JavaScript is required for this website to work.
post

Deborsu: ‘onze politici verdienen de hoon niet’

6/8/2011Leestijd 9 minuten

In het zomernummer publiceerde Doorbraak een vraaggesprek met Christophe Deborsu . Hieronder geven we een langer verslag van dat gesprek.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Volgens rtbf-journalist Christophe Deborsu is de politieke crisis het gevolg van een fundamentele botsing van opvattingen. Dat onze politici knoeiers zijn, gelooft hij niet. Hij tekent voor Doorbraak de mentaliteit van de Franstaligen en hun voortdurende angst voor structurele verarming.

 ‘Vlaanderen heeft BV’s, BW’s (Bekende Walen) bestaan niet’, tekent Christophe Deborsu een verschil tussen noord en zuid. De afkorting voor ‘Wallons Connus’ klikt ook weinig aantrekkelijk. Maar de Waal Deborsu mag wel bij de BV’s gerekend worden. Toen hij Yves Leterme op de trappen van de Sint-Michielskathedraal op 21 juli 2007 de Marseillaise deed zingen, was zijn naam in één klap gemaakt. ‘Een toevalstreffer’, geeft hij toe, maar het leverde wel zowat hét beeld van het jaar op. Zijn geregelde optredens in de Vlaamse media, met onder meer z’n rubriek ‘Dag Vlaanderen’ in De Zevende Dag met z’n broer Frédéric, en de columns in De Standaard maken de rtbf-journalist tot een vertrouwde kop bij ons.

Dag op dag één jaar na de federale verkiezingen treffen we hem in de redactielokalen van de Franstalige omroep. Hij komt net terug van een chat-sessie voor De Standaard. Enorm veel vragen over de transfers, merkt hij op. Dat thema leeft in Vlaanderen duidelijk. ‘Ik antwoord altijd te omstandig en daarom liep het uit’, klinkt het in zijn Frans gekleurd maar overigens uitstekend Nederlands. We zullen dat het volgende anderhalf uur ook ondervinden. Vragen stellen lukt pas als je hem in de rede valt.

geen leugens maar misverstanden

De eerste ligt voor de hand: waarom lukt het nu al een jaar niet om een regering te vormen? Hét kantelmoment volgens Deborsu leert meteen dat hij de zaken toch vooral door een Waalse bril ziet. ‘Midden vorige zomer gooiden de Vlamingen plots de financieringswet op tafel. Daar is voor de Franstaligen het vertrouwen geschonden en het kwam nooit meer goed. Volgens onze interpretatie was in Vollezeele, bij de vertrouwelijke gesprekken tussen De Wever en Di Rupo, afgesproken dat thema niet aan te roeren. De Wever ziet dat anders. De vraag wordt dan gesteld wie er liegt. Maar zo werkt het niet. Het gaat niet over leugens, maar over misverstanden.’

Meteen twee elementen die de impasse voor een groot deel verklaren. De Franstaligen zijn als de dood voor elke aanpassing van de financieringsregels en de gesprekken scheppen voortdurend misverstanden. Een taalprobleem in de breedste betekenis van het woord.

‘Maar het probleem is substantiëler dan dat’, vindt Deborsu. Na de verkiezingen waren we allemaal heel optimistisch. De twee duidelijke winnaars zouden elkaar wel vinden. Beide politieke leiders hebben ook wel wat gemeen, bij alle verschillen. Ze hebben beiden een bescheiden achtergrond en er bestaat een wederzijdse fascinatie. Di Rupo wordt een belgicist genoemd en recent werd me dat uit zijn omgeving nog bevestigd. Zijn familie kwam uit het verarmde Italië en voor hen was België zoiets als een reddingsplank. Voor Di Rupo speelt het romantische beeld van een land dat zijn familie een beter leven bood. Hij heeft zich ook kunnen opwerken dankzij de sociale voorzieningen en daarom vindt hij het behoud daarvan zo essentieel.’

regionalisten in het defensief

De regionalisten in de PS zitten momenteel in het defensief. ‘Iemand als Christophe Collignon, die echt denkt in Waalse termen, voelt zich beknot. De tijd van Guy Spitaels, die resoluut voor Wallonië koos, lijkt voorbij. Maar di Rupo is ook pragmatisch. In 2004 behaalde het Vlaams Belang 24,2 en dat zorgde voor een schokgolf in het zuiden. In totaal kwam 30% van de Vlaamse verkozen op voor Vlaamse onafhankelijkheid. Intussen is dat 40% geworden. Toen verklaarde di Rupo in een toespraak in Gembloers “als België splitst, zullen we klaarstaan”. Hij sprak over Wallo-Brux als de wieg van een echte natie.’

Franstalig België is er veel meer dan Vlaanderen van overtuigd dat België zal verdwijnen. ‘Bart De Wever zei deze week in La Libre Belgique dat alle Franstalige politici als ze openhartig zijn zich pessimistisch uitlaten over het lot van dit land. Ik heb die ervaring ook. Let op: ze zeggen er steeds bij dat ze dat niet wensen, maar ook dat ze vrezen dat het onvermijdelijk is.’

Die achtergrond is belangrijk om de Franstalige houding in te schatten bij de regeringsonderhandelingen. ‘Als di Rupo bereid is een pakket van 15 miljard over te hevelen, vindt hij dat een echte Copernicaanse omwenteling. Hij neemt zelfs de Vlaamse terminologie over. Maar N-VA reageert dan dat het over veel geld gaat, maar dat er te weinig echte hefbomen voor een eigen beleid bij zitten. Als de sociaal-economische thema’s dan worden aangepakt, blijkt de kloof al even groot. Bij de PS geven sommigen vandaag toe dat ze die verschillen hadden onderschat. Dat is ook zo voor de asielpolitiek. De studie over het N-VA-electoraat leert dat in Vlaanderen echt een grote rechts-conservatieve onderstroom bestaat.’

zonder N-VA

Rekent de PS er nog dat een regering zonder N-VA mogelijk is? ‘In de periode dat het land ondergesneeuwd lag, ging de PS er echt van uit dat de N-VA zich zelf zou terugtrekken. Zelfs wilde de PS niet de oorzaak zijn van die breuk, maar daarna hoopte ze op een regering met de klassieke partijen.’ Was het neen van de CD&V op de nota-Van de Lanotte dan ook zo’n cruciaal keerpunt? ‘Ja, al bleef ook daarna de hoop die partij te kunnen losweken van N-VA bestaan.’ (Aanvulling na contact met Christophe Deborsu begin augustus: ‘Op 21 juli 2011 lukte het uiteindelijk.’)

Ziet Franstalig België het N-VA-succes als een toevalstreffer die moet worden uitgezweet? ‘In Vlaanderen denkt men dikwijls dat Franstaligen geen besef hebben van wat er echt leeft in het noorden. Daar onderschatten ze ons’, reageert Deborsu wat feller. ‘Mensen als Louis Michel of Paul Magnette hebben de situatie heel goed door. Misschien dat de N-VA-ster ooit verbleekt, maar bij ons is men er van overtuigd dat de fakkel dan wordt overgenomen door een andere partij.’

herstel niet laten fnuiken

Waarom heeft Wallonië zo’n schrik voor meer autonomie? Deborsu legt uit waar de knoop ligt. ‘Eindelijk gaat het wat beter met Wallonië. In 2009 steeg ons welvaartspeil voor het eerst sedert 1965 tegenover Vlaanderen. Bescheiden van 73 naar 74 tegenover 100 voor Vlaanderen. Maar de knik lijkt gemaakt. De Walen zijn als de dood dat het herstel wordt gefnuikt door een nieuwe financieringswet. Een studie van economisten uit de Naamse universiteit schatten het welvaartsverlies voor een onafhankelijk Wallonië op 15 tot 20%. In de nota De Wever zat een echte verarming voor het zuiden.’

Onze gesprekspartner wijst op het feit dat Vlaanderen en Wallonië blijkbaar nooit samen periodes van economische welstand beleven. ‘Van 1830 tot 1965 bloeide de Waalse economie, die daarna een sterke neergang kende door de crisis van kolen en staal. Tot de tweede wereldoorlog sprak men van “arm Vlaanderen” en jullie regio kroop uit het dal toen wij er in schoven.’

Voka-voorzitter De Bruyckere verweet de Walen pas nog dat ze boven hun stand leven met het geld van de Vlamingen. ‘Dat kwam hard aan, hoewel de cijfers van Luc De Bruyckere volgens de Waalse regering niet kloppen. Hoe dan ook, Rudi Demotte, de Waalse minister-president, drukt er al lang op dat die transfers zo snel mogelijk moeten verdwijnen.’

Toshiba-trauma

De staatshervorming van 1988 zorgde ook voor een trauma aan Franstalige zijde. ‘De zogenaamde Toshiba-boys, Vlaamse technici achter de politici, waren goed voorbereid en de nieuwe financieringswet was zwaar in het voordeel van de Vlamingen. Het duurde tot 2001 vooraleer dat kon worden rechtgetrokken.’ Ook hier valt weer de tegenstelling Vlaanderen/Wallonië op. Voor het noorden werd de onrechtvaardige verdeling in 1988 wat rechtgetrokken, Wallonië ziet zo’n herziening als een verarming. Kun je zeggen dat Vlaanderen uitgaat van de vraag wie de centen binnen brengt en de Franstaligen redeneren vanuit de vraag wie het geld nodig heeft? Deborsu houdt de boot af: ‘Ik ben geen intellectueel zoals u , ik ben een man van de praktijk.’

Deborsu gelooft echt in de betere cijfers voor de Waalse economie. Die zorgt voor een groeiend Waals zelfbewustzijn. ‘Wallonië is steeds minder het samenraapsel van steden dat het eigenlijk altijd geweest is. Ik zie voor het eerst Waalse hanen in het straatbeeld verschijnen. Niet veel, maar toch, tot voor kort was dat ondenkbaar. Wallonië was een slecht merk, nu geloven steeds meer mensen er in.’ Maar ook Bart De Wever zorgde vreemd genoeg voor meer Waals zelfbewustzijn. ‘Hij heeft heel veel invloed op het Waalse denken. Voor de Walen is het verkiezingssucces van De Wever het bewijs dat de Vlamingen België hebben opgegeven. “Ze weten toch voor wie ze stemmen en ze blijven het doen”, hoor ik steeds herhalen.’

einde van België

Dus gaan de Franstalige politici ook rekening houding met het mogelijke einde van België. ‘Deze week nog was er een debat voor de rtbf-radio. Gosuin (MR), Moureaux (PS) en zelfs Cheron (Ecolo) herhaalden tot drie keer dat we ons moeten voorbereiden op de splitsing. Ze zetten daar geen termijn op, maar ze zeggen dat we ons er mentaal op moeten voorbereiden. ‘Het zal vroeger gebeuren dan jullie denken’, klonk het eenstemmig. Vooral voor iemand van Ecolo is dat opmerkelijk. Alleen Delpérée van CDH volgde niet. Onkelinx sprak zich ook in die zin uit. Nu klinkt het bij haar: “We moeten ons maximaal inzetten opdat België zou blijven bestaan”. Het is een andere verwoording, maar de angst voor het verdwijnen van het land klinkt er ook duidelijk door.’

Symptomatisch was misschien ook de beruchte ‘Bye Bye Belgium’-uitzending van de rtbf op 13 december 2006 waar Deborsu aan meewerkte. In een namaak-reportage werd verteld dat het Vlaamse parlement de onafhankelijkheid had uitgeroepen. ‘Acht op de tien kijkers geloofden toen dat het over echt nieuws ging’, herinnert Deborsu zich. Als we opmerken dat die kijkers niet eens de reflex bleken te hebben om even naar de vrt te zappen, haalt hij zijn schouders op. ‘Misschien staat de vrt niet eens geprogrammeerd?’

verkiezingsbeloften houden

Als je het allemaal zo bekijkt, gaat de impasse toch over meer dan een bende onbekwame politici die hun verantwoordelijkheid niet nemen, zoals deze dagen mediabreed wordt beweerd. Deborsu verwerpt die stelling dat het over falende politici gaat. ‘De politici verdienen die hoon niet. De invloedrijke Vincent de Coorebyter van het onderzoekscentrum CRISP vindt dat de problemen het gevolg zijn van het feit dat de politici zich eindelijk aan hun verkiezingsbeloftes houden. België is gewend aan compromissen, waarbij men bereid was heel ver van de uitgangspunten weg te gaan. Die tijd is voorbij. Het is dus niet de schuld van de ene of van de andere, maar van de uitermate grote complexiteit van de situatie. Het kluwen is bijna onontwarbaar. Als we oplossingen willen binnen België moet één van de twee haar beloftes aan de kiezer breken.’ Dat is een totaal nieuwe situatie, want ‘België bestaat dankzij de compromissen. De tijd dat er een soort Belgisch algemeen belang bestond dat het nodig maakte om te geven en nemen, lijkt voor vele politici voorbij.’

Bereiden de Franstaligen zich voor op de splitsing? Deborsu: ‘Dat is zo. In 2005 al bekeken profs van alle Franstalige universiteiten die onze partijen advies geven de optie van plan-B. Dat was één van de scenario’s, maar ze werd niet vergeten.’ Deborsu legt nadrukkelijk de link met B-H-V. ‘Voor de Franstaligen is die geografische verbinding tussen Brussel en Wallonië essentieel, met het oog op de latere splitsing. Dan vormen Wallonië en Brussel één grondgebied.’

Wallo-Brux

Hoe warm is de relatie tussen Brussel en Wallonië? ‘Het officiële discours kiest nadrukkelijk voor Wallo-Brux. Maar in de feiten is het Brussel-gevoel in de hoofdstad spectaculair aan het groeien.’ Ook Deborsu hoort in Franstalige Brusselse kringen de opmerking dat zij Wallonië niet gaan onderhouden als Vlaanderen wegvalt. Deborsu verwijst naar een peiling waaruit bleek dat tweederde van de Walen liefst door willen gaan met Brussel als België verdwijnt, maar slechts eenderde van de Brusselaars wil dat ook. Een grote meerderheid ziet meer heil in een apart Brussels statuut. ‘Maar Walen en Brusselaars klitten nu wel samen uit angst alleen te zwak te staan tegenover Vlaanderen.’ Een mariage de raison, zo lijkt het dus. ‘De Brusselse minister-president Charles Picqué sprak in 2005 nog over Brussel als internationale stad. Nu kiest hij voor Wallo-Brux.’

Voor Deborsu is de gehechtheid aan België in elk geval meer dan pure emotie en hij vindt dat logisch omdat we al vijf eeuwen in hetzelfde staatsverband leven. ‘Du choc des idées, jaillit la lumière. Met Vlaanderen vermijden we de saaiheid van de homogeniteit.’ Dat is dan weer slecht nieuws voor saaie landen als Nederland, Denemarken of… jawel, Frankrijk.

Maar is die zogenaamde wederzijdse verrijking niet dikwijls eenrichtingsverkeer als we weten dat de Franstaligen in Vlaams-Brabant zich weigeren aan te passen? Deborsu vindt dat de Vlamingen ook in de fout gaan. ‘Als Walen in Zaventem naar Ikea gaan, worden ze spontaan in het Frans aangesproken. Toen ik als kind op vakantie ging aan de kust, waren we nooit verplicht Nederlands te spreken. Het is altijd een realiteit geweest dat Franstaligen zowat altijd terecht konden met hun taal en dat de Vlamingen wel overschakelden. De politieke spanningen op taalgebied zijn een vertaling van een sociologisch feit.’ Deborsu geeft daarmee aan hoe vele Vlamingen door hun gebrek aan taaltrots mee de oorzaak zijn van verfransing.

eentaligheid

In zijn onderzoekswerk voor zijn boek stootte Deborsu op de figuur François Bovesse. Deze liberale gouverneur van Namen zou in 1944 sterven in Duits gevangenschap. ‘Ik heb me in het werk van deze wallingant verdiept en hij speelde een heel belangrijke rol bij de goedkeuring van de taalwetten in 1932. Omdat hij tot elke prijs wilde vermijden dat het Nederlands vaste voet aan Waalse bodem zou krijgen, nam hij afstand van de tweetaligheid van België en liet dus ook de Franstaligen in Vlaanderen los. Hij gebruikte soms bijzonder agressieve taal wanneer het over de Vlamingen in Wallonië ging.’

Zo kregen we twee eentalige gebieden, maar voor Vlaams-Brabant volgen de Franstaligen die logica niet. ‘De zes faciliteitengemeenten behoren pas sedert 1962 tot Vlaanderen. De Franstaligen in Kraainem wonen er al langer dan het moment waarop ze officieel “Vlamingen” werden. Myriam Delcroix-Rolin, burgemeester van Sint-Genesius-Rode en kamerlid voor CDH, vertelt me steeds dat ze niet in Vlaanderen werd geboren omdat de taalgrens pas in 1962 werd vastgelegd. Ze beschouwen zich eigenlijk als Brusselaars. Ze vragen zich af waarom zij zich moeten aanpassen aan een taalgrens die ze arbitrair vinden.’ De vergelijking met Vlamingen in Wallonië die zich meteen aanpassen aan de taalsituatie gaat voor vele Franstaligen dan ook niet op.

Natuurlijk speelt de zogenaamde hogere politiek een bepalende rol in het debat over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde. ‘De Franstaligen vrezen dat na de splitsing van BHV de kans op een verbinding tussen Brussel en Wallonië na de splitsing van het land verkeken is. Dankzij de kieskring BHV bestaat er vandaag nog een wettelijk-formele band tussen Brussel en de randgemeenten.’

Hoe kijkt Wallonië naar Frankrijk? ‘Wij zeggen dikwijls dat iedere Waal die enige betekenis heeft, is weggegaan. Wij zijn onthoofd door Brussel en, meer nog, Parijs. Dat was de echte culturele hoofdstad voor vele schrijvers, acteurs, zangers.’ Maar ook hier ziet Deborsu een kentering. ‘Mensen als de in Frankrijk zeer populaire acteur Benoit Poelvoorde of het regisseur-broederduo Dardenne blijven hier wonen. De houding tegenover Frankrijk blijft dubbelzinnig. We voelen ons allemaal cultureel verbonden met Frankrijk, maar beseffen ook dat we daar ook maar beschouwd worden als p’tits belges.’

Deborsu wijst nog op het belang van de voorzitterswissel bij CDH. Joëlle Milquet wordt na bijna tien jaar voorzitterschap vervangen door Benoit Lutgen. Milquet is weliswaar geboren in Charleroi, maar verhuisde naar Brussel. De burgemeester van het Ardens Bastenaken Lutgen is al sedert 2004 minister in de Waalse regering. ‘Lutgen is geen Waalse regionalist, maar als het nodig is zal hij toch sneller de Waalse kaart trekken dan Milquet. Onder zijn leiding zal de CDH een andere partij worden. Milquet stuurde de partij heel strak. Lutgen is veel minder PS-achtig en laat meer ruimte voor de liberalen. Hij is ook heel goed bevriend met Jean-Michel Javaux van Ecolo en met nieuwe MR-topman Charles Michel. Zijn aantreden zal de CDH tegenover de PS minder voorspelbaar maken.’

undefined

Commentaren en reacties