JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

De Vlaamse koster-schrijvers

Schrijven vanonder de veilige stolp

Chris Ceustermans23/11/2015Leestijd 3 minuten

Waar zijn de Vlaamse moedige, maatschappijkritische schrijvers?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

In Hongarije roept de beroemde Joodse auteur György Konrad die het nazisme en communisme overleefde op om niet naïef te zijn over de totalitaire wortels en praktijken van de islam. Sceptisch zijn is een morele plicht, zo benadrukt deze vroegere voorzitter van de internationale schrijversorganisatie PEN.

Ooit waren er ook in Vlaanderen tijden waarin de schrijvers het lef hadden om dingen te vertellen die de goegemeente liever niet hoorde. Ooit durfden Vlaamse schrijvers het uit te schreeuwen wanneer de keizer geen kleren droeg of durfden ze kerkelijke of seculier-religieuze fabeltjes doorprikken.

Schrijvers waren degenen die wenselijke mensbeelden ontmaskerden. Wat hen niet in dank werd afgenomen en waardoor ze minstens door een deel van de samenleving werden uitgespuwd zoals Gerard Walschap die publiekelijk en al schrijvend religieuze dogma’s van zijn tijd afwierp. In vele delen van de wereld speelt de schrijver nog steeds die rol van vrijdenker die alleen aan zijn/haar geweten en aan dat wat hij met zijn eigen ogen ziet en leest verantwoording verschuldigd is.

In Vlaanderen ligt dat anders bij degenen die zichzelf als het kransje van de schrijversgild beschouwen. Die vinden zich ontzettend moedig omdat ze onder luid applaus van de eigen achterban steeds weer inhakken op blijkbaar levensbedreigend gevaar zoals de N-VA  of op de geketende en tandeloze beer van de katholieke kerk zoals Dimitri Verhulst in zijn Bloedboek. Maar voor alles wat gevoelig ligt voor de weldenkende culturele sector zijn het vaak diezelfde auteurs die het debat trachten te smoren. Of het zijn zij die de mensen proberen te vertellen dat wat we voor onze ogen denken te zien er niet is en dat ze zich moeten verlaten op gemeenplaatsen zoals dat de meeste mensen het goed bedoelen en dat er altijd een oplossing mogelijk is als we maar genoeg van elkaar houden.

Het nieuwste pijnlijke voorbeeld van sussende pastoorspraat is de auteur David Van Reybroucks knullige poging om president Hollande op de vingers te tikken omdat die durfde het liquideren van 129 mensen door een met de totalitaire ISIS-staat in contact staande commando’s een ‘oorlogsdaad’ te noemen. Alsof IS het Westen en de vrijheid van het woord niet de oorlog heeft verklaard. Van Reybrouck durft daarenboven nog suggereren dat het Westen vooral aan zichzelf te danken heeft door onder meer de invasie in Irak. Alsof er in de islam geen tendens aanwezig is om het allesbehalve vreedzame leven van de psychopaat genaamd Mohammed als uitgangspunt van een nieuw kalifaat te nemen.

Dezelfde verlichte scribenten die klaarstaan om presidenten van een gewonde democratie meteen de les te spellen, zwijgen als vermoord wanneer er in Vlaanderen kritische islamboeken door een uitgeverij worden gedumpt. Ook in de uitgeverijwereld lijken het politiek correcte en het vlotte marketing-denken elkaar vaak  te hebben gevonden in een escapistische vrijblijvendheid. Geen wonder dat veel van de in Vlaanderen gepubliceerde literatuur zo voorspelbaar en irrelevant blijkt als feelgood-romannetjes uit het Berlijn van de jaren ’30 waarin geen spoor van het nakende drama te voelen valt.

Dat soort ‘Biedermannen’ die zich schrijver noemen maar in een Pavloviaanse reflex steeds dezelfde mantra’s uitbrengen, maken een mens af en toe beschaamd om auteur te zijn. Gelukkig is het schrijver-kosterschap vooral een lokaal fenomeen. In vele landen grijpen schrijvers zonder taboes deze woelige tijd bij de staart. Mensen zoals Hafid Bouazza, V.S. Naipaul, Boualem Sansal met zijn dystopische roman 2084 over de overwinning van het ISIS-gedachtengoed, György Konrad en zovele anderen. Allemaal schrijvers die door het leven niet zo verwend werden zodat ze zich onder de veilige stolp van het politiek correcte denken konden blijven verschuilen.

Die stolp dreigt ook in Vlaanderen steeds sneller te barsten. Jammer voor de ingekapselde auteurslevens. Misschien geeft deze tragische ontwikkeling wat zuurstof aan de Vlaamse literatuur. Want het is net over het al dan niet ketenen van het woord en de verbeeldingsvrijheid dat de strijd met de nieuwe totalitaire bewegingen gaat.

Foto (c) Reporters (György Konrad)

Chris Ceustermans is auteur en observator van het stedelijk leven in Antwerpen en Brussel. In 2014 verscheen bij WPG-Manteau zijn roman ‘De Boekhandelaar’. Eind september 2015 verscheen zijn roman: Koude Oorlogsdromen. http://deboekhandelaar.com/

 

Chris Ceustermans is een veertiger die ooit van zijn pen leefde als journalist bij onder meer De Morgen. Na andere wegen te hebben verkend, keerde hij terug naar zijn oude liefde: de literatuur. Op Doorbraak pleegt hij af en toe een stuk over dingen die in de eenzijdige media te weinig aan bod komen. 'Ni dieu, ni roi, ni maître', blijft zijn motto, al lijkt dit voor de meeste zelfverklaarde 'links weldenkenden' al lang vergeten.

Meer van Chris Ceustermans
Commentaren en reacties