JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

De staatsgreep van Borms

Jan Huijbrechts23/12/2017Leestijd 4 minuten

Borms

Borms

foto © Reporters

Precies 100 jaar geleden riep een groep revolutionairen onder impuls van August Borms de Vlaamse onafhankelijkheid uit.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Precies een eeuw geleden, in de nacht van 22 op 23 december 1917 werd tijdens een woelige buitengewone vergadering van de activistische Raad van Vlaanderen in Brussel de onafhankelijkheid van Vlaanderen uitgeroepen. Oorspronkelijk had het in de bedoeling gelegen om tijdens deze vergadering de niet altijd even efficiënte interne werking van de Raad te reorganiseren, maar als snel mondde het debat uit in een felle discussie over de doelstellingen van het activisme. De Antwerpse activistische voorman August Borms gaf met een emotionele oproep vol zelfkritiek plots een verrassende wending aan het debat: ‘…Nu kom ik tot de grond van de zaak. Het gaat in het Bestuur niet zoals het moet. Ik kom steeds ziek uit de zittingen van het Bestuur. De afhandeling van de lopende zaken neemt dan telkens vier uren in beslag (…) Bedenkt goed dat de Duitsers bezig zijn met ons op de vingers te kijken en te zien of wij tot regeren in staat zijn. Wij moeten bewijzen dat wij Vlaanderen besturen en regeren. Indien ik Vlaanderen kon redden met een staatsgreep, ik alleen, en als ik ermee moest ten onder gaan, maar Vlaanderen gered zou zijn, ik deed het onmiddellijk ! (…) Laat ons heden avond het raam vormen waarop de Politieke Scheiding zal moeten worden gegrondvest.’

In het hierop volgende tumult kwam de interne verdeeldheid goed tot uiting maar Borms beklemtoonde in een laatste passionele tussenkomst de absolute noodzaak om het momentum aan te grijpen: ‘Wij leven snel in deze tijden; wij weten niet wat de dag van morgen brengen kan. (…) Ik zou dan ook vragen, van het ogenblik gebruik te maken om de Politieke Scheiding uit te roepen. De Duitsers weifelen omdat zij niet genoeg vertrouwen in ons hebben. Willen wij niet verrast worden door de gebeurtenissen, dan moeten we onszelf helpen. De Duitsers willen zich niet verder verbinden. Zij willen de handen vrij houden. Wij spelen eenvoudig het spel der Duitsers indien we daartegen niet opkomen. Het is zeker dat er achter de schermen onderhandeld wordt; dit zal tenslotte op onze rug gebeuren en wij worden het kind van de rekening indien wij niet krachtdadig de zelfstandigheid eisen. Als wij ze deze avond willen, dan hebben we ze. Wij stellen een Kommissie van Gevolmachtigden en een Bureel van de Raad aan, en wij geven opdracht een reis naar Berlijn te ondernemen. Daar gaan we bij de Rijkskanselier eisen wat Vlaanderen reeds zal hebben beslist.’

De motie van Borms

Niet alle aanwezigen waren het eens met dit revolutionaire initiatief. Onder meer de Antwerpse afgevaardigden Antoon Jacob en Herman Vos namen ontslag uit de Raad, maar Borms’ motie werd met 53 stemmen voor en 2 onthoudingen aangenomen. Zonder democratisch draagvlak en zonder medeweten van de bezetter hadden enkele tientallen flaminganten de Belgische staat de wacht aangezegd. Niet geheel ten onrechte werd dit initiatief later in de historiografie van de Vlaamse Beweging omschreven als ‘de staatsgreep van Borms’

Het uitroepen van de onafhankelijkheid was naar mijn aanvoelen de vrucht van een diepe frustratie bij een handvol activisten die de oeverloze en vaak futiele discussies binnen de Raad meer dan beu waren. Het oorspronkelijke opzet van de Raad om tot een vertegenwoordigend lichaam met wetgevende bevoegdheid uit te groeien was eind ’17 nog ver van gerealiseerd. Verschillende factoren hadden dit afgeremd. Om te beginnen vertegenwoordigde de Raad slechts een minuscuul deel van de bevolking. De activisten waren teveel ‘officieren zonder soldaten’ zoals Paul van Ostaijen het ooit verwoordde. Ze realiseerden zich niet of wilden gewoonweg niet inzien dat een revolutionaire minderheid geen kans op slagen heeft wanneer de massa niet bereid is ze te volgen. Het bondgenootschap met de Duitse bezetter was voor het grootste deel van de bevolking onaanvaardbaar. Overtuigd van hun eigen Grote Gelijk negeerden de activistische voormannen de publieke opinie. Ten tweede was er een manifest gebrek aan politiek geschoold kader en – nog belangrijker – aan eenheid onder de activisten. Maar al te vaak bleken de verschillende fracties met geslepen messen tegenover elkaar te staan. Zo slaagde de Raad van Vlaanderen er in ’17 niet in het eens te worden over een grondwetsontwerp, op basis waarvan, na de bestuurlijke, ook de politieke scheiding tot stand kon worden gebracht.

De Duitse rem

De belangrijkste rem op de verdere ontwikkeling van het activisme was echter wel het feit dat de bezettende overheid – waarmee de Raad meer en meer botste – steeds minder vertrouwen in de activisten stelde. De Duitsers, die om de handen vrij te houden bij eventuele vredesonderhandelingen, uiteindelijk de voorkeur gaven aan een federalistisch België, stonden voortdurend op de rem. Ze lieten – tot groeiende frustratie van velen – niet toe dat de Raad met zijn radicale, separatistische meerderheid, meer dan een louter adviserend orgaan werd. Het wantrouwen tegenover de Duitsers was tegen het einde van ’17 al even groot bij de activisten, die willens nillens verward raakten in de verschroeiende Duitse interne machtsstrijd tussen politici, ambtenaren en diplomaten enerzijds en de militairen anderzijds. Tussen hen die een systematische en gefaseerde deconstructie van de Belgische staat voorstonden en de annexionisten die vooral in de kringen van de keizerlijke marine en de legertop te vinden waren. Een strijd, die uitgerekend midden ’17 was geculmineerd in het tot aftreden dwingen van de als te slap bevonden Rijkskanselier von Bethmann-Hollweg, de ‘architect’ van de Flamenpolitik.

Precies om deze impasse te doorbreken stuurde Borms, in samenspraak met de professoren Josué De Decker en Alfons Jonckx, op die bewuste 22e december ’17 aan op een radicaal initiatief dat alle partijen moest wakker schudden. Ze wilden niet alleen de Duitsers voor een fait accompli stellen en hen zo tot een stellingname dwingen maar ook de broodnodige eenheid binnen het activisme forceren. Ze beseften echter in de euforie van het ogenblik niet dat ze zichzelf en hun zaak nog meer in een richting hadden gedreven die in het beste geval als solitair kon worden omschreven….

De auteur is Master Cultuurwetenschappen en publiceerde tot nu toe een tiental hoofdzakelijk militair-historisch gerelateerde werken.

Commentaren en reacties