JavaScript is required for this website to work.
Communautair

De Vlaamse vakbond is de Waalse niet

Regionalisme zit de vakbond in de genen

Tom Garcia6/1/2016Leestijd 4 minuten

De communautaire verschillen bij de vakbonden komen niet uit de lucht vallen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het zijn rare tijden. Terwijl de centrumrechtse regering, met een Vlaams-nationalistische partij als component, het communautaire thema netjes in de frigo houdt, zien we nu een regionale breuk ontstaan bij de vakbonden. Maar is dat wel zo raar? Een duik in de naoorlogse geschiedenis toont in elk geval dat er altijd al een regionalistische reflex (of kramp, naargelang) is geweest. En die steekt meestal de kop op in momenten van grote crisis.

De huidige loopgravenoorlog tussen vakbonden en regering wordt vaak vergeleken met de bitse strijd tussen de mijnwerkersbonden en de Thatcher-regering in Engeland in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Maar er is in eigen land een nog beter voorbeeld te vinden dat beangstigend sterk op de huidige situatie lijkt: de ‘Staking van de Eeuw’ tegen de Eenheidswet van de regering Eyskens in 1960. Ook toen botste de centrumrechtse regering met de vakbonden. Ook toen grepen de vakbonden naar de zware middelen en hield de regering het been halsstarrig stijf. En ook toen ontstond er een breuk tussen Vlaamse en Waalse vakbonden.

De Belgische economie kwam nog relatief ongeschonden uit de Tweede Wereldoorlog en de heropbouw van het land gaf de traditionele economische sectoren voldoende voedingsbodem. Maar het gebrek aan innovatie wreekt zich gaandeweg de jaren vijftig. De concurrentiepositie van België verzwakt, de werkloosheid stijgt en het land glijdt in een crisis. De centrumrechtse regering van christendemocraten en liberalen onder leiding van premier Gaston Eyskens werkt een groot plan voor economische hervormingen uit en giet die in de zogeheten ‘Wet voor economische expansie, sociale vooruitgang en financieel herstel’, ook bekend als de Eenheidswet. De maatregelen van deze ‘herstelregering’ zijn behoorlijk ingrijpend (en herkenbaar): hogere belastingen en forse besparingen op defensie, onderwijs, werkloosheidsuitkeringen en pensioenen.

André Renard

Deze voorstellen stoten op felle weerstand van de vakbonden. Vooral in Wallonië, waar de crisis het hardst gevoeld wordt, wordt bijzonder scherp gereageerd. Grote voorman aldaar is de adjunct-algemeen secretaris André Renard. Hij werkt een alternatief hervormingsplan uit met meer controle op de holdings, nationaliseringen en de oprichting van een nationale gezondheidsdienst. Renard voelt het verschil tussen de Vlaamse en de Waalse militanten goed aan en koppelt zijn hervormingsplan aan de federalisering van het land. Op die manier hoopt hij zijn plan alvast in Wallonië door te drukken. De Vlamingen kunnen dat dan doen op het moment dat zij er klaar voor zijn. ‘Het federalisme is noodzakelijk om de structuurhervorming van de staat door te voeren’, stelt Renard en brengt daarmee het regionalisme bij de vakbond binnen.

Die regionalistische kijk mag dan al vreemd lijken komende van een zeer radicale linkse figuur, maar in die periode was dat niet zo opmerkelijk. Aan Vlaamse zijde leefde het ook bij socialisten als Camille Huysmans en Lode Craeybeckx, die overigens goede banden onderhielden met hun Waalse broeders. Gaandeweg werd het regionalisme in Vlaanderen gepolitiseerd, maar in Wallonië bleef het eerder verder leven in syndicale kringen en steekt het regelmatig de kop op. Vooral de jongste jaren.

Splitsing

Toen Mia De Vits haar voorzitterschap van het ABVV neerlegde in 2004 werden de regionale breuklijnen duidelijk zichtbaar.

‘Het vertrek van Mia De Vits aan het hoofd van het ABVV legt een vierdubbele machtsstrijd bloot. Er is de Vlaams-Waalse strijd, de strijd tussen het intergewestelijke niveau en de centrales, de politieke strijd en de strijd om meer modernisering. Door al die krachtmetingen loopt een communautaire ader’, schreef Bart Eeckhout er toen over in De Morgen.

Aanvankelijk werden de communautaire wrijvingen zoveel mogelijk binnenskamers gehouden en zochten de bonden naar oplossingen binnen de beleidsstructuren. De verschillen in strategische aanpak en zelfs ideologie waren echter veel te groot en in 2006 kwam het dan toch tot een breuk bij de socialistische metaalvakbond. Toen bekend raakte dat de (Vlaamse) voorzitter Herwig Jorissen als scholier nog lid was geweest van de als extreemrechts bekend staande VMO, was dat voor de Walen de spreekwoordelijke druppel. In februari 2006 werd beslist dat de socialistische metaalvakbond zou opgesplitst worden in twee ‘autonome entiteiten’, met eigen bevoegdheden voor financiële, politieke en personeelszaken.

Daarmee was het regionale vuur nog niet helemaal geblust. In 2010, naar aanleiding van de federale verkiezingen waarbij de N-VA als grote overwinnaar uit de bus kwam. In een opiniestuk in het vakbondsblad Rouge Metal breekt hij onomwonden en uiterst strijdvaardig een lans voor de regionalisering van de vakbond. ‘Vlamingen en Walen leven in een verschillende wereld’, schrijft hij. ‘Zegt De Wever dat ook?’, vraagt hij zich verder af. ‘Welja, op dat punt (en wellicht alleen op dat punt) ben ik het eens met de kopman van de N-VA.’

Apart sterk, samen sterker

Er is, kortom, altijd een verschil geweest tussen Vlaamse en Waalse syndicalisten, eigenlijk al van bij het ontstaan van de vakbeweging. Dat is ook normaal, want de economische realiteit van beide regio’s is ook altijd heel verschillend geweest: meer ambachtelijk en later op diensten gericht in het noorden, meer industrieel in het zuiden. In Vlaanderen organiseerde de vakbeweging zich vooral vanuit christelijk geïnspireerde hoek, in Wallonië zijn het traditioneel de socialisten die het voortouw nemen.

Deze verschillen hoeven echter geen verzwakking te betekenen, wel integendeel. De voornoemde vakbondsmannen gaan uit van de overtuiging dat je maar echt samen sterk kan zijn, als je ook elk apart sterk bent. De verschillende realiteit zorgt voor verschillende noden, die een verschillend antwoord vragen. Het hardnekkig vasthouden aan de Grote Eenheid leidt enkel tot brede compromissen waar uiteindelijk niemand echt beter van wordt. Of zoals Gomez het stelt: ‘Die grote akkoorden zijn niets meer dan minimalistische en krakkemikkige compromissen die enkel leiden tot meer spanningen leiden.’ 

Tom Garcia (1967) is zelfstandig reclameman met grote interesse voor migratie, integratie en gemeenschapsvorming. Hij is bezieler en kernlid van Vlinks.

Meer van Tom Garcia

100 jaar geleden stierf de linkse activist Herman Van den Reeck. Hij raakte zwaargewond door een politiekogel tijdens een Vlaams-nationale betoging. Daarmee werd hij een icoon van een aparte generatie.

Commentaren en reacties