JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

De seculiere samenleving: utopische droom of dystopische nachtmerrie?

Olivier Caluwé25/7/2018Leestijd 10 minuten

foto © Reporters

700 Twitterdiscussies later zetten we een punt achter het debat dat ‘Wij zijn conservatief’ losweekte, met een nuchtere, maar niet neutrale synthese van Olivier Caluwé.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Deze tekst verschijnt in de marge van het debat dat #wijzijnconservatief op Doorbraak en in de sociale media heeft veroorzaakt. Met dit stuk beschouwt de redactie van Doorbraak dit debat als afgesloten.

Ik hou me wel eens bezig met oeverloze discussies op Twitter, een nogal verslavende en tijdrovende bezigheid. De discussies die ik voer of volg zijn meestal van politieke aard. Ondanks mijn openlijk waarneembare ideologische stellingname hou ik ook van (andere) politieke denkoefeningen. En dan kom je soms een lezenswaardig artikel tegen. Zo ook het inmiddels veelbesproken essay ‘Wij Zijn Conservatief’.

Het was lang geleden dat ik in ons door linkse media getekende landschap nog eens een stuk las dat tot op zekere hoogte weergaf welk maatschappijbeeld ik zelf voor ogen heb. Een stuk dat deze visie ook met on-Vlaamse vastberadenheid en zonder scrupules voorstelt en verdedigt. Misschien heb je daar een bijna-Italiaan voor nodig, wie weet … Ik kon me in ieder geval wel vinden in vele (niet alle) aspecten van deze maatschappelijk ideologische overpeinzing. Wat me ertoe heeft aangezet ze mee te ondertekenen.

Een gewaagde zet, want zevenhonderd oeverloze discussies op twitter later, bleek de storm aan reacties op deze filosofische benadering ven een nieuw conservatisme de karakteristieken van een orkaan, windkracht 12, wind van voren.

Onterecht in mijn ogen, en volgens onredelijke interpretatie, en via dit stuk wil ik de frustraties uiten van een verkeerd, onvolledig of geprojecteerd begrip bij de beschouwing van de originele publicatie. Eerder dan de inhoud te hernemen, zal ik hier een poging doen om te verklaren voor welke redenen ik het alternatieve maatschappijbeeld, dat via dezelfde en andere media werd voorgesteld als reactie op ‘Wij Zijn Conservatief’ als niet (of minder) wenselijk beschouw.

Frustratie bij interpretatie

Een eerste frustratie is de link die tot in den treure gelegd wordt met de partij N-VA. Ja, sommige ondertekenaars zijn N-VA-mandatarissen en sommige auteurs zijn duidelijk wat betreft hun sympathie (of lidmaatschap). En dat kan tot vragen leiden. Maar daar houdt het wel op. Mocht dit een N-VA essay zijn, zou het eerst op de partijwebsite belanden. Het is geen partijprogramma. Sommige vooropgestelde punten zouden dat partijprogramma kunnen halen (de confederale insteek bv.), andere dan weer eerder niet (herinvoeren dienstplicht bv.).

Ik las onder andere dat deze denkoefening een wig drijft tussen de N-VA sympathisanten. Vooral het religieuze gegeven, waar ik verder in deze tekst op terugkom. Cru gesteld moet ik daaruit concluderen dat – indien dit het geval zou zijn – ik me toch vragen moet stellen bij de niet-inclusieve houding – tot xenofobie toe – ten opzichte van religieuze gemeenschappen van sommigen onder hen. Een visie die niet strookt met wat N-VA in mijn ogen wil zijn of wat bijvoorbeeld Theo Francken beschrijft in zijn 11 julitoespraak.

De vraag is of men bereid is de consequenties van de alternatieve visie wenst te aanvaarden. Sommigen wel, en noemen dat collateral damage. ‘If you can, help others; if you cannot do that, at least do not harm them’ (Dalai Lama). Bij een staat die nevenschade aanvaardt als principe, zal de schade geen neveneffect zijn.

Diversiteit

Het is net de verdienste van dit essay dat het een perspectief biedt over de partijgrenzen heen. Ik kan me niet inbeelden dat mensen met een liberale achtergrond of mensen met een christendemocratische achtergrond, om maar twee politieke takken te benoemen, zich niet zouden kunnen vinden in een groot deel van de standpunten.

Maar net de duidelijke verscheidenheid aan achtergrond bij de auteurs en ondertekenaars blijkt een tweede struikelpunt te zijn. De op het stuk volgende kritiek richt zich voornamelijk op één persoon, waarmee dan gemakkelijkheidshalve de rest van ‘het clubje’ vereenzelvigd wordt. De referenties naar en reacties op Othman El Hammouchi zijn inmiddels niet meer te tellen. Het blijkt een onmogelijk gegeven om de verschillen in opinie – en vooral de religieuze levensvisie van deze persoon – los te zien van de ondertekening van dit essay. Dat blijkt ook uit de reactie van Ann Moella in haar stuk ‘De Olifant in het debat’.

Dat men het oneens is met zijn levensvisie begrijp ik nochtans. Ik ben het zeer vaak grondig oneens met de jonge filosoof en wil bepaalde waarden die hij op Twitter deelt – over zijn visie op huwelijk en gezin bijvoorbeeld – absoluut niet onderschrijven, zelfs bestrijden. Echter ga ik ervan uit dat wanneer Othman het essay ondertekent, hij er zich net als ik grotendeels kan in vinden.

Als de variabele waarde van interpretatie te groot is, kan dat eventueel als een punt van kritiek op het essay beschouwd worden. Je kan enkel veronderstellen dat ieder voor zich de betekenis aanvaardt die vooropgesteld wordt. Maar interpretatieruimte geeft geen enkele vrijgeleide om andere ideeën die iemand er persoonlijk op nahoudt en die niet binnen het kader van het stuk zijn weergegeven, in de mond of de pen van anderen te leggen.

Ik vind dat trouwens daardoor uiterst jammerlijk dat een zo belangrijk aspect, namelijk de kracht van het ondertekenen van dit gegeven kader, te weinig belicht wordt. Het onderschrijven van de structuur van gevestigde moraliteit in samenhang met het respecteren van wettelijke voorschriften binnen een samenleving waar niet alleen rechten, maar ook plichten gelden, lijkt me een betere garantie voor het bestrijden van ongelijkheid en misbruik, dan verboden, repressies of de verplichting tot leven in obscuriteit. Dat mensen met een zogezegd extreme religieuze achtergrond zich akkoord verklaren met dit kader, is een stap in de goede richting.

Islam(isering)

Met de vermelding van Othman El Hammouchi, komen we bij een volgende frustratie over de reacties en publicaties met geboden ‘alternatief’. Dat is, in één woord samengevat: islam. Niet alleen worden bij de kritiek op de inhoud van ‘Wij Zijn Conservatief’ de auteurs en ondertekenaars vaak allemaal over dezelfde ‘paternalistisch, patriarchaal mannenclubje’- kam geschoren, meteen weten de mensen nu ook dat deze mannenclub bijgevolg ‘de plaveiers van de islamisering’ zijn.

Blijkbaar valt 95% van de kritiek te herleiden tot die ene paragraaf die islam vermeldt. Op een tekst van pakweg 3.900 woorden struikelen de meeste reacties op het gedeelte van 229 woorden. Afgerond ongeveer 6%, wat ook de geschatte moslimbevolking van ons land weergeeft. Zeg nu nog dat de tekst sommige zaken niet in de juiste context plaatst. Nochtans raad ik iedereen aan om deze paragraaf nog eens te lezen. Er staat toch vrij duidelijk in waar een overheid zich kan mee bezig houden en waar ze zich best van onthoudt. Ik haal er nog even de belangrijkste passages uit:

‘De beste manier om van deze groep (religieus conservatieve moslims) participerende burgers te maken, is het scheppen van een principieel en beargumenteerd kader voor religieuze en moreel conservatieve uitdrukking. Zolang er geen sprake is van schade aan anderen moet de persoonlijke vrijheid van mensen om een hoofddoek te dragen, zich te onthouden tot het huwelijk, moreel conservatieve opvattingen te koesteren en door te geven aan hun kinderen gevrijwaard worden, ook al gaan ze in tegen de persoonlijke ethische visie of de heersende tijdsgeest.’

De tekst voorziet dus in de bescherming van de persoonlijke levenssfeer maar ook in de bescherming van de persoonlijke integriteit. Misbruik en/of onderdrukking van psychologische of fysieke aard moet kunnen bestraft worden onder de paraplu van het wettelijk systeem. Al dan niet religieuze conservatieve ideeën aan je kinderen willen doorgeven zijn geen vrijgeleide voor de aantasting van de fysieke integriteit van deze kinderen bijvoorbeeld. Dat het geheel een kwestie van trialen erroris, mag duidelijk zijn, dat is ook dit essay.

Maar een kritische benadering kan blijkbaar ook zonder het herleiden van 3.900 woorden tot één religieuze stroming en één auteursnaam. Dat toont o.a. John Croughs aan. De islam lijkt wel de Olifant in het debat tegenwoordig. Als we zo blijven doorgaan wordt de term ‘islamisering’ straks een stijlfiguur, de grammaticale vorm van het alles-tot-de-islam-herleiden, in plaats van de niettemin aantoonbare groeiende invloed van islam, zeker in de media.

Democratisch draagvlak

Een wettelijk systeem is een kader van regels dat is ontstaan uit een eerder nationale maatschappelijke consensus met democratische legitimiteit, zonder afbraak te doen aan de internationale consensus ter bescherming van minderheden enzovoort (conventies, universele rechten). Het willen veranderen van dit kader vergt niet alleen een nieuwe nationale maatschappelijke consensus en bijbehorend democratisch draagvlak, het vergt ook een internationaal en globaal inzicht met betrekking tot de gevolgen van verschuivende democratische waarden zoals (economisch) isolement, sancties of juridische vervolgingen.

Bovendien ontbreekt naar mijn gevoel het correcte waardebesef van de democratische significantie van bepaalde in Vlaanderen populistische ideeëngroepen die het waardenkader willen veranderen of aanpassen. Sommigen van deze groepen hebben al eens de neiging om hun democratisch draagvlak te overschatten.

Meer nog, de in het essay weergegeven voorliefde voor het behoud van de karakteristieken van de liberale rechtsstaat, is een betere garantie voor de bescherming van zij die nu over een meerderheid beschikken, maar in sommige sombere toekomstscenario’s de minderheid zullen vertegenwoordigen. De conservatieve visie op het wettelijk verworven systeem van scheiding der machten en scheiding van Kerk en Staat zint me meer dan een repressieve dictatuur van a(nti)religieuze, uitvoerend en wetgevend verstrengelde machten.

Feminisme en islamisering als stijlfiguur

Frustratie nr 4: het feminisme. Grapje natuurlijk. Toch wordt in de luidste kring van kritiek ‘Wij Zijn Conservatief’ simpelweg afgedaan als een neopatriarchaal initiatief, wat natuurlijk erg makkelijk is wanneer de inhoudelijke argumenten achterwege blijven (en toegespitst zijn op één auteur of de islam). Wanneer je bepaalde religieuze groepen in Vlaanderen toelaat een plaats te hebben/zoeken in de maatschappij, zelfs wanneer dit gepaard gaat met – nog bestaande en weg te werken – vrouwonvriendelijke aspecten, ben je op Twitter bijvoorbeeld niet alleen plots een ‘collaborateur’ en een ‘antifeminist’, maar ook nog eens een ‘facilitator van de islamisering’. Want zoals steeds – en al eerder aangegeven – wordt het geheel ook vanuit de hoek van vrouwelijke emancipatiestrijd vrij onsubtiel herleid naar de islam. De islamisering als stijlfiguur.

Het is wel opvallend, een beetje een eye-opener, hoeveel mensen hier tot mijn afgrijzen in meegan. Hun gezonde argwaan en bezorgdheid voor onze samenleving laten kapen door een afkeer en een visie die niets anders is dan xenofobie ten opzichte van een bepaalde gemeenschap.

De enige goeie moslim(a) is bijgevolg de onzichtbare moslim(a).De discussies rond de hoofddoek en in mindere mate de boerkini, zijn daar de grootste … symbolen van. Zelfs ik ben ervan overtuigd dat een zeer groot deel van de vrouwen met hoofddoek geen vrijwillige dragers zijn. En ik ben het niet eens met de betekenis die de hoofddoek uitstraalt. Ook niet bij hen die hen wel vrijwillig dragen, tenzij er meer duidelijkheid komt over de symbolische waarde ten opzichte van de medemens.

Maar ik vind dat we in élk geval in plaats van de drager, het symbool moeten bestrijden. En zoals geschiedenis ons zo vaak geleerd heeft is iets verbieden met bijbehorende repressie, meestal niet de juiste oplossing. Mensen verwarren meer garanties al te vaak met meer beperkingen. Aan het gegeven dat ook ík de soms onderdrukte positie van de vrouw wil bestrijden – maar dan eerder met maatschappelijk aanvaardbare middelen zoals wetten – gaat men voorbij. Ik sta net conservatief als het ware tegenover de verworvenheden van het westers feminisme en de vrijgevochten geest van de vrouw, die verrassend of niet ook kan plaatsvinden binnen een liefdevol gezin met traditionele waarden (die waarden zijn niet gendergerelateerd).

In een liberale rechtsstaat is er optimaal gezien zo veel mogelijk vrijheid. De onderdrukkende vorm wordt best niet door de overheid gesanctioneerd met verboden, omdat dat enkel zal leiden tot meer verboden, meer onvrede over meer ongelijkheid, en bijgevolg nog meer segregatie. De verandering die nodig is, komt best van binnen deze gemeenschappen uit. Dat is een werk van lange adem en de signalen lijken momenteel niet gunstig, maar ook Rome werd niet in één dag gebouwd.

Trojan detected

Een veelvoorkomende kritiek, en binnen het debat rond ‘Wij Zijn Conservatief’ vaak terugkerend concept is dat religieuze conservatieven of zelfs extremisten de liberale rechtsstaat gebruiken om hun oerconservatieve ideeën, bijna als een paard van Troje, druppelgewijs binnen te loodsen in ons maatschappelijk en zelfs wettelijk systeem. Een verwijt dat ook Ann Moella in haar stukken gebruikt:

‘Het voortdurend misbruiken van de verworven vrijheden van de liberale rechtsstaat – want je màg niets verbieden, – ook de islam en haar eisen niet – om dan achteraf meer dwang en onvrijheid te kunnen opleggen, de rechtsstaat van binnenuit uit te hollen ten voordele van een extreem religieus ideaal, is een strategie die enkel door “the useful idiots” niet herkend wordt. Het lijkt op het werk van een beroepsmoslim die er vooral voor ijvert om (via de liberale rechtsstaat) islamitische principes ingang te doen vinden in onze samenleving.’

Deze auteur mag dat zeker veronderstellen, maar het is toch redelijk ironisch dat ze in datzelfde stuk pleit voor een ‘absoluut seculier conservatisme’. Net zoals de auteur wantrouwig is ten opzichte van de figuur van Othman El Hammouchi omdat die de liberale rechtsstaat wil gebruiken voor het introduceren van zijn conservatieve waarden, kunnen de herhaaldelijke pogingen van Ann Moella om het conservatieve debat en de behandeling van vrouwen te herleiden tot één figuur en tot islamisering, wantrouwig bekeken worden. Meer nog, wat ze verwijt aan El Hammouchi, probeert ze zelf, namelijk het anti-islambeeld in de liberale rechtsstaat binnen te loodsen onder het mom van seculier conservatisme. Meer nog, onder het mom van de ultieme feministische strijd. Ook de vrouwen die ervoor kiezen, zelfs vandaag nog, om niet feministisch te zijn, moeten en zullen onderworpen worden, dat valt namelijk onder de eerder vermelde collateral damage.

Absoluut seculier conservatisme

Wat is dat eigenlijk, ‘absoluut seculier conservatisme’?De seculiere staat is momenteel bij ons niet in het gedrang, seculiere uitstraling van instellingen vergroot zelfs, ook al wijst Ann Moella en velen met haar op de toenemende islamisering (de stijlfiguur wint aan kracht), met voorbeelden als halalvoeding op scholen, hoofddoeken aan loketten en boerkini”s in zwembaden. Anekdotiek is bedrog en de meeste dromen zijn geen wetenschap (of was het omgekeerd?).

Maar in tegenstelling tot wat Ann beweert: (Een droom van …) ‘een samenleving die vasthoudt aan een decennia lang opgebouwd seculier samenleven’, is het seculiere droombeeld in onze contreien van christelijk geïnspireerd cultureel en sociaal erfgoed verre van voltooid. De ‘absolute’ conservatieve toets kan dat in geen geval doorstaan, want onafgewerkt. Christelijke instellingen bepalen nog een groot deel van ons dagelijks leven, de scholengemeenschap is maar één voorbeeld. Democratisch gezien valt het nog maar te bekijken welk draagvlak een verdere ontkerkelijking in Vlaanderen bezit, zeker wanneer ze tegenover de zogezegde islamisering wordt geplaatst.

Ik interpreteer dat het hier dus eerder over een seculiere maatschappij gaat, deze droom:

‘Ik droomde dat niemand geloofde in goden, in hun heilige boeken en wetten en hemelse verordeningen en geboden, dat iedereen leefde naar best vermogen en inzicht. In liefde en vrede. Een samenleving die vasthoudt aan een decennia lang opgebouwd seculier samenleven. Een samenleving die precies omwille van vrijheid en tolerantie de religieuze onverdraagzaamheid een halt toeroept.’

Sta me toe enige contradicties waar te nemen. Seculier samenleven is bij mijn weten nog in geen enkel samenlevingsmodel vertoond. De scheiding van Kerk en Staat is nog wel iets anders dan een seculiere samenleving. Het is in ieder geval een concept dat handig werd verpakt in een droombeeld, zodat er geen wetenschappelijke conclusies of maatschappelijke argumenten hoeven aan worden vastgemaakt.

De utopie die wordt beschreven, roept bij mij eerder een doembeeld op: elk uiterlijk symbool van religieuze beleving wordt verboden. Religie enkel nog in de huiskamer en in geregistreerde gebedshuizen. In dit voor mij akelig visioen wordt iemand Stasi-gewijs vervolgd voor het dragen van een kruis, een hoofddoek, het uitspreken van ‘Oh My God’. Wat is het volgende, kruisiging? Voor overdrijven bestaan ook stijlfiguren. Maar zelfs als het allemaal zo een vaart niet loopt, wordt het een maatschappelijk moeilijk verhaal. Kapelletjes in het straatbeeld, kruisen aan de gevels… Ik heb al voor minder orwelliaanse vergelijkingen zien maken.

Niemand gelooft toch dat in een maatschappij waar Kerk en Staat gescheiden zijn, de staat zich kan veroorloven repressief op te treden tegen de ene (op dat moment anarchistische) religieuze groep en een gedoogbeleid te voeren tegen de andere? En ik heb het nog maar over twee stromingen gehad. Ik ben erg benieuwd naar het nationaal en internationaal juridisch draagvlak voor de hieruit logisch voortvloeiende ongelijke behandeling van maatschappelijke religieuze stromingen. Laat staan de bedenking van hoe we de belemmering van vrijheden gaan structureren? Wat mag je nog dragen, wat mag je nog tonen, waar mag je nog binnen gaan?

Willen we in een seculiere maatschappij groepjes cultuurpolitie in burger, die op brommertjes rondrijden om te zien of er toch niet iemand een hoofddoek draagt? Willen we nog een vrije kledingkeuze toelaten überhaupt? Willen wij aan de maatschappij opleggen welke visie de overheid geeft aan een hoofddoek? Willen we vrouwen met kanker verplichten een pruik te dragen in plaats van een hoofddoek? Willen we iemand die geen hoofddoek meer mag dragen het lot van de obscuriteit laten ondergaan door haar de deelname aan het openbare leven te ontnemen vanwege de groepsdruk die er in haar gezinssituatie kan bestaan?

Gaat de bevolking mee in deze afbraakbeweging van vrijheden en is ze bereid de lokale christelijke culturele achtergrond op te geven? Want indien dat niet het geval is, valt deze seculiere droom toch weer te herleiden naar de ‘weg met de islam’-droom, een stijlfiguur, een Trojaans paard.

Als het al een droom is, lijkt het eerder een nachtmerrie. Als het een utopie is, eerder een dystopie.Nee, deze toekomst hoeft niet voor mij. Daar ben ik te conservatief voor.

Olivier Caluwé is grafisch ontwerper van beroep met een grote interesse in politiek en probeert tussen het tweeten door een eigen designstudio uit te bouwen. Daardoor moest het politiek actieve leven wijken en beperkt hij zich nu tot de communicatieve aspecten ervan en sporadisch schrijf- en denkwerk achter de schermen.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

‘Dit is een tijd voor mensen die over grenzen durven nadenken, die grenzen durven stellen en grenzen bewaken’, zegt Mark Elchardus in ‘Over grenzen’. Het werk is ons boek van de week.