JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

In de schaduw van Napoleon: de prins van Waterloo

Deel 4: Waterloo 1815-2015

Harry De Paepe8/6/2015Leestijd 3 minuten

Het vierde en voorlaatste deel in de minireeks van Harry De Paepe over Waterloo. (Lees ook deel 1 [http://www.doorbraak.be/nl/nieuws/waterloo-de-schuld-van-een-vlaming], deel 2 [http://www.doorbraak.be/nl/nieuws/de-nacht-van-napoleon-mythe-en-werkelijkheid] en deel 3 [http://www.doorbraak.be/nl/nieuws/het-verhaal-van-een-been].)

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Wie niet beter weet, zou de indruk krijgen dat de slag bij Waterloo gewonnen werd door de zelfverklaarde keizer der Fransen, terwijl die daar net een pak voor de broek kreeg.

Bonapartisten aan de macht

We worden overstelpt door boeken over Napoleon dat het een lieve lust is. Elke voet, elk bewogen vingerkootje en zelfs iedere doorluchtig gelaten wind van het Corsicaanse militaire genie wordt ons met veel kleuren, geuren en liefde meegedeeld. De bonapartisten zijn duidelijk aan de macht. Misschien wordt het eens tijd dat de aanbidders van de eerste Franse keizer met hun neuzen op de feiten worden geduwd: hij werd keer op keer vernederd door een stijve en hooghartige Brit.

Apsley House in het hartje van Londen heropende in april de deuren. Het gebouw stond in de tijd van het briefschrijven simpelweg bekend als Number One, London. De bewoner was niemand minder dan ’s lands numero uno in de negentiende eeuw: Arthur Wellesley, de eerste hertog van Wellington en prins van Waterloo. Het beheer van Apsley House ging enkele jaren geleden na wat het begrip ‘Waterloo’ nog betekende voor de mensen en het resultaat was teleurstellend.

A pain in the ass

Nochtans kreeg geen enkele veldheer ooit zo veel eerbewijzen, standbeelden en straatnamen en zelfs een naar hem genoemde hoofdstad als de hertog van Wellington en geen enkele veldslag kreeg ooit zo veel bijklank als die van Waterloo. De ‘Iron Duke’ was op zijn minst een opmerkelijke figuur. Wellesley werd geboren in 1769 (hetzelfde jaar als Napoleon) in Dublin en toch was hij alles behalve een Ier. ‘Het is niet omdat je in een stal geboren bent dat je daarom een paard bent,’ zei hij met zijn kenmerkende arrogantie. Verwaand was ie zeker en vast in onze ogen. Een echte pretentieuze kwal, maar dan toch wel eentje met ballen. Zijn eerste militaire ervaring deed hij op in onze gewesten toen hij als luitenant-kolonel de Franse revolutionaire legers bestreed en nadien zette hij z’n opgang in het leger verder in Indië waar hij roem en vooral veel poen vergaarde.

In Spanje bleek hij voor Napoleon de grote ‘pain in the ass’ te worden. Wellington was niet een meester-strateeg zoals Bonaparte,  maar hij had een neus – en een vrij grote, waardoor zijn troepen hem hookie noemden – voor de juiste timing. Wellington wist steeds precies wanneer hij zijn troepen uit de strijd moest trekken en wanneer hij fel moest toeslaan. De stijve edelman die geen hoge dunk had van zijn soldaten, wilde hen wel zoveel mogelijk sparen. Ze werden goed gevoed en plunderen werd hen ten strengste verboden. Hookie beloofde zijn manschappen geen roem en eer tot de dood in tegenstelling tot wat Napoleon zijn mannen voorspiegelde. Efficiëntie was zijn ordewoord. Er werd onder zijn bevel spaarzaam omgesprongen met vuurkracht en steunend op het typisch Britse flegma liet hij zijn soldaten pas het vuur openen wanneer de vijand op heel korte afstand was. Dit alleen al dwong bij de Fransen groot respect af. Zijn Iberische successen in een tijd waarin dat Franse leger onoverwinnelijk leek, leverde hem een immense bekendheid op in heel Europa en ook de titel van ‘hertog van Wellington’.

Een fitte hertog tegen een afgematte keizer

Het is pas bij Waterloo of beter gezegd bij Mont-Saint-Jean dat de twee leeftijdsgenoten elkaar rechtstreeks troffen. Napoleon was tegen die tijd een afgeleefde man die nog steeds protserig rondreed op zijn witte paard, ondanks de aambeien die hem teisterden. Wellington bleek nog op en top fit, reed zoals steeds in vrij sobere kledij rond op zijn trouwe hengst Kopenhagen. Zijn tenue was een soort van voorloper van de militaire camouflagekledij en dit omdat hij vaak in de vuurlinie zelf bevelen gaf en het risico om te sneuvelen wilde inperken door zich zo onopvallend mogelijk te kleden. De hertog moet innerlijk plezier gehad hebben aan de gedachte dat hij in Parijs zowat alle minnaressen van de keizer tijdens diens verbanning op Elba op hem veroverde.

Dat Wellington op 18 juni 1815 aan het langste eind trok dankzij de Pruisen, geleid door de 73-jarige (!) ijzervreter maarschalk Blücher, is mogelijk nog meer vergeten. Maar de hertog was de grote held van Europa. Zijn naam klonk als een klok en terwijl de ziekelijke ex-keizer der Fransen zat te mokken in Sint-Helena. Napoleon, ‘de kannibaal’, ‘de menseneter van Europa’, ‘het monster’ was voorgoed uitgeteld. Over Waterloo schreef Wellington verrassende woorden die je niet meteen van een triomfator verwacht: ‘Ik hoop niet nog eens een veldslag mee te maken; deze is te schokkend geweest. Het is te veel dat zulke dappere mannen, die zo tegen elkaar zijn opgewassen, elkaar op die manier in stukken hakken.’ Hookie had het gehad.

Wellington, de ziel van de natie

Politiek bleek Wellington lang niet zo succesvol als op het slagveld … of als Napoleon. De hertog, getekend door zijn Ierse jeugd, had een hekel aan het alsmaar meer naar rechten verlangende volk. Het Groot-Brittannië uit zijn jongere jaren was ook immens veranderd van een agrarische maatschappij naar een industriële maatschappij met al haar groeipijnen en sociale onrust. Desondanks zijn reactionaire bestuur als eerste minister schonk het volk de oude hertog clementie.

Hij kreeg in 1852 een grootse staatsbegrafenis – pas geëvenaard in 1965 toen men afscheid nam van Winston Churchill – waarbij meer dan een miljoen Britten langs de straten van Londen hun laatste groet brachten aan de held van 1815. ‘De ziel van onze natie is gestorven,’ verwoordde koningin Victoria het gemoed in haar rijk. Wellington werd de personificatie van the Empire: flegmatisch, arrogant en efficiënt. Dankzij zijn overwinning kon het Britse Rijk de zeeën en de continenten overheersen voor de volgende honderd jaar.

Relativeer dus de her en der uitgestalde pispotten van Napoleon in en om Brussel. Arthur Wellesley, de man die nooit een grote veldslag verloor, was de enige echte held. De prins van Waterloo.

 

© Reporters

Harry De Paepe (1981) is auteur en leraar. Hij heeft een grote passie voor geschiedenis en Engeland.

Commentaren en reacties