JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

De wonderen van de socialistische pensioenrekenkunde

Werkenden krijgen hoe dan ook factuur van non-beleid gepresenteerd

Wim Van der Donckt 27/10/2022Leestijd 3 minuten
Wim Van der Donckt.

Wim Van der Donckt.

foto © Belga

De socialistische minister kiest voor een pensioenbonus die nog méér geld gaat kosten, schrijft N-VA-kamerlid Wim Van der Donckt.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Structurele hervormingen in de pensioenen zijn er deze legislatuur nog niet gekomen. Wat er wel kwam is een pensioenbonus die nog extra geld kost. Toch wordt onze aanspraak op een tweede schijf Europees relancegeld niet gehypothekeerd, aldus de minister van Pensioenen Karine Lalieux (PS). ‘Volg mee voor een lesje in socialistische rekenkunde’, reageert Kamerlid Wim Van der Donckt (N-VA), vast lid van de Commissie Sociale Zaken en de Commissie Financiën.

Het Kenniscentrum voor Pensioen bestudeerde de effecten van de pensioenhervorming van deze zomer. Volgens de prognose verhogen die plannen de reeds exuberante pensioenuitgaven tegen 2040 nog met 0,1 tot 0,2 procent van het bbp. En tegen 2040 kan de kostprijs oplopen tot 800 miljoen euro. Dat was ook te horen op het kabinet van de staatssecretaris van Begroting Eva De Bleeker (Open VLD). De minister van Pensioenen, Karine Lalieux (PS), sprak vorig weekend dan weer over een kostprijs van 600 miljoen euro tegen 2040.

Een voorwaarde om aanspraak te mogen maken op Europees relancegeld is nochtans het doorvoeren van structurele hervormingen in de pensioenen. Dat de regering bijkomende maatregelen zou nemen, leek althans voor even een evidentie.

De maximalistische versus voorzichtige hypothese

In de Kamercommissie van 19 oktober 2022 gaf de minister van Pensioenen in een actualiteitsdebat meer uitleg over de cijfers. Die 800 miljoen euro is een ‘maximalistische hypothese’ maar er is ook een ‘voorzichtige hypothese’. Die spreekt over een kostprijs van 355 miljoen euro ofwel 0,07% van het bbp in 2024. Maar, nuanceerde de minister, het gaat hier wel om de bruto kost van de maatregelen. Een deel ervan zal via de (para)fiscaliteit en langere tewerkstelling terugvloeien naar de overheid.

‘Hoewel het effect op de vergrijzingskost licht (sic) positief is, genereert dit dus ook extra inkomsten, zodat het verwachte effect op het overheidsbudget wel degelijk zo goed als neutraal is.’ En — hocus pocus — het tekort is verdampt. Zo simpel kan het zijn in de socialistische logica. Het gerenommeerde Kenniscentrum voor Pensioenen wordt vervolgens wandelen gestuurd.

Grote overheid die (niet) herverdeelt

Daarnaast beloofde de minister om naar aanleiding van het rapport voorstellen te formuleren om de pensioenbonus aan te passen. Hoe? ‘Er kan gewerkt worden aan het effect van de impliciete belasting’. En daardoor zal het effect voor iemand met een lager inkomen groter zijn dan het effect voor iemand met een hoger inkomen.

Onderzoek naar de Finse pensioenbonus leerde ons echter dat het net vooral de hooggeschoolden waren die langer doorwerkten. In Finland vloeiden de extra uitgaven voor de pensioenbonus dus vooral naar de hogere socio-economische groepen. Terwijl de laaggeschoolden niet of weinig geïnteresseerd waren in het systeem.

Totale ontkenning vergrijzingsproblematiek

De realiteit is dat pensioenbonus de werkgelegenheidsgraad amper zal opkrikken (met 0,1%) — ook dat bleek uit het onderzoek van het Kenniscentrum voor Pensioen — terwijl de pensioenuitgaven wel in opvallend stijgende lijn blijven.

De volgende 25 jaar stijgt onze jaarlijkse pensioenfactuur namelijk met 14 miljard in euro’s van vandaag. En toch heeft de federale regering tot op heden nog geen enkele effectieve hervorming van het pensioenstelsel beslist die de budgettaire kost ervan op termijn kan verlagen. Wel, integendeel. Het kan natuurlijk zijn dat de minister van Pensioenen ons weldra zal verrassen met een nieuwe toverformule, waardoor de pensioenfactuur zal wegsmelten als sneeuw voor de zon.

De factuur van het non-beleid

Volgende week worden vertegenwoordigers van de Studiecommissie voor de Vergrijzing in de Kamer verwacht voor een gedachtewisseling omtrent hun jaarverslag 2022. In haar communicatie vorig jaar stelde de Studiecommissie nog dat er onmiddellijk maatregelen nodig waren om de financiering van de pensioenen tegen 2030 te garanderen. Ik ben benieuwd hoe zij zullen reageren op de meest recente uitlatingen van de minister.

Het is spijtig genoeg duidelijk dat de ernst van de situatie aan mevrouw Lalieux volledig voorbijgaat en zij zich wat betreft grondige hervormingen in stilzwijgen hult. Een ware kaakslag in het gezicht van de huidige en toekomstige werkenden. Want zij zullen uiteindelijk de factuur van het non-beleid van Vivaldi gepresenteerd krijgen.

Kamerlid voor de N-VA en vast lid van de Commissie Sociale Zaken en de Commissie Financiën

Commentaren en reacties