JavaScript is required for this website to work.
Europa

De vrouw die Europa bijeenbracht

Deel 5: In or out? De moeilijke relatie van het VK met de EU

Harry De Paepe26/5/2016Leestijd 3 minuten

Margaret Thatcher deed meer voor Europa dan ze zelf besefte. Deel 5 van onze reeks.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Weinigen weten dat Margaret Thatcher, het oersymbool van Brits euroscepticisme, de Europese gedachte alleen maar sterker maakte. Margaret Thatcher voerde tijdens de referendumcampagne actief propaganda om ‘ja’ te stemmen. Ze geloofde in de Europese gedachte omwille van de economische voordelen die het met zich meebracht. In 1978 pleitte ze nog voor een Europees defensiebeleid, en nam ze de Labourregering op de korrel omdat die er niet in slaagde toe te treden tot het Europees Wisselkoersmechanisme.

I want my money back

Haar geloof kreeg een eerste knauw enkele maanden na haar aantreden als premier in 1979. Ze vond dat het VK en de Duitse Bondsrepubliek opdraaiden voor de kosten van de EEG. De premier baseerde zich op de bepalingen van de toetreding van 1972 met daarin: ‘… mocht er binnen de huidige Gemeenschap een onaanvaardbare situatie ontstaan, het voortbestaan van de Gemeenschap zou vereisen dat de instellingen naar billijke oplossingen zouden zoeken.’ De Britten vonden hun bijdrage onaanvaardbaar, en Thatcher eiste nu haar geld terug. In een toespraak in Luxemburg waarschuwde ze: ‘Ik kan geen kerstman spelen voor de Gemeenschap terwijl aan mijn eigen kiezers wordt gevraagd afstand te doen van verbeteringen op het terrein van gezondheid, onderwijs, welzijn en de rest.’

De Gaulle met een rok aan

De Europese Raad van Regeringsleiders kwam in november ’79 samen in Dublin, en daar legde Thatcher de voor de Britten nadelige financiële regeling op tafel. Dat deed ze vrij brutaal. De Franse president Valéry Giscard d’Estaing – die haar aanduidde als ‘la fille d’ épicier’* – vond dat Thatcher niet het recht had om over my money te spreken, Helmut Schmidt wierp haar voor de voeten dat ze nog geen penny had betaald. De Britse premier bond niet in, en zette het punt telkens opnieuw op de agenda, tot ergernis van de Fransen en de Duitsers. Een Britse diplomaat getuigde later: ‘Na een tijdje deed één van hen of hij in slaap viel terwijl de anderen heel verveeld zaten te kijken naar mevrouw Thatcher.’ De Britten keerden boos uit Dublin terug, in eigen land oogstte Thatcher lof voor haar bravoure. In het buitenland werd de Britse houding neergesabeld, met uitzondering van Le Figaro: ‘Mevrouw Thatcher ervan beschuldigen dat ze Europa wil torpederen omdat ze de belangen van haar land met grote vastberadenheid verdedigt, is haar onderliggende bedoelingen in twijfel trekken op dezelfde manier als men dat placht te doen met die van De Gaulle betreffende de Franse belangen.’

Onmogelijk mens

Thatchers onverzettelijkheid leverde enig resultaat op. In volgende conferenties kon ze de bijdrage wat verlagen, maar nog te weinig naar haar zin. In maart 1984, op een bijeenkomst te Brussel maakte ze haar gesprekpartners zo radeloos dat de vergadering onverwacht werd gesloten. Men noemde haar ‘onmogelijk’ en de Griekse premier Andreas Papandreou zou het ‘een grote opluchting’ vinden, mocht het VK de EEG verlaten. De Italianen en Fransen dreigden om de eerder afgesproken terugbetalingen te blokkeren waarop de regering in Londen terugbeet dat het alle geplande betalingen zou schrappen.

In de zomer van dat jaar zou ze op het Franse paleis van Fontainebleau haar handtas opnieuw rondslingeren om het Britse geld terug te krijgen. François Mitterrand observeerde bij Thatcher de ‘ogen van Caligula’ gecombineerd met ‘de lippen van Marilyn Monroe’. Zelf hoopte ze op 100% terugbetaling, maar ze keerde naar huis met 66%. ‘Ze kreeg meer dan ze verdiende’, verklaarde de Deense premier Uffe Elleman Jensen achteraf. De IJzeren Dame was tot tranen toe teleurgesteld, maar ze kreeg haar resultaat als een overwinning verkocht.

Thatchers Financiënminister Nigel Lawson merkte later op dat zij door haar houding ongewild een bijdrage leverde aan de Europese eenmaking. Iedereen werkte samen tegen haar.

Lees hier deel 4.

Foto: (c) Reporters

Dit artikel kadert in het project ‘Soevereiniteitsbewegingen in Europa’ dat tot stand komt met de steun van de Vlaamse overheid.



* Misschien als allusie op ‘une nation de boutiquiers’, uitspraak die vaak aan Napoleon wordt toegeschreven. Het was echter de revolutionair Bertrand Barère de Vieuzac die Engeland zo omschreef op 11 juni 1794 in de Conventie (hij voegde daaraan toe dat de zon haar stralen nauwelijks op dat land liet schijnen). Adam Smith schreef echter in 1776 al in The Wealth of Nations: ‘To found a great empire for the sole purpose of raising up a people of customers may at first sight appear a project fit only for a nation of shopkeepers’, en het is dus aannemelijk dat de uitspraak toen gemeengoed was onder economisten.

Harry De Paepe (1981) is auteur en leraar. Hij heeft een grote passie voor geschiedenis en Engeland.

Commentaren en reacties