JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

De PS, het Marokkaanse voetbalfeestje en de (afwezige) politie

Je zult als Vlaming maar een meubelzaak hebben aan de Brusselse Lemonnierlaan

ColumnJohan Sanctorum14/11/2017Leestijd 3 minuten
Volgens Brussels burgemeester Philippe Close heeft de politie “behoedzaam” op de
rellen gereageerd.

Volgens Brussels burgemeester Philippe Close heeft de politie “behoedzaam” op de rellen gereageerd.

foto © Danny Gys

De PS heeft weer bewezen dat het via gedoogd geweld Brussel wil arabiseren. De Brusselaar is de dupe, de Vlaamse “racist” de zondebok.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Terwijl de scherven nog worden opgeruimd aan de Lemonnierlaan in Brussel, waar afgelopen zaterdagavond enkele honderden Marokkanen iets te uitbundig de kwalificatie van Marokko voor het wereldkampioenschap voetbal vierden, regent het nu perscommentaren én verklaringen van politici. Er is ook een verontwaardigde reactie van Jan Jambon (N-VA), nota bene minister van Binnenlandse Zaken en dus rechtstreekse eindverantwoordelijke voor de ordehandhaving.

Daarnaast loopt er een opvallende communautaire scheidingslijn inzake de perceptie van het gebeuren. Aan de Vlaamse kant dringt men aan op hard optreden en wordt de laksheid van de politie (en haar oversten, de burgemeester dus) aan de kaak gesteld. Onvermijdelijk komt de inefficiënte versnippering van de Brusselse politiestructuur weer ter sprake. De Waals-Franstalige pers minimaliseert de incidenten en vindt zelfs dat de politie te snel (!) en te drastisch optrad. Hoe men dat rijmt met de geplunderde en/of vernielde winkels en de in brand gestoken auto’s, tja, het is Brussel en België, nietwaar?

Opgelet voor Vlaams racisme

Lezen we bijvoorbeeld het commentaar van Alexis Carantonis in La Dernière Heure: ‘Le trop gros piège du racisme anti-arabe’ (‘De al te grote valstrik van het anti-Arabische racisme’). Wat verontrust deze journalistieke koffiedikkijker? Niet het feit dat er winkels werden geplunderd en vernield en auto’s in brand gestoken. Nee, dat hoort blijkbaar bij de voetbalvreugde. Wel dat dit uit de hand gelopen feestje tot anti-Arabische gevoelens zou kunnen leiden. Bizar, niemand in de Vlaamse media heeft bij mijn weten het woord ‘Arabisch’, laat staan ‘moslim’, in deze context gebruikt, La Dernière Heure komt er zelf mee op de proppen. Maar wie vindt dat dit niet door de beugel kan en dat de verantwoordelijken voor het vandalisme in Brussels-Marokkaanse kringen moeten worden gezocht, is dus een (Vlaamse) racist. Franstalig België leeft in een andere wereld dan u en ik, zoveel is zeker.

Het kan toeval zijn, maar de winkel waarvan de etalage én het interieur op de Lemonnierlaan er compleet moesten aan geloven, is de meubelzaak van Frieda De Kerf. Dat is de enige winkel in de buurt met een tweetalig uithangbord en een Vlaamse naam. Dat kan bij de Marokkaanse heethoofden als een rode lap op een stier gewerkt hebben, maar het heeft ook een aparte betekenis in dit verhaal. Het wijst erop dat het francofone verdringingseffect van vorige eeuw via een allochtoon verdringingseffect voortgezet wordt. Daarbij wordt het aloude cliché ‘Vlaams = racistisch’ door een socialistische burgemeester gecultiveerd om Brussel te arabiseren. Naast de meubelzaak van de Vlamingen die compleet werd vernield, waren er nog twee winkeluitbaters van buitenlandse origine die we op tv hun verhaal hoorden doen. Geen enkele Marokkaanse winkelier, hoewel die er ook zijn. De ‘vandalen’ wisten blijkbaar goed waar ze moesten binnenvallen. Gewelddadige sociale verdringing dus.

Welk voordeel heeft die stad daar economisch of cultureel bij? Geen enkele. De hoofdstad van Europa wordt een achterbuurt, alle clichés over de hellhole worden bevestigd. Alleen de platte berekening in het hoofd van Philippe Close dat het om PS-kiezers gaat, kan verklaren waarom de politie zaterdagavond slechts ‘behoedzaam’ mocht optreden, alsook te laat en te weinig, tot frustratie van de agenten zelf: dit feestje mocht niet bedorven worden. De collateral damage bij enkele kleinhandelaars weegt duidelijk niet op tegen de politieke recuperatie van de voetbaleuforie, waarin duistere etnocentrische ondertonen weerklinken.

Cultuurclash in Brussel

Dat brengt ons bij de meest degoutante vaststelling in deze affaire. Het ging zaterdagavond niet eens om ordinair dronkenmansvandalisme van hooligans, maar om averechts racisme; meer bepaald een uitbarsting van antiwesters ressentiment bij een allochtone moslimpopulatie die duidelijk snel door had dat een en ander was toegestaan. Dat voetbalfanatisme bleek snel veel méér te zijn en nam de afmeting van een cultuurclash aan, op een paar vierkante kilometer. Gelukkig beperkte het zich nu tot materiële schade, maar in een gedoogcultuur verschuiven grenzen snel. Vergelijkingen met pogroms dringen zich dan op: door de overheid toegelaten en zelfs aangewakkerde haatuitbarstingen, als uitlaatklep en in functie van de eigen machtsstrategie. Geweld als toegift van hogerhand: het actuele terrorisme blijkt in deze vlaag van getolereerd vandalisme minstens onbewust een inspiratiebron. Het maakt de PS niet uit dat Brussel verloedert en dat winkeliers in paniek vergeefs naar de politie bellen. En als het Vlamingen zijn, des te beten. Die horen daar helemaal niet thuis, want het zijn… racisten.

De geprivilegieerde status van Marokko als ‘bevriende natie’, waarbij ook beide koningshuizen niet ophouden met elkaar publiek te knuffelen, is uiteraard een extra element in dit sluipende verdringingsproces. Het Arabische/islamitische expansionisme is in vele Europese steden en hoofdsteden aan de orde. Alleen in Brussel echter is het onderdeel van een partijpolitiek spel en het verlengde van een institutionele warboel, zo oud als de Belgische natie zelf. Daar hebben Paul Stulens en Frieda De Kerf, uitbaters van de vernielde meubelwinkel, natuurlijk weinig aan. Ik zie ze niet lang meer vertoeven in Brussel-Zuid, en dan komt er plaats vrij voor vast nog een salon de thé of een halalslagerij. Een gezellige volksbuurt in een multiculturele stad wordt dit nog, zeker weten.

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties