JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

De spitsvondigheden van Amnesty International

enkele niet-contructieve vragen waren op hun plaats geweest

Miel Swillens16/8/2016Leestijd 2 minuten

De prioriteiten van Amnesty International en de officiële journalistiek vallen mooi samen

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De zaak van de Brusselse terrorist Oussama Atar brengt Amnesty International in verlegenheid. A.I. schaarde zich in 2010 achter de campagne van diens familie om de ‘onschuldige’ Oussama vrij te laten uit een Iraakse gevangenis en naar België over te brengen. Hier kon hij dan verzorgd worden voor nierkanker. Die campagne die met veel bombarie werd gevoerd was opgezet spel, en van nierkanker was geen sprake meer eens de man vrijkwam. Nu blijkt Oussama een persoonlijke vriend te zijn van kalief Abu Bakr al- Bagdhadi en wellicht het brein achter de aanslagen in Zaventem en Brussel. Maar de vogel is gevlogen.

Een flater van formaat zou je denken en tijd voor A.I. om excuses aan te bieden. Maar dat is zonder onze openbare omroep gerekend. Wies De Graeve, de pas aangestelde directeur van A.I. Vlaanderen, mocht in het VRT journaal – zonder ook maar één kritische vraag van Martine Tanghe – komen verklaren dat A.I. nooit om de vrijlating van Oussama Atar had gevraagd. De organisatie had zich alleen maar ingezet voor diens medische verzorging, desnoods in Irak. Een formalistische spitsvondigheid met als ‘bewijs’ een brief van het Health and Human Rights Team in Londen. Maar de facto steunde A.I. wel degelijk de campagne om vrijlating en werd er hoegenaamd geen afstand genomen van Oussama’s familie. Die campagne droeg trouwens een islamogauchistische stempel en ene Luk Vervaet, gevangenisleraar en PVDA’er, maakte het wel erg bont. Op de website De Wereld Morgen vergeleek hij de zussen en de moeder van Oussama met de voor hun verdwenen kinderen betogende Dwaze Moeders op de Plaza de Mayo in Buenos Aires. Dat ook A.I. gevoelig bleek voor dat soort retoriek maakt de zaak alleen maar pijnlijker.

Maar de flater van A.I. was niet zomaar een uitschuiver. Het is al langer duidelijk dat die in oorsprong nobele en onpartijdige organisatie in ideologisch vaarwater is terechtgekomen. Het gebeurt overigens wel meer dat ngo’s na verloop van tijd aangestuurd worden door sterk gemotiveerde activisten met een radicaal linkse agenda. Ook met A.I. is het die richting uitgegaan. Dat blijkt onder andere uit wat volgens die organisatie onze aandacht verdient en wat niet. Een anekdote om dat te verduidelijken. In 2010, het jaar van de Oussama-campagne, was ik voor een column in het christelijk opinieblad Tertio op zoek naar informatie over de vervolging van christenen in moslimlanden. Toen ik de website van Amnesty International Vlaanderen bezocht, stelde ik tot mijn verbazing vast dat daarover helemaal niets te vinden was. In de rubriek mensenrechten per land werd noch bij Irak, noch bij Egypte melding gemaakt van vervolgde christenen. Ook als thema kwam het niet aan bod. Toen ik het trefwoord ‘Kopten’ intikte, kreeg ik als antwoord: uw zoekopdracht heeft geen resultaat opgeleverd. Maar als je ‘Guantanamo’ intikte, vond je niet minder dan 45 items. Over de vervolging van christenen in moslimlanden niets, over het troetelthema van de linkse intelligentsia informatie à gogo. A.I. Vlaanderen reageerde op mijn kritiek met het lamme excuus dat ze over onvoldoende middelen beschikten om aan alles aandacht te besteden.

Activistische journalisten in de media zorgen ervoor dat organisaties zoals A.I. boven alle verdenking staan en niet met kritiek worden geconfronteerd. Gebeurt dat uitzonderlijk toch eens, dan snellen ze meteen ter hulp – zoals Martine Tanghe in de zaak-Atar. Zo waant een organisatie als A.I. Vlaanderen zich onaantastbaar en gaat alle kritische zin verloren. Met als gevolg dwaasheden en flaters, die het toch al gehavende imago van A.I. Vlaanderen geen goed doen. Eerder was er het bizarre protest tegen het boerkaverbod en de eenzijdige focus op mensenrechtenschendingen door Israël, aangeklaagd door Joods Actueel. Tijd voor bezinning en bijsturing. Maar dat de nieuwe directeur Wies De Graeve in de zaak-Atar meteen wegvlucht in spitsvondigheden is geen goed voorteken.

Miel Swillens is een Vlaamse columnist en oud-medewerker van het weekblad Tertio. Hij studeerde Germaanse filologie aan de RUG en is een oud-leraar van het Sint-Jozef-Klein-Seminarie in Sint-Niklaas en ook van de Vrije Handelsschool Sint Joris in Gent. Hij schreef in het verleden teksten voor Miek en Roel, zoals Het Verdronken Land Van Saeftinge (1970) en Het Land Van Nod (1970). Miel overleed in augustus 2017.

Meer van Miel Swillens

De auteur van dit essay Jan-Werner Müller is hoogleraar politiek aan Princeton University, maar werkt momenteel als onderzoeker rond het thema populisme aan de universiteit van Wenen. Wat is populisme? is gebaseerd op lezingen die Müller gaf aan het Weense Institut für die Wissenschaften vom Menschen en draagt daar ook de sporen van. Een vlot leesbare tekst kan je het niet echt noemen. Daarvoor is de toon en de aanpak te academisch. Of wat dacht je van volgende zin?

Commentaren en reacties