet meer het geval bij jongere lezers…

‘Hetzelfde kan je waarschijnlijk zeggen over David Jones en Liam O’Flaherty en in mindere mate over Ellis Humphrey Evans (Hedd Wyn) en Francis Ledwidge, hoewel voor beide laatsten kleine monumentjes bij Boezinge opgericht zijn. Dit hoofdstuk is het gevolg van een bezoek aan het instappunt noord in de hoeve Klein Zwaanhof. Daar geeft een paneel informatie over soldaat-schrijvers die zich daar eind juli 1917 voorbereidden op de Derde Slag van Ieper. Het leek het me interessant deze zes auteurs aan een breder publiek te presenteren. Om de leesvaardigheid te bevorderen heb ik bij elk van hen hun biografische gegevens, militaire carrière, de geschiedenis van hun bataljon en de militair historische context beschreven. Samen geven deze onderdelen mijns inziens voldoende informatie.’

Bewust beperkt

Over Filip de Pillecijn,  bekend letterkundige én een van de leiders van de geheime Frontbeweging aan de IJzer, hadden we graag iets meer vernomen.

‘Om een publicatie van Oorlog. Soldaat-schrijvers aan het westelijk front 1914-1918 mogelijk te maken, moest ik rekening houden met het overeen gekomen format. Als je alle soldaat-schrijvers of ‘war poets’ wilt beschrijven, neemt zo’n boek de vorm aan van een encyclopedie. Alleen al in de Ieperboog waren ongeveer 55 soldaat-schrijvers actief.’

‘Het feit dat je je moet beperken doet zich vaker voor. In mei verschijnt in De Grote Oorlog. Kroniek 1914-1918 nummer 44 mijn artikel ‘In het spoor van schrijver-arts Max Deauville’. In eerste instantie wilde ik ook andere soldaat-schrijvers die aan de Yzer gestreden hadden opnemen. Een korte inventarisatie leerde dat ik dan nog minstens acht andere namen moest noemen en dan heb ik het alleen over Vlaamse auteurs als Frans De Backer, Philip de Pillecyn en Jozef Simons. Een artikel over hen is in voorbereiding.’

Oorlogsmoe

Buiten Jünger waren de meest succesvolle oorlogsauteurs van 1914-1918 waarschijnlijk Robert Cedric Sherriff (1896-1975) en Erich Maria Remarque (1898-1970)?

‘In de eerste jaren na de Eerste Wereldoorlog nam de belangstelling voor oorlogsromans af. Het publiek was oorlogsmoe: na de heroïsche en patriottische berichtgeving in de gecensureerde kranten tijdens de oorlog en de publicaties van de memoires van de bevelhebbers erna, hadden lezers geen behoefte meer aan nog meer propagandistische verhalen. Auteurs van romans, toneelstukken en gedichten richtten zich aan het eind van de jaren twintig en begin jaren dertig meer op de individuele en niet op een collectieve ervaring, waarbij tevens het persoonlijk lijden van een hoofdpersoon voor elke lezer het lot van de onbekende soldaat verpersoonlijkte.’

Journey’s End

‘Een jaar na de wereldpremière van Journey’s End van Robert Sherriff in 1928 werd het stuk in 26 landen gespeeld, terwijl het in Engeland een recordaantal van 593 voorstellingen haalde. In 2017 en 2018 voerde het Londense Mesh Theatre in het Ieperse Kruitmagazijn Sherriffs stuk op. Dat was ook de aanleiding om het laatste hoofdstuk aan dit toneelstuk te wijden. In januari 1929 verscheen in Duitsland Im Westen nichts Neues van Erich Maria Remarque, evenals Sherriff een oorlogsveteraan. Na achttien maanden was deze oorlogsroman in 25 talen vertaald en waren meer dan 2,5 miljoen exemplaren verkocht. De publicatie van deze twee werken maakte de weg vrij voor een hernieuwde stroom oorlogsromans of -memoires, die de Engelstalige landen de ‘War Books Boom’ noemen. Remarques roman heb ik uitgebreid besproken in mijn artikel ‘De Duitse frontsoldaat in ere hersteld’, opgenomen in Veenbrand. De Grote Oorlog en de vrede die uitbleef (2020).’

Oorlog, soldaat-schrijvers aan het westelijk front 1914-1918 door Ad van der Logt is hier te koop.

Luc Pauwels (1940) is historicus, gewezen bedrijfsleider en stichtte het tijdschrift 'TeKoS'.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

‘Sick’ is een relevante en hilarische roman waarin Bavo Dhooge alle humoristische registers opentrekt, zonder daarbij ook maar een moment de vinger van de pols van de maatschappij te halen.