JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

De pakketjes-samenleving

Met nog een ambtenaar erbij komt alles in orde

Jeroen Follens11/6/2016Leestijd 3 minuten

Blijkbaar vindt men repressie enkel nuttig voor mensen die met rede begiftigd zijn.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Een ‘pakket jeugdhulp’, opgedeeld in modules ‘op maat’; een ‘pakket interculturele competenties’ dat wordt aangeboden aan mensen die op een cultuursensitieve manier aan hulpverlening willen doen; of een ‘pakketje psychologische bijstand’, in tien beurten en aangeboden door een multidisciplinair team deskundigen. En dit allemaal aangeboden in achttien modules, verspreid over drie maanden, kwestie van het hulpaanbod zo kortdurend mogelijk te maken zonder de naadloosheid van de hulpverlening uit het oog te verliezen.

Voorgaande voorbeelden zijn slechts een greep uit de vele pakketjes die de overheid in ‘modules’ aan ‘gebruikers’ aanbiedt. Een quick fix voor elk probleem. Het heeft veel weg van een ordinaire reclamespot, wat niet mag verbazen want de markt heeft ook de hulpverlening al enkele jaren ontdekt.

Winkelen in het warenhuis van de ideeën – westerse samenlevingen zijn min of meer shopping-centra – is een zodanig alledaagse gewoonte dat bijna niemand het nog opmerkt. Als zich een probleem voordoet, is de logische reflex om een of meerdere pakketjes uit de rekken te nemen. Alleen, mensen zijn geen voorwerpen. Hun drijfveren zijn een complex amalgaam van biologische factoren, gecombineerd met culturele (dus aangeleerde) en omgevingselementen. Het is niet zoals bij een kapot televisietoestel waarvoor men een technicus aanspreekt die dan enkele draadjes uit zijn werkkoffer haalt en die op de juiste modules aansluit.

Spoedcursus deradicalisering

Dat het marktdenken, overgoten met een sausje ‘verkleutering’, diep ingebakken zit in het westers denkpatroon bewijst onze omgang met de radicaliseringsproblematiek. Overheden, media, onderwijs en zowat alle andere sectoren, schieten onmiddellijk in pakketjes-modus zodra er zich weer een ‘daad van radicalisering’ voordoet. ‘Geradicaliseerde jongeren’, zoals dat heet, zijn blijkbaar kapotte televisietoestellen die met een paar verse onderdelen gerepareerd kunnen worden. Als antwoord op de gevallen van radicalisering valt men telkens terug op enkele automatismen waarvan de futiliteit nochtans al lang bewezen is. De klassieke kreet was ‘gebrek aan kansen’, maar enkele jaren terug vond men aanvullend een nieuw soort ambtenaar uit. Elke zichzelf respecterende stad beschikt tegenwoordig over een deradicaliseringsambtenaar. Naast de duurzaamheids- en de diversiteitsambtenaar, leert de geboorte van deze nieuwe ambtenaar dat men eenvoudig niet weet om te gaan met diepliggende oorzaken. In scholen, gemeentebesturen en asielcentra ziet men een stijgende vraag naar cursussen – om het kortdurend te houden geeft men de voorkeur aan spoedcursussen (zie bijvoorbeeld De Standaard van 20/01/2016) – die het de cursist/gebruiker mogelijk moeten maken om tekenen van radicalisering vroegtijdig te kunnen bespeuren. Hoe dat in de praktijk precies in zijn werk gaat mag Joost weten. Is meedoen aan de ramadan een teken van radicalisering? Is gescheiden willen zwemmen een teken van radicalisering? Is een hoofddoek dragen een teken van radicalisering? Is Arabisch, Berbers of Turks praten op de speelplaats een teken van radicalisering? Of behoort dit alles tot de culturele eigenheid van deze minderheidsgroepen? Het moet niet simpel zijn om bij deze gang van zaken policor te blijven.

En als deze culturele uitingen geen signalen zijn die op probleem kunnen wijzen, wat zijn ze dan wel? Tenzij de ‘verdachte’ met een vlag van ISIS zwaait of een T-shirt draagt met daarop Osama Bin Laden, is het aartsmoeilijk om een geradicaliseerde van een niet-geradicaliseerde moslim te onderscheiden. De heren die met het vliegtuig in de Twin Towers vlogen, vertoonden volgens heel wat getuigen geen tekenen van radicalisering…

Repressie werkt wel/niet (schrappen wat niet past)

Denken dat men met pakketjes en modules – producten van postmoderne denkbeelden – een ernstig probleem als radicalisering kan oplossen, is waanzin. Beleidsdaden die van ruggengraat getuigen zouden heel wat meer soelaas kunnen bieden. Om te beginnen kan men misschien eens afstappen van het onware adagium dat repressie toch niet helpt. Als dat zo zou zijn, waarom zijn er dan boetes voor wie zich niet aan de verkeersregels houdt? Of voor wie zijn belastingen niet op tijd betaalt? Men treedt zelfs repressief op tegen mensen die ideeën koesteren die niet stroken met de pensée unique, en die zich bijvoorbeeld vragen stellen bij massa-immigratie, criminaliteit en de ontwrichting van gemeenschappen. Een orgaan zoals UNIA beschikt over de mogelijkheid om ‘kwalijke denkbeelden’ strafbaar te stellen – ‘islamofobie’ is het bekendste voorbeeld. Blijkbaar vindt men in die gevallen repressie wél nuttig.

En toch, om een of andere obscure reden gaat die redenering niet op voor ‘radicaliserende jongeren’. Daar werkt repressie blijkbaar niet, en moeten er pakketjes en modules komen. Zou dat zijn omdat, in tegenstelling tot te snel rijden of uw belastingbrief te laat indienen, een mogelijke terroristische aanslag slechts een akkefietje is?

Foto © Reporters

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties