JavaScript is required for this website to work.
post

De school… de maatschappij van morgen

Een doemscenario of is er een uitweg?

Julien Borremans8/10/2018Leestijd 4 minuten
De school als emancipatiemachine sputtert.

De school als emancipatiemachine sputtert.

foto © Reporters

De school als emancipatiemachine sputtert. Opmerkelijk is dat de toegenomen diversiteit in vooral het onderwijs amper aandacht krijgt.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Een aantal leerkrachten trok in Het Nieuwsblad dit weekend aan de alarmbel over de spectaculaire niveaudaling in het technisch en beroepsonderwijs. De leerkrachten klinken unisono: ‘De pedagogische begeleiding van de koepel wil ons een manier van werken opleggen waardoor de lat naar beneden tuimelt.’

Alles moet verpakt worden in aangename en toffe projecten. Er is te weinig aandacht voor de ‘basistheorie’. De examens worden afgevoerd. In de plaats daarvan komt er ‘permanente evaluatie’, waar de nadruk vooral op vaardigheden en attitude komt de liggen. De slinger slaat door richting welbevinden, terwijl de prestaties niet meer zo belangrijk zijn.

Superdiversiteit houdt de maatschappelijke kloof in stand
Uit vier onderzoeken (PISA 2016, OESO 2017, PRILS 2017 en PEILINGSPROEF 2018) blijkt dat het niveau van het Vlaams onderwijs onder grote druk staat. Voor wiskunde, wetenschappen, kennis van het Nederlands, lees- en schrijfvaardigheid boeren de Vlaamse leerlingen sterk achteruit. In meer dan tien procent van de scholen stromen leerlingen uit die onvoldoende geletterd zijn. De ongekwalificeerde uitstroom blijft hoog. De agressie tegen leerkrachten blijft een groot probleem. De werkgevers maken zich zorgen over de grote kloof die ontstaat tussen de school en het bedrijfsleven.

De school als emancipatiemachine sputtert
De Christelijke Onderwijscentrale treedt de gebelgde leerkrachten bij. Koen Van Kerkhoven, secretaris-generaal van de COC, pleit voor een inhoudelijk sterker onderwijs.Opmerkelijk is dat in het gehele verhaal de toegenomen diversiteit in vooral het technisch en beroepsonderwijs – en de daaruit volgende segregatie – amper ter sprake komt. Diversiteit is een essentieel kenmerk van de maatschappij, dus ook van de school, maar onze Noordwest-Europese steden evolueren naar een hyperdiverse samenstelling, waarbij de mensen met wortels in migratie stilaan de meerderheid gaan uitmaken. In heel wat stedelijke scholen maken kinderen met een migratieachtergrond reeds de meerderheid uit. Leidt dit tot problemen? Jazeker! Het integratieproces loopt al jaren mank. De thuistaal is meestal niet het Nederlands. Ondanks de vele miljoenen voor het gelijke kansenonderwijs sputtert de school als emancipatiemachine. De maatschappelijke kloof tussen kansarmen en -rijken tekent zich steeds meer af binnen de onderwijswereld. Heel wat leerlingen met een migratieachtergrond verzeilen van de schoolbanken rechtstreeks in de werkloosheid.

Het multiculturalisme wordt gestut door de sociale zekerheid
Het multiculturalisme – actief gepromoot door zowel Vlaamse als Belgicistische instanties – heeft ervoor gezorgd dat onze binnensteden stilaan verbrijzeld worden tot een veelheid aan gemeenschappen, wijken en straten met eigen taal, cultuur, etnische achtergrond en godsdienst, die naast in plaats van met elkaar leven. Deze vorm van apartheid werd jarenlang voorgesteld als een feest, als een verrijking van onze samenleving, maar wie de moeite doet om deze wijken te bezoeken, komt tot een tegengestelde vaststelling. Deze mensen hebben wel een band met elkaar en met het thuisland, maar weinig tot niet met de natie waarin zij wonen. Bovendien is er een hoge werkloosheid in deze wijken en tiert de informele economie er welig. Alain Van Hiel – hoogleraar aan de Universiteit van Gent – is duidelijk: ‘In landen zoals Nederland en België wordt dit multiculturele beleid bovendien gestut door een relatief gemakkelijke toegang tot sociale voorzieningen, zoals werkloosheidsuitkeringen.’

Assimilatie… een vies woord?
Assimilatie was lange tijd een vies woord, maar uit studies blijkt dat landen die assimilerende maatregelen nemen vaak veel betere resultaten kunnen voorleggen voor minderheidsleden (Brown & Zagefka, 2011), op voorwaarde dat de intergroeprelaties positief zijn, dat er een gemeenschappelijke taal is en de minderheidsleden weinig discriminatie ervaren.  Ruud Koopmans – Nederlandse hoogleraar sociologie aan de Humboldtuniversiteit in Berlijn – slaat de nagel op de kop: ‘Niet alleen Duitsland, elk land ter wereld heeft een dominante cultuur nodig, en stabiele naties hebben ook een nationale cultuur… Omdat men iets gemeenschappelijks heeft, dat men graag uitgedrukt ziet in de openbare ruimte en gemeenschappelijke instituties. Helaas willen de tegenstanders van zo’n Leitkultur in de openbaarheid aanspraak maken op hun morele superioriteit en zo de verdedigers ervan devalueren als “rechts” en ze belachelijk te maken. Om dat idee open te breken: ik ben juist blij met een debat over de dominante cultuur.’

Een doemscenario of is er een uitweg?
Dat de multiculturele droom eerder een nachtmerrie dan een droom is, wordt andermaal bevestigd door de sfeer die in veel asielcentra over heel Europa heerst: onderling geweld, etnische en religieuze twisten, verkrachtingen, dwangprostitutie… Jan Van de Beek – wiskundige en antropoloog – laat duidelijk verstaan dat de allochtone en autochtone onderklassen in West-Europa – zoals in de Verenigde Staten – tegenover elkaar komen te staan. Als hun hachelijke situatie niet meer kan worden gecompenseerd met uitkeringen – omdat ze niet meer betaalbaar zijn, dan krijg je een recept voor geweld.

Zo ver hoeft het niet te komen. Kwalitatief sterk onderwijs kan emanciperend werken op voorwaarde dat de omgeving van de schoolgaande jeugd zich in de heersende cultuur inschrijft. Monoculturele stadswijken moeten worden opengebroken. In Parijs zijn daar een aantal mooie praktijkvoorbeelden van. Maar in eerste instantie moet de kennis van het Nederlands sterk verbeteren. In een interview legt An De Moor uit waarom; ‘Nederlands maakt niet alleen een belangrijk deel uit van onze Vlaamse identiteit, er is een rechtstreeks verband tussen Nederlandse taalvaardigheid en succes in de studies en daarbuiten. Werken aan taalvaardigheid leidt tot betere kansen. Neem de vluchtelingen en nieuwkomers: Nederlands is voor hen de motor tot integratie.’

Julien Borremans studeerde architectuur, wijsbegeerte en management. Hij is werkzaam in het onderwijs. Borremans publiceerde voor verschillende tijdschriften en kranten. Hij werkt mee aan verschillende internetfora.

Commentaren en reacties