Sedert de eeuwwisseling en de inkorting van de presidentiële ambtstermijn van zeven naar vijf jaar, de invoering in 2000 van het quinquennat dat de parlementaire legislatuur deed samenvallen met die van het staatshoofd, kreeg de verkozen Franse president van de burgers steeds een meerderheid in de Assemblée nationale om het programma waarmee hij naar de kiezers was getrokken in beleid te kunnen omzetten. Dat wilde de logica van het presidentiële systeem zoals Charles de Gaulle dat na 1958 invoerde en…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Sedert de eeuwwisseling en de inkorting van de presidentiële ambtstermijn van zeven naar vijf jaar, de invoering in 2000 van het quinquennat dat de parlementaire legislatuur deed samenvallen met die van het staatshoofd, kreeg de verkozen Franse president van de burgers steeds een meerderheid in de Assemblée nationale om het programma waarmee hij naar de kiezers was getrokken in beleid te kunnen omzetten. Dat wilde de logica van het presidentiële systeem zoals Charles de Gaulle dat na 1958 invoerde en dat een einde moest maken aan de politieke chaos die de Vierde Republiek kenmerkte. (22 verschillende regeringen tussen 1947 en 1958!).
‘Italiaanse toestanden’
Die logica gold voor Jacques Chirac in 2002, voor Nicolas Sarkozy in 2007, voor François Hollande in 2012 en voor Emmanuel Macron in 2017. De verkiezingsuitslag van vorige zondag breekt voor de eerste keer met die traditie en confronteert Frankrijk met ‘Italiaanse toestanden’. Enrico Letta, van de Italiaanse Partito Democratico, wil de Fransen, die de cultuur van coalitieregeringen verleerd hebben, alvast advies geven om een uitweg uit de impasse te vinden. Ik weet niet of hij het ironisch bedoelde.
Men kan aanvoeren dat er al voorbeelden waren van zo’n coalitieregering, de drie keer dat er zich in Frankrijk een cohabitation heeft voorgedaan (in 1986, 1993 en 1997), toen de president moest regeren met een hem vijandige regering. Maar toen ging het nog steeds om een homogene regering: die van Jacques Chirac in 1986 en die van Edouard Balladur in 1993 onder François Mitterrand en die van Lionel Jospin in 1997 onder Jacques Chirac. Vandaag is het mathematisch onmogelijk om zo’n homogene regering op poten te zetten. Frankrijk heeft gestemd volgens het meerderheidsstelsel, maar het lijkt erop alsof de samenstelling van het parlement de weerspiegeling is van een stembusslag volgens een proportioneel kiestelsel.
Science fiction
Met als gevolg een enorme paradox, zoals Guillaume Tabard dinsdag terecht schreef in zijn editoriaal voor Le Figaro. Emmanuel Macron is de grote verliezer van deze verkiezingen, maar de winnaars zijn te verdeeld onder elkaar opdat een van hen het initiatief kan claimen. Macron verliest, maar zonder zijn partij kan er ook geen meerderheid gevormd worden. De winnaars, de Nupes (Nouvelle union populaire, écologique et sociale) van Jean-Luc Mélenchon en het Rassemblement National van Marine Le Pen, zijn veroordeeld tot de oppositie. Macron moet erin slagen een minderheidsregering in het zadel te krijgen. Een regering van nationale eenheid vormen, zoals sommige van zijn adviseurs hem lijken in te fluisteren, mag science fiction heten.
Dat brengt ons bij een tweede paradox van deze verkiezingen. De centrumrechtse partij Les Républicains behaalde zondag 64 zetels (74 als we de tien onafhankelijke kandidaten die als divers droite gecatalogeerd staan erbij tellen). Ze verliest meer dan de helft van haar verkozenen ten opzichte van de parlementsverkiezingen van 2017, maar beschikte de voorbije tien jaar nooit over zoveel macht en invloed als vandaag. Macron heeft Les Républicains nodig, wil hij niet als een totaal machteloze president vijf jaar lang met de duimen moeten draaien in zijn Elysée. Samen met LR beschikt Ensemble, de opvolger van zijn partij La République en Marche (LREM) wel over een meerderheid. Maar alles wijst erop dat LR de deur deze keer dicht zal houden.
Rechts profiel
Daar zijn verschillende redenen voor. De voorbije jaren is Emmanuel Macron erin geslaagd heel wat vooraanstaande figuren van de centrumrechtse formatie te doen overlopen naar zijn partij, in ruil voor een ministerpost of een andere hoge functie. De vroegere eerste minister Edouard Philippe, de minister van Financiën Bruno Le Maire, de minister van Binnenlandse Zaken Gérald Darmanin en diens voorganger Christophe Castaner, de gewezen minister van Begroting Eric Woerth (een vertrouweling van oud-president Sarkozy), de sterkhouder van Marseille Renaud Muselier, de minister van Solidariteit en Gehandicaptenzaken Damien Abad, allen komen ze uit de stal van Les Républicains. Het lijstje is lang niet exhaustief.
Dat betekent meteen dat zij die gebleven zijn en de partij niet in de steek lieten, die met de moed der wanhoop na de verpletterende nederlaag van LR-boegbeeld Valérie Pécresse bij de presidentsverkiezingen in april, de boer zijn opgegaan om campagne te voeren, vandaag niet geneigd zullen zijn om de gedesavoueerde Macron uit het slop te halen. Integendeel zelfs. Het zijn de kandidaten van LR met een duidelijk rechts profiel, zoals oud-voorzitter Laurent Wauquiez in de regio Rhône-Alpes, die erin geslaagd zijn om hier en daar de meubelen te redden. Christian Jacob, de huidige voorzitter, maakt zich sterk dat geen enkele van zijn verkozenen gevolg zal geven aan een oproep om hem te dedouaneren, mocht Emmanuel Macron morgen een vertrouwensstemming uitlokken in de Assemblée.
‘Ik en de chaos’
Waarom zouden ze ook? Waarom zou LR een president helpen die op geen enkel moment bereid lijkt om de ongecontroleerde immigratiestromen te beteugelen, vraagt Vincent Trémolet de Villiers van Le Figaro zich nog af. De chaos die zich eind mei heeft voorgedaan aan het Stade de France tijdens de finale van de Champions League tussen Liverpool en Real Madrid en de leugens van minister van Binnenlandse Zaken Darmanin die de schuld voor de rellen bij de Engelse supporters probeerde te leggen, terwijl die veroorzaakt werden door ‘jongeren’ uit de banlieue, hebben volgens peilingen een grote rol gespeeld in deze verkiezingen.
Net zoals de benoeming door Macron op het departement onderwijs van Pap Ndiaye, een uitgesproken linkse en woke hoogleraar die op alle punten de tegenpool is van zijn door de publieke opinie gewaardeerde voorganger Jean-Michel Blanquer. In die context ziet men niet goed in met welke argumenten LR aan zijn kiezers eventuele steun aan het staatshoofd kan uitleggen.
De noodkreet ‘ik of de chaos’ van Macron heeft zich tegen hem gekeerd en is ‘ik en de chaos’ geworden. Als LR Macron morgen een wisselmeerderheid bezorgt, dan zal het de partij LR zijn die daar bij de volgende verkiezingen op afgerekend wordt, en niet de president. De parlementsleden van Les Républicains voelen de hete adem van het Rassemblement National in hun nek. In heel wat kiesomschrijvingen hebben de kandidaten van LR ei zo na de duimen moeten leggen voor die van RN. Stellen ze zich de volgende jaren, in ruil voor een bord linzensoep, op als vijfde wiel aan de wagen van Ensemble, dan betekent dat gegarandeerd het definitieve einde voor de centrumrechtse partij. Waarom zou een kiezer dan nog voor haar stemmen en niet meteen zijn stem aan de partij van Le Pen geven?