JavaScript is required for this website to work.
post

De zonnekoning van de autoritaire staat

Lukas De Vos14/3/2018Leestijd 11 minuten

Emmanuel Macron – staat –

Emmanuel Macron – staat –

foto © Reporters

De autoritaire staat is nooit weggeweest, schrijft Lukas De Vos. Frankrijk is de gevaarlijkste van allemaal. De houding van president Macron tegenover Corsica is die van een kleine potentaat belust op binnenlandse machtsuitbreiding.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Is hij ooit weggeweest, de autoritaire staat? Eigenlijk niet, hij is alleen wat gecamoufleerd geweest na bittere oorlogstijden. Er volgde wat opsmuk: wat sociale toegevingen her en der, wat financiële tegemoetkomingen, vage beloftes over zelfbestuur en culturele eigenheid. Maar in se is het militaristisch-kapitalistisch stelsel altijd doorslaggevend gebleven, in naam van de ‘de vijand van buitenaf’ (de bolsjewieken, het goddeloze communisme, Reagans ‘Evil Empire’, Bush’s ‘As van het Kwaad’, het ongebreideld liberalisme, de federalisten, de vijfde kolonnes, het decadente Westen, …) en de zelfbeschermende reflex die voor ‘veiligheid’ doorgaat (tegen alle ‘terreur’, van de RAF tot IS, van de Basken tot de Koerden).

 

De lijst is eindeloos, wat zich nog democratie noemt is hooguit een fel afgebleekt ideaalbeeld dat aangetast is door vergoelijkende omschrijvingen Orwell waardig. ‘Defensie’ – wat vroeger soms terecht Landsverdediging heette (WO I) – is nu een lapmiddel voor ‘preventieve aanval’ – en dat geldt evengoed voor de scheikundige wapens van Assad, als voor de inval van Turkije in Afrin, voor de Russische aanhechting van de Krim, Noord-Georgië, stukken Moldavië, en oostelijk Oekraïne, maar ook voor het Amerikaanse optreden in Afghanistan, het wapengekletter rond de Baltische Staten, de Franse interventies in West-Afrika, de Europese afdreiging van Servië.

Aan de hand van wapenleveranciers

Dat de politiek aan het handje loopt van de wapenleveranciers is een open deur intrappen. Zo kreeg de Britse ex-premier Tony Blair (met George Bush, José Manuel Barroso en José Maria Aznar verantwoordelijk voor tienduizenden doden bij de invasie van Irak in 2003, goedgepraat door de opgefokte mythe over ‘vernietigingswapens’) in 2014 de prijs van Save the Children voor zijn ‘humanitair werk voor de kinderrechten en de ontwikkeling van derdewereldlanden’. Maar diezelfde VN verklaart in januari dat de nood zo hoog is in Zuid-Soedan, dat Filippo Grandi (UNHCR) moet smeken om internationale hulp, ‘een fractie van de triljoenen voor wapenuitgaven’, die niet eens voor een derde is volgestort na gedane beloftes.

SIPRI, het Internationaal Vredesonderzoeksinstituut in Stockholm, ziet het politiek cynisme best in. Nooit is er meer wapentuig verhandeld sinds het einde van de Koude Oorlog als de twee voorbije jaren. Schaamteloze trafikanten zijn de VS, Rusland, China, Frankrijk (dat ons ten allen prijze de Rafale wil slijten) en Duitsland. Even schaamteloze opkopers zijn India (verweer tegen de vijand, Pakistan en China), Saoedi-Arabië (dat zich schuldig maakt aan massamoord in Jemen), de Verenigde Arabische Emiraten (De Saoedische bondgenoot, en de wal tegen Iran – reden waarom ook Qatar wordt geïsoleerd), China zelf (dat een snelle modernisering van zijn bewapening nodigt heeft voor zijn militarisering van de Zuid-Chinese Zee) en Algerije (om jihadisten tegen te houden?) De triljoenen flikkeren voor de ogen, de laatste vijf jaar namen de VS 33 procent van alle verkoop voor hun rekening, Rusland 23 procent.

Speldje met gebroken geweer

Daar sta je dan met je speldje van het gebroken geweer. Want op veel kleiner niveau wordt de vredesgedachte, zo dierbaar aan de Frontbeweging en de Vlaamse communisten onder Jef Van Extergem, vandaag afgedaan als naief, wereldvreemd, onaangepast aan de ‘toegenomen dreiging’. Welke dreiging? Die van vluchtelingen op de parkings van Groot-Bijgaarden of Jabbeke? Eén van de gevluchten zwoer dat de politie zich niet had bekendgemaakt, met anonieme wagens reed, en een waarschuwingsschot niet in de lucht maar naar de benen werd afgevuurd.

Veel erger is dat een in paniek vluchtende Ethiopiër werd doodgereden toen hij in donkere kleren de snelweg overstak. De arme dame die achter het stuur zat wordt misschien niet vervolgd (ja, ze was nuchter; nee, ze reed niet te hard; ja, ze reed op het juiste rijvak, uiterst rechts; ja, ze deed een ultieme poging om de vluchteling te ontwijken) maar ze zal wel voor de kosten zelf moeten opdraaien, want de verzekering dekt alleen schade voor aangereden dieren. Hoe verknipt moeten de geldaasvreters wel zijn om het nog maar hardop te durven zeggen? O ja, dat zullen ze wel doorsluizen naar crowdfunding, de aloude liefdadigheid van de mens mét een geweten.

Welke dreiging?

Welke dreiging? Die van de moslimradicalen? Die niet gestopt konden worden in Maalbeek en Zaventem en Verviers, maar die wel ‘beteugeld’ zijn door drie jaar lang soldaten te laten patrouilleren – voor overheidsgebouwen, chique winkelstraten, synagogen (niet voor de kathedraal van Antwerpen), verkeersdraaischijven? Niet voor de man in de metro, en de vrouw in de Delhaize. En straks wel voor de deur van de zoveelste showadvocaat (discretie is niet langer een deugd) als hij Salah Abdeslam verdedigt. Kostprijs van dat ‘afschrikwekkend’ maar allesbehalve effectief ‘dreigingsniveau 3’: 140 miljoen euro. En uitgebluste soldaten. De bedoeling was de taak van de politie te verlichten. Daar is niks van in huis gekomen, blijkt uit een rapport van het Comitee P. (mei 2017); dat nogal scabreus erbij noteert: ‘Wanneer de beveiliging van de politieman versterkt wordt, verzwakt de beveiliging van de burger’. Zoals ze zelf zeggen: ‘Een duidelijke meerwaarde’.

De verharding van de samenleving gebeurt van bovenuit, opgelegd door economische prioriteiten, niet door sociale bewogenheid. Hebzucht en woeker. Natuurlijk, de middenstand regeert het land, zal ik mijn naamgenoot maar nazeggen. Maar de voortschrijdende economisering van de maatschappij heeft nu ook het onderwijs ingepalmd (al jaar en dag beklagen VBO en Voka zich erover dat er leerlingen zijn die godlof Latijn of zelfs Grieks studeren, of universitairen die moraalwetenschappen en geschiedenis volgen, hoe worden zulke mensen ooit bruikbaar, lees: onmiddellijk inzetbaar in de productie en de handel?). De digitalisering is er niet om u en mij te plezieren, maar om kosten door te sluizen naar de gebruiker-verbruiker (een nieuw type mens allicht). Zelfbankieren, elektronische verkoop, virtuele munten, betaalwebsteks, levenslang leren, de verbeelding is grenzeloos als het op aftroggelen aankomt.

De hoer van Babylon

IT is het Kainsteken van de verloederde, onethische maatschappij geworden. De Hoer van Babylon. De Tau op het voorhoofd van de volgelingen van het Beest (‘Hij – Satan – stelt als voorwaarde dat we zijn teeken dragen: de glorierijke thau T. Daarom beveelt de opperraad der Unie dat het verplichtend is voor de mannen het teeken op het voorhoofd te dragen, de vrouwen op de borst’, schreef Jef Scheirs in zijn apocalyptische roman Het Einde der Wereld uit 1929; ver zat hij er niet naast, de smartphone aan het oor, de USB-stick rond de nek, en Zuckerberg en Musk als de valse profeten). Het explosieve implantaat van de film Kingsman: The Secret Service (Matthew Vaughn, 2014), gratis opgedrongen door de weldoener-magnaat Valentine (Samuel L. Jackson) die zo menslievend is dat hij de ‘redding’ van de aarde wil verwezenlijken door zowat iedereen om te brengen, want ‘de mens is het virus van de aarde’.

Deze hele ontwikkeling steunt op een paradox die pijn doet aan de ogen: maximale liberalisering van de handelsvoorwaarden (globalisering) en maximale inperking van de burgervrijheden (vrije meningsuiting, politieke vrijheden, rechtsbedeling, mobiliteit, privacy, scheiding tussen rechterlijke en politieke macht). De bespiedingsmaatschappij is vlees geworden. De autoritaire staat is helemaal terug, maar dan wel als dienstmaagd van een herkenbaar adiagum: ‘Millionen stehen hinter mir’ (John Heartfields ontmaskering van Hitlers Volksstaat). Volksstaat is synoniem geworden van natiestaat (etymologisch komt ‘staat’ van status, positie, ambt, aanzien; natio betekent trouwens ras, en het huidige begrip ‘identiteit’, ‘identitair’ dekt goeddeels dezelfde lading – niet toevallig is dat begrip ook gelanceerd door uiterst rechts, gedenk de kortstondige fractie ITS in het Europees Parlement, Identiteit Traditie Soevereiniteit, die in 2007 ontstond én ter ziele ging).

De jacobijnse natiestaat

De natiestaat kenmerkt zich door jacobinisme. Een strak centraal bestuur dat eenheid beklemtoont, maar dan wel in de vorm van uniformisering. Wat zich binnen de ‘gegeven’ grenzen van de staat afspeelt, wordt bepaald vanuit een onbeweeglijk centrum dat recht, orde, toepassing, en beoordeling bepaalt. In tijden van onrust verhardt het autoritaire minderheidsdenken dat voorwendt ‘de wil van het volk’ te vertegenwoordigen en te verdedigen. Alleen wordt dat volk zelden geraadpleegd, het wordt bewust geïndoctrineerd met de ‘heilige’ afgrenzingen van het grondgebied en blind gemaakt voor de veroverings- en assimilatietactiek.

Ook daar toont zich een paradox: jacobinisme zet in op onveranderlijkheid, op onbeweeglijke vastheid van de macht, maar zijn expansiegerichtheid (der Sucht nach Lebensraum, Bekeringsijver, Kolonialisme, het Uitdragen van de beschaving, de Teokratie) vloekt met de idee van voor eeuwig vastgelegde grenzen. Grenzen zijn wak, vloeibaar. Ze zijn constructies van de macht en daarom alleen al ten hoogste tijdelijk hanteerbaar (en aanpasbaar als de macht er voordeel bij heeft). Het is dit soort verwijt dat de Europese Unie vandaag krijgt van identitair georiënteerde lidstaten als de Visegradlanden, Oostenrijk of Griekenland, die hun eigen redenen en ervaringen hebben om de gevreesde Superstaat tegen te werken. En meteen in hetzelfde euvel vervallen in eigen binnenland.

Frankrijk is de gevaarlijkste

De meest wrange voorbeelden vandaag in ons werelddeel zijn Hongarije, Roemenië, Polen, en vooral Spanje, Turkije en Frankrijk. De gevaarlijkste is ongetwijfeld Frankrijk, omdat – naar het woord van de Corsicaanse autonomist en pacifist Edmond Simeoni (vader van de huidige voorzitter van de Uitvoerende Raad van Corsica, Gilles Simeoni) in een Vrije Tribune in Le Petit Corse (28 januari) – ‘la France, confrontée, depuis cinquante ans en Corse à la résurgence d’un problème dont elle ne soupçonnait même plus l’existence – l’exigence séculaire du peuple corse de vivre libre’ uitsluitend de vernietiging nastreeft van de demokcatie ‘par la francisation méthodique. En 1950, ce but néfaste a failli être atteint’.

Corsica is namelijk een geliefkoosd oord voor rijke Fransen, die de kuststreken volbouwen met buitenhuizen en villa’s, wat tot een regelrechte grond- en vastgoedspeculatie heeft geleid. En vooral sinds de dekolonisering van Noord-Afrika is het ook een geliefd toevluchtsoord geworden van de ‘pieds-noirs’. Het leidde tot het begin van het gewapend verzet op Corsica, toen in augustus 1975 twaalf man met jachtgeweren (de wilde zwijnen zijn een plaag op Corsica) de wijnkelders bezetten van een grootindustrieel, die uit de Magreb had moeten vertrekken, en wiens bedenkelijke markttechnieken en malversaties honderden kleine wijnbouwers naar het bankroet of de sluiting dreven. De zeer rechtse en onbuigzame Franse minister van Binnenlandse Zaken Michel Poniatowski stuurde er in november met goedkeuring van president Chirac twaalfhonderd gendarmes op af. Er vielen twee doden (bij de ordetroepen) en één gewonde (bij de jagers).

Verzet in Corsica

Het jaar daarop kreeg het gewelddadig verzet tegen Parijs zijn eigen vorm, het FLNC (Fronte di Liberazione Naziunale Corsu). Het FLNC haalde meteen de krantenkoppen met 21 bomaanslagen op 4 mei 1976. Pas in 2014 kondigde de militie, 10.000 aanslagen en 40 doden later, een wapenstilstand af om officieel over te stappen op vreedzaam verzet in 2016. Dat had twee gevolgen: er ontstonden alsnog gewapende splintergroepen, zoals FLNC-22, én de aanhang van de nationalistische partijen ging pijlsnel de hoogte in. Zij wonnen in december vorig jaar de vervroegde verkiezingen – vervroegd omdat Parijs de twee kieskringen, Haute-Corse en Corse-de-Sud, in het kader van de schaalvergroting (het subsidiariteitsprincipe is onbekend in Parijs) had versmolten; de Corsicanen hebben 4 zetels in het Franse Lagerhuis (Assemblée) – en wel met een absolute meerderheid: Pé a Corsica (het kartel tussen de autonomistische partij Femu a Corsica, liberaalgetint, en het links-onafhankelijkheidsgezinde Corsica Libera) haalde 41 van de 63 zetels binnen in het regionaal parlement.

Frankrijk had al zijn stekels opgezet toen de Corsicaanse parlementsvoorzitter Jean-Guy Talamoni in 2015 zijn toespraak in de volkstaal hield, en niet in het Frans. Het onbegrip steeg ten top bij de eedaflegging van Talamoni en van Simeoni, die samen met de tien andere leden van de Uitvoerende Raad, dat niet op de grondwet of de bijbel deden, maar met de hand op de Giustificazione della Rivoluzione di Corsica e della Ferma Risoluzione presa da’ Corsi, di non Sottomettersi mai più al Dominio di Genova. Dat boek, de Rechtvaardiging van de Corsicaanse Omwenteling en van de Vaste Overtuiging der Corsicanen om zich Nooit meer te Onderwerpen aan het Gezag van Genua, was in 1758 geschreven door een priester, don Gregorio Salvini, hoewel naamloos uitgebracht in Napels. Het bevat een lijst van 160 schandelijke uitspraken van de rechtbanken en van ambtelijke knevelarij, die meteen de grondslag legden voor het verweer sinds 1729 tegen de Republiek Genua (samen met Venetië één van de laatste stadsstaten in wat Garibaldi – overigens in Nizza geboren, zijn huis staat op de hoek van het aanlegdok – later tot Italië zou verenigen).

Placcaert van Verlatinghe

Het boek symboliseert de gerechtvaardigde opstand tegen kerk en staat, die nog altijd het middeleeuwse (en in Frankrijk nog altijd geldende, zij het gelaiciseerde) principe volgden dat een volk nooit tegen zijn soeverein in opstand mag komen. Ze zouden beter het Placcaert van Verlatinghe (1581) eens gelezen hebben, waarbij de ‘Staten Generael van de geünieerde Nederlanden … den Coninck van Spaegnien’ vervallen verklaart ‘van de Overheit en Heerschappije’, omdat koning Filips II ‘in stede van zijne ondersaten te beschermen, deselve soeckt te verdrucken, t’overlasten, heure oude vryheyt, privilegien ende oude herkomen te benemen, ende heur te gebieden ende gebruycken als slaven, moet ghehouden worden niet als Prince, maer als een tyran’, en het volk hem daarom ‘voor egheen Prince meer bekent’. Dat zouden uitgerekend de Fransen beter moeten begrijpen, toen ze zelf een einde maakten aan het koningschap in 1789.

De poging van Corsica om het juk van Genua af te werpen kende redelijk veel succes bij de talloze clans die het eiland bevolkten. In 1755 riep Pasquale Paoli de republiek uit. Genua riep de hulp in van de Franse koning om het verzet neer te slaan, en verkocht in het geheim het eiland aan de Hertog van Choiseul, de vlootvoogd van Frankrijk. In 1768 stond Genua Corsica in het Verdrag van Compiègne ‘ten eeuwigen dage’ af aan Parijs (zoals later met Gibraltar zou gebeuren tot voordeel van de Britse kroon). Het volk kwam in opstand, maar het guerillaleger werd verslagen in de slag bij Ponte Novu in mei 1769. In zijn Précis du Siècle de Louis XV toonde Voltaire zich diep onder de indruk van de moed der Corsicanen. ‘Ce courage fut si grand que dans un des combats, vers une rivière nommée le Golo, ils se firent un rempart de leurs morts pour avoir le temps de charger derrière eux avant de faire une retraite nécessaire; leurs blessés se mêlèrent parmi les morts pour raffermir le rempart. On trouve partout de la valeur, mais on ne voit de telles actions que chez des peuples libres’ (hoofdstuk XL). Het was ook logisch dat Voltaire Corsica verdedigde: het was de allereerste republiek in Europa die naar de ideeën van de Verlichting was opgezet.

Onverzoenlijke Macron

Het is dan ook geen toeval dat de Universiteit in Corte, de Università di Corsica, genoemd is naar hun grootste wetgever, Pasquale Paoli. Gesticht in 1765, en drie jaar later al gesloten – tot 1981. Frankrijk was maar bereid ze opnieuw toe te staan om de braindrain en de ontvolking van Corsica tegen te gaan. Vandaag leven er 320.000 mensen op het eiland. Omdat het de enige universiteit is waar je Corsicaans kunt studeren, werd ze ook een broedplaats voor ontvoogding en onafhankelijkheidsstreven. Simeoni heeft er gestudeerd, Talamoni gedoceerd. Ze zijn allebei advocaat. Simeoni was één van de vier verdedigers van Yvan Colonna, een geitenhoeder die tot levenslang is veroordeeld voor de moord op de Franse prefect op 6 februari 1998, Claude Erignac. Colonna houdt tot vandaag zijn onschuld vol. En net daar begint de onverzoenlijkheid die Emmanuel Macron bij zijn bezoek aan het eiland op 6 en 7 februari naar Corsicaanse normen harteloos heeft getoond.

Dat er een duidelijke vorm van weerwraak en minachting gepaard ging met de komst van de Franse president lag voor de hand. De overwinning van de nationalistische partijen is hem een doorn in het oog, vooral omdat zijn eigen partijtje, de Andà per Dumane van Jean-Charles Orsucci na de tweede ronde op amper 12,66 procent van de stemmen bleef steken – en amper 6 van de 63 zetels won. Een affront voor Macron. Rechts haalde in totaal 22 zetels. Macron glijdt steeds meer die richting uit: economisch een pure vrijemarktadept, ideologisch een centralist met autoritaire neigingen. En dus schoffeerde hij het andersdenkende Corsica, dat gehoopt had op een open dialoog over de toekomst van het eiland. Niet met de bedoeling zich af te scheuren, wel om meer eigen bevoegdheden te krijgen.

Kleine potentaat

Maar van meet af aan was duidelijk dat Macron zich zou gedragen als een kleine potentaat. De eigenlijke reden van zijn komst was niet om de nieuwe deelregering te ontmoeten, wel om de moord op Erignac te gedenken en te verheffen tot toonbeeld van de francité. Hij huldigde een gedenkplaat in op de plek van de moord aan de Rue Colonel-Colonna-d’Ornano (van een cynisch toeval gesproken, die naam), vlakbij de concertzaal Kalliste waar de prefect de opvoering wou bijwonen van Beethovens Eroica. Ook dat nog.

Eigenlijk was alles een cynisch toeval. Erignac had zijn chauffeur naar huis laten gaan en reed zelf. Hij had zijn vrouw afgezet aan de zaal, en een parkeerplaats in de buurt gezocht. Hij haastte zich te voet naar het concert in een slecht verlichte straat. Drie kogels in de nek. Hoewel vlakbij de rijkswachtkazerne Battesti ligt. Het proces achteraf was een schoolvoorbeeld van de flikkenoorlog, een strijd tussen magistraten en onderzoekers, van politiek tegen gerecht. Herkenbaar. Hoe dan ook, bij de plechtigheid bleef Talamoni uit principe weg, Simeoni slikte de belediging door dat niet eens de Corsicaanse vlag was gehesen, alleen Franse en Europese vaandels. Uiteraard weigerden de Corsicaanse leiders zich daarna te laten gebruiken op een eetmaal met Macron.

Insult to injury

Want als ze al iets verwacht hadden van de toespraak die Macron hield in het cultureel centrum Alb’ Oru van een buitenwijk in Ajaccio – en dus niet, zoals het hoort, in het plaatselijk parlement, to add insult to injury – dan kwamen ze bedrogen uit. Geen enkele verzuchting kon ook maar op enig begrip rekenen. Lankmoedigheid voor de (nog zowat 14) politieke gevangenen? Daar werd met geen woord over gerept, ook niet over hun mogelijke overbrenging naar een gevangenis op het eiland zelf. Gelijkwaardigheid van het Corsicaans met het Frans? Vergeet het, ce patois. Bescherming van de plaatselijke bewoners tegen de vastgoedspekulanten? Niks van. Gesprekken over een autonomiestatuut? ‘Gebruik eerst de bevoegdheden die jullie al hebben’. Eigen belastingen? ‘Une liberté pourrait être donnée à la Corse de mettre en place de nouvelles taxes mais il y aura en contrepartie moins de dotations de l’Etat’. Broekzak, vestzak, en dat voor één van de armste onder 18 districten van Frankrijk.

In één woord, wat Frans (uiterst) rechts altijd bepleitte, onverzettelijkheid. Ontoegeeflijkheid. ‘Ceux qui veulent dissocier la Corse de la République se trompent et font souffler des vents mauvais’.

Macrons bezoek stond uitsluitend in het teken van binnenlandse machtsuitbreiding, nu het wat minder gaat met zijn populariteit, niet in het teken van verzoening en federalisering. Macron staat dan ook onder zware druk van de Senaat, en ziet de kans om op zijn rechtse flank het wankelende Front National aan te vreten. Centralisme en grandeur, dat zijn de enige beweegredenen. Le Figaro omschreef zijn blitsbezoek terecht als een verschijning ‘pour réaffirmer l’autorité de l’Etat alors que les revendications autonomistes reprennent de la vigueur’. Frankrijk is Genua in het groot geworden, en ziet alleen zichzelf in de spiegel. L’Etat c’est moi – Frankrijk heeft zijn nieuwe Zonnekoning gevonden.

Lukas De Vos (1949) is senior journalist (VRT, knack.be), docent, essayist. Recente boeken: 'Land! Land!'(2011); 'Heen' (2012); 'Ivo Michiels Poortwachter Woordwachter' (2013); 'Met Thrillend Oog' (2016); 'Apache, Niet Zomaar een Indianenverhaal' (2017). Europakenner, Aziëdeskundige, filmspecialist (Snapshots VVF). In voorbereiding: 'De Duitse Strop' (2018).

Meer van Lukas De Vos

Rechts gaat vooruit bij de recente federale verkiezingen in Zwitserland. Maar het land functioneert helemaal anders dan andere Europese democratieën.

Commentaren en reacties