Eens bleek dat Covid-19 niet zomaar een griepje is, stokte onze samenleving nogal abrupt door de wurggreep van een softe lockdown. Bijgevolg werd ook op de rode noodknop van onze economie gedrukt. Onze economie vergaat het, zoals Peter De Keyzer onlangs zei in een Doorbraak-podcast, zoals een auto die niet voor het rode licht remt maar gewoon tegen een muur crasht. Maar zelfs een auto die crasht, kan weer in beweging komen. De eerste en terechte zorg betrof natuurlijk de…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Eens bleek dat Covid-19 niet zomaar een griepje is, stokte onze samenleving nogal abrupt door de wurggreep van een softe lockdown. Bijgevolg werd ook op de rode noodknop van onze economie gedrukt. Onze economie vergaat het, zoals Peter De Keyzer onlangs zei in een Doorbraak-podcast, zoals een auto die niet voor het rode licht remt maar gewoon tegen een muur crasht. Maar zelfs een auto die crasht, kan weer in beweging komen.
De eerste en terechte zorg betrof natuurlijk de nood aan steunmaatregelen voor al de mensen die plots (technisch) werkloos waren of dreigden te geraken. Men moest kordaat handelen, maar het nadeel was dat men daardoor wel wat bochten moest afnsijden of zelfs ronduit gemist heeft. Op korte termijn ontstond een nieuwe, hopelijk tijdelijke, werkloosheidsval.
Impact op koopkracht beperkt
Voor een hele reeks inkomens is de impact van de crisis op het nettoloon eigenlijk beperkt. De economist in mij zegt me dat als je die impact uitdrukt in termen van noodzakelijke koopkracht — wat je nodig hebt om verder te kunnen leven — het allemaal nog wel meevalt.
De inkomsten mogen dan wel gezakt zijn, dat geldt voorlopig ook voor de uitgaven. In je kot blijven, betekent immers dat er heel wat momenten wegvallen waarop je geld kan uitgeven. Alleen al het feit dat je auto nu het merendeel van de tijd stilstaat, bespaart je een hoop brandstofkosten.
Ik durf dus te stellen dat hetvoor heel wat gezinnen allemaal nog meevalt. Natuurlijk geldt dit niet voor iedereen en economen zullen heel wat studiewerk hebben na deze crisis om te zien wat de uiteindelijke effecten zijn. Vergelijk het met helikoptergeld. Je bereikt mensen die het heel hard nodig hebben en anderen die weinig gevolgen van de crisis ondervinden. Het is met de ondersteunende maatregelen, hoe goed bedoeld en hoe noodzakelijk in bepaalde gevallen, niet anders.
Mensen die niet willen werken
Vandaar dat we in de dagen die volgden op het stilleggen van de economie een minister-president zagen die terecht opmerkt dat er mensen zijn die terug aan de slag kunnen, mits goed doordachte beschermingsmaatregelen. Terecht merkt men op dat bepaalde sectoren uitgelezen kansen kunnen grijpen om nu door te werken, zoals de bouwsector en wegenwerken.
Deze periode waarin de economie grotendeels stil ligt, wordt ook gekenmerkt door het feit dat er van overheidswege een tweede reeks ondersteunende maatregelen komt, met name voor zij die willen werken. Bedrijven moeten al extra premies geven en de regering wordt gevraagd om fiscale stimuli te geven om mensen bereid te vinden weer aan de slag te gaan. Dat men dit doet voor mensen die in de eerste linie staan, is begrijpelijk, maar of dit nu echt moet voor winkelpersoneel is een terechte vraag.
Jaloezie-economie
De derde fase, die nu op gang komt, is die van de zwarte economie of jaloezie-economie. Ze vormt eigenlijk een onbedoeld neveneffect van de maatregelen voor de horeca.
Deze sector, zwaar getroffen door de witte kassa, maar met tientallen jaren ervaring in creatief boekhouden, ziet nu nieuwe opportuniteiten. Het restaurant moeten sluiten, een hinderpremie krijgen op erewoord en toch nog afhaalmaaltijden mogen bereiden, dat biedt creatieve oplossingen. Weg zijn de witte kassa en de BTW-bonnetjes. Bij een latere fiscale controle zal geen enkele inspecteur nog vermoedens van omzet kunnen doordrukken zoals voorheen. ‘Hoezo omzet? We hadden geen omzet’, zal het klinken.
Het SARS-CoV-2 virus mag dan besmettelijk zijn, die besmettelijkheid haalt het niet van de besmettelijkheid van creatief handelen bij middenstanders en ondernemers. Als restaurants dit kunnen, waarom de kappers dan niet? Terecht vroegen velen zich af waarom zij hun zaak niet moesten sluiten. Vandaag zien we al creatievelingen die de hinderpremie aangevraagd hebben en met de schaar in de rugzak per fiets huisbezoeken afleggen.
Zoiets wekt natuurlijk jaloezie op bij de mensen die wel volgens de regels spelen. Niets doet zo snel de ronde in beroepscategorieën als de namen van zij die er de kantjes afrijden, met de verzuchting: ‘Waarom zij wel en ik niet?’. Samen met de besmettelijkheid van creatief boekhouden, heb je heel snel een epidemie van een uitdijende zwarte economie.
Solidariteit
is jammer omdat dit geld zich onttrekt aan de solidariteit. Zwart geld wordt niet belast en is dus een derde keer verlies voor de overheid die al veel geld uitgeeft in deze crisistijd en nadien een pak minder inkomsten zal hebben door een gekrompen economie. Hopelijk gaat de expertengroep die de exit uit de lockdown moet voorbereiden snel aan de slag om de economie niet alleen opnieuw in gang te krijgen, maar ook weer normaal en solidair te maken.