JavaScript is required for this website to work.
Communautair

De strohalmen van Dave Sinardet

ColumnBoudewijn Bouckaert26/1/2016Leestijd 4 minuten

Logisch toch, dat partijen verbelgischen? Ze zijn al hun Vlaamsgezinde kiezers al kwijt aan N-VA …

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Iedereen is missionaris van zijn eigen missie. Deze relativistische opmerking gaat zeker op voor Dave Sinardet, politicoloog en professor aan de VUB en UCL. Weinig academici zijn zo gegrepen door een heilig vuur als Sinardet. Elk artikel dat hij pleegt, elke enquête die hij laat uitvoeren, elk engagement in actiegroepen dat hij neemt, is doordesemd door één prioriteit: het redden van het Belgisch staatsverband. Eindeloos zijn de artikelen waarin hij het federaal staatsbestel bewierookt, waarin hij het einde van het Vlaams-nationalisme aankondigt, waarin hij het Vlaams karakter van de N-VA-verkiezingsoverwinningen minimaliseert. Hij is actief in de Pavia-groep die via een federale kieskring een ‘homo novus Belgicus’ wil scheppen, hij stapte gretig in Van Reybroucks’ G1000 dat de parlementaire democratie wil vervangen door een oligarchie van activisten (een idee dat, toevallig of niet, opborrelde na de N-VA-overwinningen). Hij savoureert van het feit dat N-VA een dominante positie in de federale regering heeft en daarmee zou bewijzen ‘dat België werkt’. 

Het feit dat meer dan 40% van de Vlamingen voor ronduit separatistische partijen stemmen, dat het Vlaams-nationalisme na haar desastreuze collaboratie-avontuur herrees als een feniks, dat sinds veertig jaar bevoegdheid na bevoegdheid naar de deelstaten wordt doorgespeeld, dat België het onfraai etiket van ‘failed state’ werd opgespeld door de internationale pers … Dat zijn voor onze aimabele academicus allemaal cognitieve dissonanten, die via een of ander nep-argument wel kunnen weggerationaliseerd worden om zijn gemoedsrust te herstellen. 

Relatief

Het laatste product van zijn Belgische ‘rescue’-missie behelst een enquête onder parlementariërs, waaruit blijkt dat de tendens om te defederaliseren afneemt en er integendeel een tendens ontstaat om te herfederaliseren. De vreugde kan niet op: niet alleen komt het Vlaamse autonomiestreven tot stilstand, er is zelfs sprake van een regressie, terug naar België! Ik gun collega Sinardet zijn Belgica-kick, maar wil toch enigszins het belang van deze enquête relativeren. 

De enquête werd afgenomen bij parlementsleden. Zij zijn weliswaar de stem van het volk maar zijn anderzijds ook leden van politieke partijen die het probleem van de staatshervorming vanuit de partijstrategisch oogpunt benaderen. 

Dat de MR de meest belgicistische partij is mag niet verrassen. De MR zwemt als enige centrumrechtse partij in een oceaan van linksgeoriënteerde partijen: de klassiek-socialistische PS, de christelijk-socialistische cdH, het groen-socialistische Ecolo en de communistische PTB. Het federale niveau, waarop ook de Vlaamse centrumrechtse meerderheid bedrijvig is, is voor de MR een redplank om niet te verzwelgen in de Franstalige linkse oceaan. 

Dat PS en Ecolo nog relatief autonomistisch blijven mag ook niet verrassen. Zolang niet aan de ‘solidariteit’ (lees: ‘de transfers’) wordt geraakt mag het gerust wat regionalistischer, zodat links zijn ding kan blijven doen in Wallonië (tot het faillissement erop volgt, zie Alain Mouton in Trends, 4 november 2015).

Wat geldt voor MR aan Franstalige kant, geldt voor sp.a en Groen aan Vlaamse kant. Hoe meer België, hoe meer men de ‘neoliberale’ duivels in Vlaanderen in de wielen kan rijden. Ook dat is niets nieuws. 

Dat CD&V, vroeger vrij Vlaamsgezind, nu meer belgicistisch wordt hoeft eveneens niet te verbazen. De meer Vlaamsgezinde kiezers van de CD&V zijn vertrokken naar N-VA. Vooral de meer belgicistische ACV-kiezers zijn gebleven. De groei van N-VA betekent met andere worden niet per se een even grote groei van Vlaamsgezindheid in het politieke veld. De N-VA zuigt Vlaamsgezinden uit andere partijen weg zodat die partijen minder Vlaamsgezind worden.

Dat laatste is navenant het geval voor de Open Vld. Deze partij stond in de negentiger jaren nog voor een grondige defederalisering (cfr. het boek De Belgische Ziekte van Guy Verhofstadt). Dit kaderde in de ambitie om in Vlaanderen de sterkste centrumpartij te worden. De Vlaamse grondstroom moest dus door de VLD vloeien. De extreme compromisbereidheid van de VLD in de regeringen Verhofstadt I en II verwees deze ambitie naar de prullenmand. Reeds in 2007 speelde men in de VLD met de gedachte met het belgicisme als ‘unique selling proposition’ de verkiezingen in te gaan. Guy Verhofstadt, realist als hij was, zou toen gesteld hebben ‘met het belgicisme win je geen verkiezingen’. De VLD kwam er in 2007 uiteindelijk nog goed vanaf. In de jaren 2010-2014 kwam het alarm in de Open Vld echter op rood te staan. De partij scoorde rond de 10 % in de opiniepeilingen en leek dus op weg naar een marginaal bestaan. Toen hebben Gwendolyn Rutten en Bart Somers het belgicisme wel van onder het stof gehaald en het federale België, een federale kieskring en een veto tegen verdere deelstaatautonomie tot partijstandpunten verheven. De Open Vld koos dus eerst voor Vlaanderen om de grootste de worden. Zij kiest nu voor België om niet de kleinste te moeten zijn. 

Niets nieuws onder de zon

De enquête van Sinardet leert ons dus eigenlijk niet veel nieuws. De partijstandpunten, die onder de invloed van de verkiezingsuitslagen, wel wat geëvolueerd zijn, worden er braafjes in gereflecteerd. Veel belangrijker is de evolutie in de publieke opinie. Elke objectieve waarnemer moet erkennen dat in vergelijking met de periode 2010-2011 er wel wat sprake is van een ‘Belgium is back’ gevoel. We hebben een stabiele regering, een goede voetbalploeg (waar 19 van de 25 spelers in het buitenland spelen), we hebben Stromae, enzovoort. Alles is echter relatief. Als je het België-gehalte vergelijkt met het dieptepunt in 2010-2011,dan is er een stijging. Als je echter vergelijkt met de ‘België-modelstaat’-euforie onder Verhofstadt dan is er een zware daling. Kortom, het ‘Belgium is back’-gevoel is fragiel en wellicht tijdelijk. Het volstaat dat de N-VA de verkiezingen verliest en we via een tripartite de PS terugkrijgen en de ontrafeling van België herneemt zijn gang.

Boudewijn Bouckaert (1947) is emeritus hoogleraar rechten en 'law and economics' aan de Ugent. Hij was Vlaams Parlementslid voor LDD en voorzitter van de klassiek-liberale club Nova Civitas en van het Overlegcentrum voor Vlaamse Verenigingen. Vandaag is hij voorzitter van de klassiek-liberale denktank Libera!

Commentaren en reacties