JavaScript is required for this website to work.
Wetenschap

De tweede prik uitstellen? Ja, maar niet te lang

Is de éénprikstrategie een goed idee?

Hendrik Cammu7/3/2021Leestijd 4 minuten
Sinds begin 2021 overwegen verschillende landen om de tweede dosis van het
Pfizervaccin te schrappen, de zogenaamde éénprikstrategie, om zo meer mensen te
kunnen vaccineren en op die manier ‘de bevolking sneller in een veilige haven te
loodsen.’

Sinds begin 2021 overwegen verschillende landen om de tweede dosis van het Pfizervaccin te schrappen, de zogenaamde éénprikstrategie, om zo meer mensen te kunnen vaccineren en op die manier ‘de bevolking sneller in een veilige haven te loodsen.’

foto © Pixabay / DoroT Schenk

Sinds begin 2021 overwegen verschillende landen de zogenaamde éénprikstrategie, om zo meer mensen te kunnen vaccineren. Goed idee of niet?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Sinds begin 2021 overwegen verschillende landen om de tweede dosis van het Pfizervaccin te schrappen, de zogenaamde éénprikstrategie, om zo meer mensen te kunnen vaccineren en op die manier ‘de bevolking sneller in een veilige haven te loodsen.’ Ook België flirtte met dat idee. De Hoge Gezondheidsraad echter adviseerde tegen het schrappen van de tweede dosis, maar was akkoord om meer tijd te laten tussen de 1ste en de 2de prik om in die ‘time gap’ meer mensen te vaccineren. Hoe lang kan men wachten met de tweede prik? Wat zegt de wetenschap? Feit is dat de twee mRNA-vaccins, Pfizer en Moderna — allebei voor 95% doeltreffend — twee toedieningen vereisen om een goede immuniteit op te bouwen. Een tweede dosis is echt nodig.

Waarom hebben de vaccins van Pfizer en Moderna twee dosissen nodig?

Het Pfizer- en Modernavaccin zijn messenger RNA (mRNA) vaccins, ze zijn vervaardigd in een labo. Het mRNA is een molecule die, wanneer ingespoten, in staat is om in de lichaamscel verschillende kleine eiwitten te bouwen. Zodra deze kleine eiwitten de cel verlaten komt ons afweersysteem in actie en bouwt antistoffen tegen deze kleine eiwitten.

De eerste toediening van het vaccin veroorzaakte een immuunreactie. Onderzoek toonde aan dat enkele weken na de eerste injectie er wel degelijk antistoffen werden gebouwd hoewel de productie van antistoffen nogal zwak uitviel. Toen een tweede dosis werd toegediend was de immuunreactie vele malen sterker. De volgende stap in het onderzoek was om na te gaan of het vaccin een covid-19-infectie kon verhinderen. Dat kon, zelfs al na de eerste prik. Niemand weet echter wat de impact zou zijn op de besmettingsgraad met covid-19 na enkel de eerste prik om de simpele reden dat er in alle studies steeds twee injecties met interval werden gegeven. Hoe goed werkt het vaccin als slechts één dosis wordt gegeven? Onbekend.

‘Geef een eerste dosis nu en wacht met de tweede dosis tot bijvoorbeeld na de zomer, ondertussen win je tijd en zal een grote groep haar eerste prik gekregen hebben.’ Valt er iets te zeggen voor deze strategie? Dat er een zekere bescherming is na de eerste prik staat vast, maar het is momenteel niet geweten hoe groot die bescherming dan wel is en hoelang ze blijft. Het is goed mogelijk dat er bij 1 prik slechts een gedeeltelijke bescherming optreedt. Een gedeeltelijke bescherming wil zeggen een zwakkere verworven immuniteit. En dat betekent dat er een grotere kans bestaat op het ontstaan van vaccinatieresistente varianten van het covid-19-virus. Belangrijker nog is dat eenmalig gevaccineerde personen zich, onterecht, voldoende beschermd kunnen voelen en de hygiënemaatregelen aan hun laars lappen.

Op welk moment geven we best de tweede dosis?

Het Amerikaanse ‘Center for Disease Control and Prevention’ (CDC-Atlanta) raadt aan om de tweede dosis van het covid-19-vaccin drie weken na de eerste dosis te geven voor het Pfizervaccin en vier weken na de eerste dosis voor het Modernavaccin. Het CDC zegt om niet langer dan zes weken te wachten tussen de twee prikken. Maanden wachten met de tweede prik is bijgevolg geen goed idee. Omgekeerd is het evenmin aan te raden om de tweede dosis na minder dan drie (Pfizer) of vier (Moderna) weken toe te dienen. Het vroegste moment om de tweede injectie te geven is maximum vier dagen voor de voorziene drie (Pfizer) of vier (Moderna) weken.

De covid-19-virusvarianten en de covid-19-vaccins

Virussen sleutelen voortdurend aan hun genetische code, muteren heet dat. Het covid-19-virus dat in Wuhan (China) op een ‘wet market’ een menselijk virus werd, is sindsdien de wereld rondgegaan en heeft al ontelbare varianten van zichzelf gebouwd. Nieuwe varianten zoals het Britse, Zuid-Afrikaanse, Braziliaanse zijn voornamelijk in staat om zich sneller te verspreiden en te besmetten, maar ze verhogen de sterftekans niet. De huidige vaccins beschermen ook tegen deze varianten.

Vaccins zijn gecreëerd om een rist verschillende antistoffen (eiwitten dus) te maken tegen verschillende onderdelen van het virus. Zelfs al muteert een deel van het covid-19-virus, dan nog zullen de antistoffen andere stukken van het virus herkennen. In het slechtste geval zal de vaccinefficiëntie ietwat dalen. Ondertussen zijn de bedrijven bezig hun vaccins aan te passen aan de nieuwe soorten van covid-19-virussen.

Moeten mensen die covid-19 hebben doorgemaakt nog gevaccineerd worden?

Niet meteen. Een Oostenrijks onderzoek bij 14.840 individuen die tijdens de eerste coronagolf (februari-april 2020) geïnfecteerd en ziek werden, toonde aan dat de kans om beschermd te zijn tijdens de tweede golf (1 september-30 november 2020) 91% bedroeg (Pilz S et al. Eur J Clin Invest 2021 Feb 13). Slechts 40 (0,27%) van de 14.840 die ziek werden tijdens de eerste golf werden een tweede keer besmet. In de algemene Oostenrijkse bevolking was dat tien keer meer (2.85%). Concreet wil dit zeggen dat de bescherming na een eerste covid-19-infectie tenminste zeven maanden duurde. Tot op heden is zeven maand precies de tijdsduur van bescherming van zowel het Pfizer- als het Modernavaccin. Afgaande op deze gegevens is er absoluut geen urgentie om eerder besmette mensen opnieuw te vaccineren. Dit is een welkom gegeven in een tijd van relatieve vaccinschaarste op de markt.

Verplichte vaccinatie voor zorgverstrekkers?

Tot slot nog dit: moeten zorgverleners worden verplicht zich te laten vaccineren? Op het eerste gezicht zeg ik ‘neen’, denkende dat zorgverstrekkers wel beter weten en niet twijfelen aan het nut van vaccinatie. Maar dan lees je het Sciensano-onderzoek waaruit blijkt dat 1 op 8 Vlaamse en 1 op 5 à 6 Brusselse/Waalse zorgvertrekkers geen vaccin willen. Sterker nog, een kwart van de Vlaamse en een derde van de Brussel/Waalse zorgverleners twijfelt over het nut van een vaccin. Samengevat is een derde van de Vlaamse en de helft van de Brusselse/Waalse zorgverstrekkers niet overtuigd dat het coronavaccin nuttig is. Eerlijk? Ik val van mijn stoel.

Vaccinatie is dé belangrijkste verwezenlijking in de geschiedenis van de geneeskunde. Je hebt als zorgverstrekker een voorbeeldfunctie en je bent verplicht om je patiënten te beschermen. Met hygiënemaatregelen in de eerste plaats — stel u voor dat ik vanaf nu patiënten zou opereren in een jeans en T-shirt, zonder masker en zonder de handen te schrobben, welke patiënt zou mij nog vertrouwen? — maar ook met vaccinatie als deze haar nut heeft bewezen. En dat heeft ze, als je ziet hoe de vaccinatie de sterfte bij 85-plussers fors heeft doen dalen. Zoveel halsstarrig antivaccingevoel bij collega’s had ik nooit verwacht. Zorgverstrekkers moeten begrijpen dat door zich te laten vaccineren ze op meer vertrouwen van hun patiënten mogen rekenen. Zou dit Sciensano-onderzoek de juiste weerspiegeling zijn van de realiteit, dan zou ik vaccinatie verplichten voor zorgverstrekkers.

Hendrik Cammu (1956) is als arts verbonden aan UZ Brussel en is docent gynaecologie aan de VUB. Als publicist, populariseert hij medische wetenschap o.a. voor De Tijd en Eos. Hij schreef eerder drie boeken over zeer uiteenlopende medische onderwerpen voor een breder publiek.

Meer van Hendrik Cammu
Commentaren en reacties