JavaScript is required for this website to work.
Europa

De politieke science fiction van Barosso

maandag - Europadag

Sander Roelandt13/5/2013Leestijd 3 minuten

De Europese Commissie stelt begin volgend jaar haar ideeën over een EU-verdragswijziging voor. Het federale Europa, dat nu nog politiek onhaalbaar lijkt, zit er aan te komen, beweert voorzitter Barosso. Hoe ziet de toekomst van de EU er dan uit, volgens de Europese Commissie?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

‘Een volwaardig federaal Europa lijkt nu misschien politieke science fiction, maar zal binnenkort werkelijkheid worden voor alle landen van de Europese Unie, binnen of buiten de Eurozone’, dat zei José Manuel Barroso, voorzitter van de Europese Commissie, in een interview met de Britse Telegraph op 7 mei.

Het gebruik van het woord ‘federalisme’ was politiek onverstandig;  het F-woord werkt namelijk traditioneel als een rode lap op een stier in het Verenigd Koninkrijk. De uitspraak toont wel de volharding waarmee de Europese Commissie de Europese instellingen verder wil uitbouwen, zelfs in een tijd waarin het vertrouwen in de EU tanende is.

Barosso kondigde naar aanleiding van Europadag (9 mei) aan dat zijn administratie de concrete ideeën voor een toekomstige verdragswijziging zal voorstellen vóór de Europese verkiezingen van mei 2014. Hij herhaalde dat de crisis duidelijk heeft aangetoond ‘dat we nooit een efficiënte monetaire unie zullen hebben zonder een nauwere economische unie.’ Bovendien wil de Portugese politicus ook een politieke unie; ‘de crisis heeft namelijk aangetoond dat we die kwestie niet meer onder het tapijt kunnen vegen.’ De toekomstige voorstellen zullen verder bouwen op de ‘blauwdruk’ die de Commissie vorig jaar in november voorstelde.

Een blauwdruk voor een hechte economische en monetaire unie

Eigenlijk was het de voorzitter van de Europese Raad, Herman Van Rompuy, die gevraagd was om tegen de Europese top van december, een plan voor de toekomst van de Eurozone voor te bereiden, het zogenaamde plan van Van Rompuy. Barosso, die sinds de aanstelling van Van Rompuy aan macht moest inboeten, slaagde er eind november in om zijn eigen, gelijkaardige, plan een week eerder publiek te maken.

De Commissie wil binnen ten laatste 5 jaareen collectief begrotingsbeleid met een Europese minister van financiën en een versterkt gemeenschappelijk economisch beleid ‘met inbegrip van het belasting- en het werkgelegenheidsbeleid’. Dat laatste is redelijk revolutionair. Op dit moment zijn er wel begrotingsregels voor de eurolanden, maar het economisch beleid is nog bijna volledig in handen van de lidstaten.

De ‘aanbevelingen’ van de EU over het economisch beleid van de lidstaten zijn vandaag niet effectief afdwingbaar maar Van Rompuy verduidelijkt in zijn tekst dat hij het economisch beleid op dezelfde manier wil organiseren als het begrotingsbeleid. Dat wil zeggen dat er ‘contracten’ komen tussen de EU en de lidstaten, eventueel met boetes indien de lidstaten van het onderhandelde beleid afwijken. Dit zou de bewegingsvrijheid van de nationale en regionale parlementen inzake het economisch beleid sterk beperken.

Nog binnen de vijf jaar wil de Commissie een grotere Europese begroting en moet de Eurozone over eigen inkomsten beschikken zodat landen in economische problemen financiële transfers kunnen ontvangen. Daarnaast moet ‘nagedacht worden’ over een Europees schuldenfonds en Eurobonds. Ook Van Rompuy wil ‘op termijn’ evolueren naar de gemeenschappelijke uitgifte van schuldpapier. Dit betekent dat Duitslands grootste angst bewaarheid wordt, namelijk dat het land verantwoordelijk wordt voor de schulden in het Zuiden. Beide plannen spreken ook over de zogenaamde ‘bankenunie’.

Tegenwind

Het lijkt op dit moment onwaarschijnlijk dat de Europese leiders zich na de Europese verkiezingen rond de tafel zullen zetten voor institutionele onderhandelingen. Een aanpassing van het huidige verdrag, het Verdrag van Lissabon, kan enkel gebeuren na instemming van alle lidstaten en in enkele landen is daarvoor een referendum vereist. De herinnering aan het Franse en Nederlandse non/neen in 2005 bij hun referenda over de Europese grondwet, zit nog vers in het geheugen en niemand heeft zin in een herhaling van de lijdensweg die de goedkeuring van het Verdrag van Lissabon is geweest.

De eurolanden waren voor de crisis niet bereid tot een gezamenlijk economisch en belastingsbeleid, het is dus de vraag of men vandaag van gedachte veranderd is.De vorige EU-begrotingsonderhandelingen toonden ook aan dat een groter budget voor de Unie, zeker in tijden van crisis, bij veel noordelijke EU-landen op een koude steen valt. Duitsland staat tenslotte ook zeer afkerig tegenover het gemeenschappelijk maken van de schulden.

Anders dan de Commissie, die principieel meer bevoegdheden voor de EU wil, willen enkele lidstaten bevoegdheden terug. De Britse premier David Cameron bijvoorbeeld vroeg in zijn Europa speech in januari van dit jaar al dat bepaalde bevoegdheden weer zouden terugvloeien naar het nationale niveau. Ook in Nederland, Finland, Duitsland en elders klinken meer en meer kritische stemmen. De kans bestaat trouwens dat het Europees Parlement in de volgende legislatuur voor het eerst niet meer volledig gedomineerd zal worden door eurofederalisten.

De ideeën van de Commissie lijken dus inderdaad science fiction maar de versterking van de economische en politieke unie zal de komende jaren op de agenda blijven staan. 

Sander Roelandt (1989) is medewerker in het Europees Parlement en volgt er verschillende economische commissies.

Meer van Sander Roelandt
Commentaren en reacties