Vroeg of laat beginnen we er eens aan, in een poging om toch iets van blijvende waarde op deze aardkluit achter te laten: een woord verzinnen dat de Van Dale haalt. Onlangs heeft ook Gwendolyn Rutten (Open-VLD) die stap gezet, en het resultaat was het woord ‘intervidu’, met als bijkomende optie ‘intervidualisme’. Wat ze daaronder verstaat maakt ze duidelijk in De Standaard (waar anders): we zijn indi-viduen maar moeten ook solidair zijn en samenwerken om iets te bereiken. Inter-vidu dus.…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Vroeg of laat beginnen we er eens aan, in een poging om toch iets van blijvende waarde op deze aardkluit achter te laten: een woord verzinnen dat de Van Dale haalt. Onlangs heeft ook Gwendolyn Rutten (Open-VLD) die stap gezet, en het resultaat was het woord ‘intervidu’, met als bijkomende optie ‘intervidualisme’. Wat ze daaronder verstaat maakt ze duidelijk in De Standaard (waar anders): we zijn indi-viduen maar moeten ook solidair zijn en samenwerken om iets te bereiken. Inter-vidu dus.
Eerlijkheidshalve dient gezegd dat ene Henk Oosterling het woord al een paar jaar bezigt, maar Rutten introduceert het in haar politiek discours en geeft het een eigen invulling. Het leverde al parodische variaties op als inter-vidé (het samengaan van het pasteitje en de vulling), wintervidualisme (het zoeken van die ene vrije vierkante meter op de skipiste) en zelfs het ietwat vergezochte inter-voodoo (geheimtaal die politici gebruiken, ofte Wetstraatees).
Maar ik wil het begrip én de uitvindster even het voordeel van de twijfel gunnen, altijd met in het achterhoofd een van de sterkste oneliners die onze westerse cultuur ooit heeft voortgebracht: ‘Entia non sunt praeter necessitatem multiplicanda’, vrij vertaald: verzin geen overbodige termen om u interessant te maken. En daaraan gekoppeld: het is niet omdat het woord bestaat, dat ook het ding bestaat waarnaar het verwijst.
De Heilige Identiteit
Dat scheermes van Ockham, genoemd naar de 14de eeuwse monnik-filosoof, is vandaag wel zeer bot geraakt, gelet op de wildgroei van bijvoorbeeld allerlei mentale defecten waardoor de helft van Vlaanderen met een burn-out zit. Elke dag nieuwe aandoeningen, problemen, complexen, syndromen, die een naam krijgen en vervolgens ook een drager, even later een praatgroep, wat krantenartikels erover, en tenslotte een terugbetaling van het ziekenfonds. Gwendolyns intervidu heeft echter wel het voordeel van iets positiefs te betekenen: ze wil liberalisme met een menselijk gezicht, niet dat van de harde, kille entrepreneur maar een ‘warm’ liberalisme, waarin het individu zich kan ontplooien in harmonie en solidariteit met de samenleving. Of waarom Gwendolyn zich op haar eigen blog openbaart als kattenliefhebster.
Met die narcistische zelfontplooiing gaat ze helemaal mee in de tijdsgeest. We leven namelijk in het tijdperk van de Heilige Identiteit, waar iedereen op zoek gaat naar de achterkant van zijn/haar ziel. Dat is een mooi streven, maar ook hier heeft het scheermes van Ockham gefaald, want elke dag wordt de algebraïsche reeks LGBTQIA+… langer, het menu van seksuele geaardheden waaruit lagere schoolkinderen al kunnen kiezen.
Die regenboogdoctrine heeft een politiek-strategische achtergrond, betoogde ik vroeger al. Mensen die het druk hebben met hun geslacht en met ‘zichzelf te zijn’, zijn nu eenmaal niet lastig voor de politiek en het systeem. Het is vooral ook een remedie tegen het vermaledijde nationalisme, door partij-ideoloog Dirk Verhofstadt herkend als wedergeboorte van het nazisme. Tom Van Grieken zou zich dus beter met zijn – volgens Rutten – kleine geslachtsdeel bezig houden, in plaats van te roeptoeteren over Vlaamse onafhankelijkheid.
De ‘warme samenleving’
Dat brengt ons andermaal bij het delicate onderwerp van de vrije meningsuiting, en hoe die vandaag aan banden wordt gelegd. Het Ik-tijdperk floreert, iedereen naar de psychiater, maar het is de overheid die heel dat diversiteitsverhaal beheert en reguleert onder de noemer ‘verbondenheid’. Wie zich gediscrimineerd voelt, of slachtoffer van ‘haatspraak’, moet zich dus tot die overheid wenden, die juridische stappen onderneemt. Allen samen tegen discriminatie.
Dat systeem is uitgewoekerd tot een ware censuur- en angstmaatschappij waar iedereen op zijn tenen moet lopen. Waardoor bijvoorbeeld luis-in-de-pels Michel Houellebecq een klacht aan zijn been kreeg wegens ‘islamofobie’. Want ook moslim-zijn is een recht en een aspect van diversiteit, jawel, en dat deze religieuze ideologie totalitaire trekjes vertoont en zich zelfs tegen onze rechtstaat keert, moeten we er dan maar bij nemen.
De ‘warme samenleving’ is dus een kritiekloze samenleving, waarbinnen talloze identiteitjes zich tot minderheden en groepen verenigen die het links-progressistisch discours in de verf zetten. Het inter-vidueel construct van Gwendolyn Rutten past perfect in deze pampercultuur. Het eigenlijke individu, ooit vertrekpunt van het liberalisme, is intussen een soort golem, een maakbaar wezen dat naar zijn pietje staart en bescherming zoekt binnen het systeem. Voor iets anders is er dan geen plaats meer. De media dienen in hoofdzaak om deze dubbele doctrine te verkopen: Verbondenheid is de finale vergaarbak waarin alle door het systeem geproduceerde en beschermde ondersoorten samen komen in een groots regenboogspektakel.
De woke-ideologie perfectioneert dat identitair mechanisme tot een echte heksenjacht: censuur en controle blijken onvermijdelijk, zie de houding van UA-rector Van Goethem in de kwestie van de twee docenten waarvan het privé-gesprek openbaar werd gemaakt. Zopas werd in de VS een professor kunstgeschiedenis ontslagen, in het kader van het ‘inclusiviteits- en diversiteitsbeleid’, omdat zij het waagde een afbeelding van Mohammed te tonen. Géén cartoon welteverstaan, maar een historische prent. Moslimstudenten voelden zich ‘gechoqueerd’, en dat is het enige wat telt.
Soevereiniteit
Het uitsluitingsdenken binnen dit systeem treft dus allerlei lieden die toch een soort parler vrai hanteren en dingen benoemen, ook als die voor een persoon of groep ‘kwetsend’ zou zijn.
We zijn niet allemaal Houellebecqs en we hebben ook niet allemaal diens intellectuele uitstraling, maar ik vind in mijn omgeving ‘gewone’ en toch uitzonderlijke mensen die dagelijks ingaan tegen de indoctrinatie en de verwoking. Ze trappen niet in de valstrik van het identitaire narcisme en zien vrijheid als iets dat moet afgedwongen worden, niet als een gunst.
Concreet: mijn seksuele gewoonten en voorkeuren hoeven zich niet te vertalen in een sociale categorie, ik koester ze maar ze blijven een privé zaak. Of iemand een zwarte, witte of gele huidskleur heeft, is op zich niet relevant. Welke boeken iemand leest en zelfs welke god iemand thuis aanbidt, I couldn’t care less zolang ik er geen last van heb.
Evenmin heb ik de behoefte om aan de ‘warme samenleving’ deel te nemen, het gezelligheidscircus dat een variatie is van het Romeinse Brood-en-Spelen. Ik kies mijn vrienden én mijn vijanden, de vrijheid om het oneens te zijn en af te wijken van de mainstream. Noem dat maar soevereiniteit, een gevaarlijk begrip tegenwoordig.
Hoe klinkt dat nu, Gwendolyn, gij profetes van het postmoderne liberalisme, ben ik een inter-vidu, een individualist van de oude stempel, of gewoon een verzuurde, extreemrechtse trol? U begrijpt dat ik het antwoord niet afwacht en ook al ken. De intrigerende gedachte dat noch de partij van Rutten, noch de Belgische operettenatie het scheermes van Ockham zullen overleven, geeft het aloude woord ‘progressief’ een heel nieuwe betekenis.