JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

De significante semantiek van Jan Jambon

Terreur komt niet uit de lucht vallen

Karin Dedecker18/4/2016Leestijd 4 minuten

Procentueel gezien telt België het hoogst aantal Syriëstrijders in Europa, maar noem het probleem alsjeblief niet ‘significant’.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Procentueel gezien telt België het hoogst aantal Syriëstrijders in heel Europa. Meer dan 500 moslims vertrokken uit dit land om zich in de Levant aan te sluiten bij gewelddadige groeperingen zoals Islamitische Staat. Teruggekeerde terroristen zoals Salah Abdeslam kunnen maanden verdwijnen in de plooien van onze hoofdstad, terwijl alle veiligheidsdiensten nochtans naarstig naar hen op zoek zijn. Maar als je dan als minister van Veiligheid durft spreken over een significant probleem binnen onze moslimgemeenschap, krijg je de hele goegemeente over je heen. 

‘Een significant deel van de moslimgemeenschap danste naar aanleiding van de aanslagen. Ze gooiden met stenen en flessen naar politie en pers bij de arrestatie van Salah Abdeslam. Dat is het echte probleem. Terroristen kunnen we oppakken, uit de samenleving verwijderen. Maar zij zijn slechts een puist. Daaronder zit een veel moeilijker te behandelen kanker. We kunnen dat aan. Maar niet van vandaag op morgen. En de politiek zal zichzelf moeten overstijgen’. (N-VA-vicepremier Jan Jambon, De Standaard, 16 april 2016)

De woorden van Jambon waren nog niet koud, of onze constructieve media gingen al op zoek naar beelden van deze ‘straatfeesten’. Toen die niet meteen te vinden waren, werd de minister van Binnenlandse Zaken al snel beschuldigd van ‘gratuite racistische toogpraat’. De kritiek verstomde niet toen premier Michel zelf bevestigde dat de Nationale Veiligheidsraad wel degelijk gebriefd was over steunbetuigingen, die niet verbloemd mochten worden. De media hadden immers zelf geen bewijzen of beelden gevonden – wie maalt er dan om zo’n Nationale Veiligheidsraad. 

Onze commentatoren achten zich blijkbaar boven ons volledige veiligheidsapparaat verheven. We hebben het hier over dezelfde journalisten die jarenlang elk probleem rond integratie en radicalisering hebben genegeerd, die de eerste haatpredikers in onze straten weggelachen hebben, die de eerste Syriëstrijders nog wat sympathiek afgeschilderd hebben. De waakhonden van onze democratie hebben de voorbije jaren geen enkel maatschappelijk probleem zien aankomen, maar toch weten ze het nog altijd beter dan een minister die beschikt over geheime rapporten van veiligheidsdiensten uit binnen- en buitenland. 

Struisvogels & Semantiek

De kans is groot dat ook deze rel verzandt in semantiek. Hoeveel steunbetuigingen heb je nodig om het woord ‘significant’ te rechtvaardigen? Critici, die vinden dat elke zweem van kritiek de volledige moslimgemeenschap ‘stigmatiseert’, menen dat Jambon over duizenden concrete voorbeelden moet beschikken voor hij zijn mond mag opendoen. Medestanders van Jambon, die zelfs minderheidssteun binnen de moslimgemeenschap een majeur maatschappelijk probleem vinden, wijzen op het feit dat ‘significant’ vooral ‘betekenisvol’ als synoniem heeft. En dan is er nog de vraag of de supporters van terrorisme echt gedanst hebben in de straten. Al maakt het gebruik van kleurrijke en confronterende beeldtaal het probleem natuurlijk niet kleiner. Zelfs als de vreugdepassen enkel plaatsvonden achter gesloten deuren, of in de vorm van een stil dankgebed, dan nog kan je spreken over een kanker. 

De oude linkse consensus is de laatste jaren niet meer bij machte om het maatschappelijke debat te controleren of te smoren, maar de struisvogelpolitiek is nog lang niet dood. Ook in tijden van terreur maakt de linkse oppositie graag een zaak van woordkeuze en ’toon’. Deels omdat partijen als Groen en sp.a geobsedeerd zijn door woordenschat, deels ook uit vrees voor het spook van de ‘polarisering’. ‘Een minister van Binnenlandse Zaken heeft als verantwoordelijkheid het bevorderen van de samenleving‘, zei Groen-voorzitster Meyrem Almaci, en het gevaar bestaat dat ze die uitspraak ook echt gelooft. Ook sp.a-fractieleidster Meryame Kitir vindt dat een vicepremier moet ‘verenigen, niet verdelen‘. Dit soort politici is nog niet toe aan het benoemen van problemen, hoe driftig ze dat ook zelf zullen tegenspreken. Schrap alle feiten die bepaalde groepen kwetsen, en je houdt bitter weinig over van de realiteit. 

Dit alles voorspelt weinig goeds voor de Commissie Dewael, die de aanslagen van 22 maart in kaart moet brengen. Op aandringen van vooral N-VA maakt ook ‘de wortels van radicalisering’ deel uit van de ‘scope’ van de onderzoekscommissie. Nu al lees je in kranten opiniestukken die vinden dat dit toch wel wat te ver gaat. Donkere Dinsdag mag onderzocht worden als een dag die los staat van de geschiedenis, alsof de terreur uit de lucht is komen vallen – maar we gaan er toch geen heksenjacht tegen de islam van maken, zeker? De onderzoekscommissie 22 maart mag het proces maken van onze veiligheidsdiensten en van onze ministers, maar toch niet van onze minderheden? Op basis van de hysterische reacties op de ‘dansende moslims’ van Jambon kan je nu al besluiten dat de geesten van de oppositie niet rijp zijn voor een nuchtere dialoog over de kanker binnen de moslimgemeenschap. 

Tot het bittere einde zullen linkse partizanen volhouden dat het allemaal ‘lone wolves‘ zijn. Pas wanneer alle 800.000 Belgische moslims in feestelijke optocht voor de redactie van De Morgen paraderen om hun steun aan de jihad te betuigen, zal die krant bereid zijn om te erkennen dat het probleem misschien verder gaat dan ‘alleenstaande gevallen’. Politici als Jambon mogen zich nu niet laten intimideren: geen stap meer terug. Je komt niet aan honderden Syriëstrijders zonder enige voedingsbodem binnen de moslimgemeenschap. Je blijft geen maanden uit handen van de ordediensten zonder – jawel – significante steun van je islamitische netwerk. Deze vaststellingen zijn niet ‘verdelend’: dit zijn gewoon analyses die een bestaande verdeeldheid binnen onze samenleving aanduiden en aanklagen. De confrontatie bestaat en blijft bestaan – of je ze nu benoemt of niet. 

Commentaren en reacties