JavaScript is required for this website to work.
post

De prijs van politieke correctheid

Letter from America

Derk Jan Eppink6/1/2016Leestijd 3 minuten

We moeten die Amerikaanse ziekte vooral niet importeren.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Amerikaanse universiteiten zijn broeinesten van politieke correctheid, maar 68 procent van de bevolking vindt dit een ‘groot probleem’. Niet alleen de overgrote meerderheid van de Republikeinen; ook 61 procent van de Democraten en zelfs een meerderheid van niet-blanke minderheidsgroepen. Toch woedt op universiteiten weer een politiek correcte storm die opnieuw Europa zal bereiken op een moment dat het geen denkvernauwing kan gebruiken.

Het eerste slachtoffer: de geschiedenis. Een handvol studenten aan de Princeton universiteit kreeg het voor elkaar dat de naam van voormalig Amerikaans president Woodrow Wilson (1913-1921) wordt geschrapt uit de ‘school voor publieke en internationale zaken’. Wilson, pleitbezorger van de Volkerenbond en soevereiniteit voor veel Europese volkeren, wordt een ‘racistische erfenis’ verweten. Van 1902 tot 1910 was hij rector van Princeton. De New York Times, zelfbenoemd bewaker van politieke correctheid, juichte de actie toe. Wilson was volgens de krant een ‘onvergeeflijke racist’. De schrijver van het hoofdartikel vergat dat Adolph S. Ochs, eigenaar van de New York Times tussen 1896 en 1936, een grote bewonderaar was van Wilson.

De Democraten hebben hun jaarlijkse ‘Jefferson and Jackson diner’ waar kopstukken van de partij invloedrijke partijleden toespreken. Veel Democraten willen de naam van Thomas Jefferson, ontwerper van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring van 1776, en van ex-president Andrew Jackson schrappen. Zij hadden slaven in dienst. De slavernij dateerde echter al van voor de Amerikaanse onafhankelijkheid. Uitgerekend Jefferson bestreed slavernij, maar dat weten politiek correcte herauten niet.

Tweede slachtoffer: de feiten. Zodra een politiek correct beeld opduikt, vallen feiten weg. In 2014 beschuldigde Emma Sulkovicz, studente beeldende kunst aan de Columbia universiteit in New York, haar Duitse vriend Paul Nungesser van verkrachting. Om haar zaak te visualiseren droeg ze op de campus een matras mee. De pers doopte haar tot ‘het matrasmeisje’. De democratische senator Kirsten Gillibrand steunde haar. President Obama nodigde het ‘matrasmeisje’ uit op de State of the Union. Nadien bleek de beschuldiging verzonnen. Columbia zuiverde Nungesser van alle blaam.

Als het om ras gaat, wordt het oordeel meteen geveld. In 2012 schoot in Florida buurtbewaker George Zimmerman de zwarte Trayvor Martin dood. Met die achternaam berichtte de pers meteen dat Zimmerman ‘blank’ was. Zimmerman was echter via moederszijde ‘Hispanic’. Minister van Justitie Eric Holder vermoedde ‘racisme’ en zette de FBI in. President Obama sprak zich uit: ‘Als ik een zoon zou hebben, zou hij als Trevor zijn’. In 2013 werd Zimmerman vrijgesproken door een raciaal gemengde jury. Hetzelfde gebeurde zomer 2014 in Ferguson, Missouri: de blanke agent Darelle Wilson schoot de zwarte teenager Michael Brown dood. Holder kwam meteen ter plaatse. Obama noemde Ferguson in zijn toespraak voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Maar een gemengde jury sprak Wilson vrij omdat hij handelde uit zelfverdediging.

Derde slachtoffer: de bevolking. Chicago, thuishaven van president Obama, zou met 2,7 miljoen inwoners modelstad van politieke correctheid moeten zijn. Maar het is een notoire misdaadstad. In 2015: vijfhonderd moorden. Burgemeester Rahm Emanuel, ex-kabinetschef van Obama, werd er burgemeester maar riep vooral weerstand op. Vlak voor zijn moeizame herverkiezing vorig jaar, schoot een blanke agent een zwarte jongen dood. De video die dit registreerde werd pas een jaar later vrijgegeven nadat een journalist dit via de rechter afdwong. Emanuel bood zijn excuses aan. Een dodelijke schietpartij tijdens de kerstperiode dwong hem van vakantie terug te keren uit het paradijselijke Cuba. Emanuel zit klem. Hij kan niemand de schuld geven: de laatste Republikeinse burgemeester dateert van 1931.

Politieke correctheid is sluipend gif voor een maatschappij. Zij is een middel om denken en spreken te conditioneren. Vooral protestants Europa, gewend aan een zekere dogmatiek, importeerde het fenomeen nu uit de VS; bij katholiek Europa paste het nooit. Veroordelende etiketten als ‘racist’, ‘xenofoob’, ‘islamofoob’, ‘klimaatontkenner’ of ‘anti-Europeaan’ moeten zelfkritiek voorkomen en externe kritiek smoren.

Dat lukt meestal een tijdje, maar als de zweer openbreekt, ettert het overal. Zonder politieke correctheid en met meer realiteitszin zou Europa beter in staat zijn geweest migratiestromen te beheersen en integratie te bevorderen. Het tegendeel gebeurt. Het Duitse verleden maakte bondskanselier Angela Merkel zó politiek correct, dat Duitsland zonodig zichzelf afschaft. Het nastreven van onbestaande goedheid produceert een lawine aan problemen. Net als in Chicago is de prijs daarvan voor de bevolking van Duitsland en zijn buurlanden.

De auteur is senior fellow van het London Policy Center in New York

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties