JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

De Wever rondt de Bracke-bocht

… en andere lessen uit het debat met Magnette

Daniël Walraeve4/4/2014Leestijd 3 minuten

‘De mate waarin de N-VA centrumrechts beleid krijgt, is de mate waarin de N-VA communautair gematigder wordt’. Ziezo, daarmee hebt u het belangrijkste zinnetje uit het langverwachte duel De Wever-Magnette meegekregen. Welke andere lessen vielen te trekken uit het debat van De Tijd en L’Echo?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

1.    Het is de N-VA menens

De toon in het debat was vinnig. De Wever was zijn cassante zelve, en Magnette wende enig Latijns pathos aan: onderbreken, roepen, overtrokken retoriek. Maar onder dat laagje van virulent meningsverschil reden de beide voorzitters met de handrem op. Het gesprek ontspoorde niet. Ondanks de diametraal tegengestelde standpunten, weigerden N-VA en PS elkaar uit te sluiten als mogelijke coalitiepartner. De N-VA-voorzitter hoedde zich ervoor om al te radicaal over te komen, en sprak verschillende keren verzoenende taal – bijvoorbeeld wat de woonbonus betreft. Magnette en De Wever vonden elkaar zelfs in de vraag over een eventuele verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd – dat vonden ze geen van beide een goed idee.

De zonder twijfel zorgvuldig voorbereide zin over het centrumrechts beleid en de urgentie van het confederalisme was de ultieme voltooiing van de zogenaamde ‘Bracke-bocht’. De N-VA zal niet hameren op het communautaire als er na 25 mei een centrumrechtse regering gevormd kan worden – de woorden van De Wever kunnen moeilijk anders begrepen worden. De betekenis van die oneliner kan ook nauwelijks onderschat worden. Het is voor elke rechtgeaarde Vlaams-Nationalist een grote toegift.

Het debat werd zeker gevoerd op het scherp van de snee, maar de clash had makkelijker harder kunnen zijn. De vraag die door De Wever nog het snelst beantwoord werd, was eenvoudigweg: ‘Wil de N-VA wel in een federale regering stappen?’. Ja, dus, en dat bleek gisterenavond ook heel duidelijk. De Wever wil er best stevig tegenaan om zoveel mogelijk stemmen binnen te rijven. Maar daarna wil hij wel in die regering.

2.    Magnette is een geduchte tegenstander

Na het debat was er geen eenduidige winnaar. Dat is op zich al opmerkelijk. In één-op-één-debatten is De Wever zowat ongeslagen. Geen enkele Vlaamse partijvoorzitter is echt opgewassen tegen De Wever in een rechtstreekse confrontatie. Ook minister-president Kris Peeters (CD&V) heeft een debatduel met De Wever al verschillende keren afgewezen. Maar Magnette hield wél stand. De Wever deelde een paar flinke tikken uit, maar kon de PS-voorzitter niet vloeren. Bovendien hanteerde Magnette een zekere ontspannen flair waar De Wever even naar moest zoeken. Het maakte het debat niet alleen inhoudelijk, maar ook retorisch een hoogvlieger. Televisiekijkend Vlaanderen moet hopen dat het duel tussen De Wever en Magnette ook een vervolg krijgt in een televisiestudio.

3.    Het massadebat heeft afgedaan

Het hoge niveau van het De Tijd-L’Echo-debat betekent meteen het failliet van het massadebat. Op zowat elk vlak overklaste de rechtstreekse confrontatie tussen Magnette en De Wever alle kopstukkendebatten uit de voorbije weken. Tijdens de studentendebatten, die vaak via een livestream een ruim publiek bereikten, verzandde de discussie telkens in een te groot aantal deelnemers. Woord werd in die massadebatten zelden gevolgd door wederwoord en de discussies hadden zwaar te lijden onder de verplichting om elk kopstuk evenredig aan het woord te laten. De massadebatten, met soms wel acht deelnemers, kwamen nooit echt op gang – dat was bij het debat tussen De Wever en Magnette wel even anders.

Er is maar één conclusie: debatorganisatoren moeten af van de laffe gewoonte om steevast een podium te willen geven aan álle partijen, en dat nog wel tegelijkertijd. Een goed debat is een duel, of desnoods een reeks van duels, waarin tegengestelde standpunten duidelijk tegenover elkaar worden geplaatst. Daar kan een onbesliste kiezer tenminste iets uit leren – wat niet gezegd kan worden van de praatbarak die het massadebat onvermijdelijk is.

4.    Het is tijd voor het N-VA-alternatief

De Wever kon scoren met zijn harde analyse van het door de PS gevoerde (en niet gevoerde) beleid. Maar tijdens het debat had de N-VA-voorzitter verschillende keren te kampen met een handicap: zijn verkiezingsprogramma is nog niet voorgesteld. De Wever verwees enkele malen naar het N-VA-programma, dat slechts 50 bladzijden zou tellen (tegenover de 498 bladzijden van de PS-turf). Er kwam ook netjes een antwoord op enkele concrete vragen, bijvoorbeeld wat de kinderbijslag betreft. Maar echt uitpakken met het N-VA-alternatief kan De Wever bij ontstentenis van zijn eigen verkiezingsprogramma nog niet.

Er is echter eindelijk licht aan het einde van de tunnel. De auguren van de N-VA-communicatiedienst hebben de voortekenen gelezen en de eerste week van de Paasvakantie rijp geacht voor een programmaoffensief. Het verkiezingsprogramma van de N-VA zou dinsdag 8 april aan de pers worden voorgesteld. Een zorgvuldig berekende nota zou later volgende week volgen. Ook Doorbraak is in blijde verwachting.

 Foto © reporters

 

Categorieën

Daniël Walraeve (1988)  is het pseudoniem van een brave historicus die eigenlijk maar één onhebbelijk trekje heeft: hij is een onverbeterlijke consument van traditionele media. Elke dag leest hij zowat alle kranten en elke dag wordt hij dan weer vreselijk boos om een of ander editoriaal of ander naïef opiniestuk. Hij kan er zelf echt niets aan doen, tenzij er af en toe een stukje over plegen voor Doorbraak. Stokpaardjes zijn ideologie, identiteit en samenleven. 

Commentaren en reacties