JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Der ewige Judenhaß

Oude sentimenten werken lang door

Klaas Cobbaut14/7/2014Leestijd 5 minuten

Gaza ligt onder vuur, en Israël ook. In al onze kritiek op Israël moeten we oppassen voor een heel oud sentiment dat sinds eeuwen ingebakken zit in het Europese onderbewustzijn: antisemitisme.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Eerst en vooral: dit is geen apologie voor Israël. Een zoektocht naar een eventuele antisemitische ondertoon in de kritiek op Israël is niet hetzelfde als een excuus voor elke daad van Israël. Dat zou een overbodige caveat moeten zijn, maar dat is het niet. In elke discussie over het Israëlisch-Palestijnse conflict wordt een poging tot begrip en empathie voor Israël al snel begrepen als extreem zionisme, of nog erger. Dat is een eenzijdige reflex, want begrip opbrengen voor zelfs de misdaden van Hamas wordt wél normaal bevonden.

De sterke, vaak emotionele afkeer voor Israël hoeft natuurlijk nog geen antisemitisme te zijn. Het is zeker niet zo dat elke kritiek op Israël (of steun aan de Palestijnse zaak) een bewijs is van jodenhaat. Sommigen in het Israël-kamp wekken nog te vaak de indruk dat er geen onderscheid bestaat tussen terechte kritiek op Israël en antisemitisme. Die houding is zeer betreurenswaardig en maakt het moeilijker om een normale discussie te hebben over antisemitische gevoelens in sommige kritiek van sommige mensen. Of te zoeken naar een onbedoelde en onbewuste antisemitische grondslag in onze manier van kijken naar Israël, zoals hier de bedoeling is.

Als de Vlaamse mediaberichtgeving meestal getuigt van sympathie voor het Palestijnse kamp, dan heeft dat in de eerste plaats te maken met de beeldtaal van het Israëlisch-Palestijnse conflict. In ons collectieve wereldbeeld associëren we het conflict sterk met één iconisch beeld: een groepje Palestijnse jongetjes – ongeveer twaalf jaar – die met stenen smijten naar een gepantserde tank. Dat tafereel vertoont dan weer gelijkenissen met het cultureel sterk verankerde plaatje van David tegen Goliath. Het technologisch geavanceerde en uiterst professionele leger van Israël vervelt zo al snel tot de Bijbelse horde der Filistijnen. Onze sympathie verschuift dan automatisch naar de underdog.

Basisempathie

Toch lijkt er meer aan de hand. Het is bijvoorbeeld opvallend dat zowat niemand in Vlaanderen de moeite neemt om psychologisch begrip te zoeken voor Israël. Eigenlijk wordt het Israëlisch optreden alleen gekaderd in militaire termen (de raketten die vandaag worden afgevuurd) en nooit in psychologische termen (de aanvallen die de Israëli’s al eeuwen moeten verduren). Dit manco in de nochtans uitgebreide berichtgeving en duiding is frappant, omdat Israël natuurlijk niet begrepen kan worden zonder zijn geschiedenis. Met de Shoah (1938-1945), de Onafhankelijkheidsoorlog (1948) en de Jom Kipoeroorlog (1973) hebben joodse Israëli’s drie serieuze vernietigingsoorlogen vers in het geheugen.

Deze heel recente geschiedenis heeft veel Israëli’s getraumatiseerd. Een concreet gevolg is dat Israël zweert bij ‘verdedigbare’ grenzen. In Europa beseft men onvoldoende welke ijzingwekkende overwegingen schuilgaan achter die doctrine van de verdedigbare grenzen. Een verdedigbare grens is heel eenvoudig een landsgrens die onmogelijk teniet kan worden gedaan met een ééndaags grondoffensief. De oude landsgrenzen (pre-1967) worden door veel Israëlische strategen als onverdedigbaar beschouwd, omdat er op sommige plekken amper 15 kilometer land zat tussen de grens en de zee. Aangezien er op verschillende plekken in de Arabische wereld regelmatig wordt opgeroepen om alle joden ‘de zee in te drijven’, heerst er in Israël een existentiële angst voor een scenario waarbij één (verrassings)aanval de hele joodse staat zou kunnen vernietigen. Deze angst bepaalt de internationale politiek van Israël (de afwijzing van verschillende VN-resoluties) en de nederzettingenpolitiek. De vrees om letterlijk van de kaart geveegd te worden is natuurlijk geen verontschuldiging voor het optreden van Israël, maar het vormt wel een verklaring. Het is dus heel merkwaardig dat Vlaamse media dit aspect niet beter belichten.

Arabische jodenhaat

Ook het antisemitisme onder de Palestijnen blijft in veel Vlaamse analyses onderbelicht. Een organisatie als Hamas is bijvoorbeeld niet antizionistisch, maar antisemitisch. De fundamentele kritiek van Hamas is niet dat Joodse burgers ongeoorloofde daden stellen, maar wel dat er Joodse burgers bestaan. Het is niet de staat Israël, maar zeer simpel ‘het internationale jodendom’ dat volgens Hamas moet ophouden te bestaan. Dat betekent dat het er eigenlijk niet toe doet welke beleidsbeslissingen Israël neemt: zelfs al zou het Israëlische leger eenzijdig ontwapenen en alle nederzettingen tot de laatste steen afbreken: er zouden nog steeds Joden in Israël zijn, en dat zou nog steeds een probleem zijn. Dit ranzige antisemitisme, dat voor één keer een vergelijking met de jaren ’30 rechtvaardigt, verdient veel meer aandacht. Door het antisemitisme onder Palestijnen (en in de rest van de islamitische wereld) niet te problematiseren, ontstaat de indruk dat het geen probleem zou zijn.

Het wordt pas echt zorgwekkend als ook de antisemitische oprispingen in Europa onderbelicht blijven. Bij heel veel pro-Palestijnse betogingen op Europese bodem borrelt een zuivere vorm van jodenhaat op. In Antwerpen wordt het Joodse volk met Arabische slogans bedreigd. In Den Haag worden hakenkruisen meegevoerd in optochten. In Parijs wordt een synagoge bestormd. Over deze – toch zeer onrustwekkende feiten – wordt spaarzaam en uiterst omzwachteld bericht. Nochtans lijken strenge veroordelingen hier zeker op hun plaats.

Holocaustrecuperatie

Er zit ook een zeker antisemitisme in de manier waarop de Shoah wordt gebruikt tegen Israël. Enerzijds wil men Israël het recht ontzeggen om de nog zeer verse herinnering aan de Shoah ooit in te roepen. Dit zou immers de uiting zijn van een ‘holocaustindrustrie’, en een zeer platte politieke recuperatie. Anderzijds roepen tegenstanders van Israël de Shoah voortdurend in als referentiepunt voor het optreden van het Israëlische leger. De vergelijkingen tussen Gaza en de concentratiekampen zijn – zeker op sociale media – niet meer te tellen. Maar hoewel de herinnering aan de vernietigingsoorlog van de nazi’s nog zeer vers is – hoewel de stichting van de staat Israël noch de politiek van Israëlische leiders sindsdien begrepen kan worden zonder de Shoah – verdragen velen het niet dat Joden hun eigen geschiedenis in herinnering brengen. Het heeft er alle schijn van dat veel Europeanen het Joodse volk nog niet eens hun pijnlijkste herinnering gunnen.

De vergelijking tussen Israël en nazi-Duitsland is onredelijk, buitensporig, bewust kwetsend en gespeend van elk historisch bewustzijn. Om de parallel toch een miniscuul beetje overeind te houden, moeten heel wat feiten genegeerd worden. En dat gebeurt dan ook. Zo lees je bijna nergens in Vlaamse media over de Israëlische leveringen van water, voedsel en geneesmiddelen aan Gaza – ook in tijden van oorlog. Het gaat ook erg weinig over de Arabische Israëli’s, die binnen Israël rechten genieten die ondenkbaar zijn voor Joden in Palestijns gebied. Er wordt veel gedaan om Israël in het meest negatieve daglicht te stellen.

Oude vormen en gedachten

Het onvermogen om het Joodse perspectief te begrijpen, de veronachtzaming van frappant antisemitisme in Palestina en Europa en het enthousiasme waarmee de holocaust-herinnering wordt gebruikt tegen Joodse mensen zijn drie schrikbarende tekenen van een onderhuidse antipathie voor Joden. Het zou onterecht zijn om dit zomaar weg te wuiven. De jodenhaat vormt immers een kwalijke grondstroom die als een hardnekkige schandvlek doorheen de Europese geschiedenis loopt. Het is ronduit bizar om aan te nemen dat dit eeuwenoude sentiment in de loop van nog geen 70 jaar volledig uit ons cultureel DNA verdwenen zou zijn. Van alle oude discriminaties wordt alleen het antisemitisme zo snel tot de geschiedenisboeken veroordeeld. Progressieve commentatoren zullen nooit beweren dat het anti-zwarte-racisme achter ons ligt omdat de koloniale periode alweer decennia voorbij is. Evenmin zal seksisme weggewuifd worden omdat vrouwen al zo lang stemrecht hebben. Waarom zou het structurele antisemitisme van de Europeaan dan geen sluimerend vervolg hebben gekregen na de Tweede Wereldoorlog?

Virulent antisemitisme bestaat natuurlijk ook binnen verschillende (islamitische) migrantengemeenschappen. In pakweg Brusselse straten jouwen allochtone jongeren mensen met een joods uiterlijk na – en daar is trouwens geen omstreden optreden van Israël voor nodig. Dit islamitische antisemitisme is een belangrijk probleem, dat dringend aangepakt moet worden. Toch zou het verkeerd zijn om daardoor eigen anti-joodse insteken uit het oog te verliezen. Blijft alle Vlaamse kritiek op Israël echt gespeend van onderhands antisemitisme? Zijn we streng genoeg voor duidelijke tekenen van jodenhaat? Geloven we echt dat het Europese volk eeuwen van pogroms en discriminatie in een historische oogwenk heeft afgeschud?

Israël heeft kritische vrienden nodig die eerlijk en openlijk spreken wanneer Israël uit de bocht gaat. Er is veel kritiek te uiten zonder enige antisemitische rand. Maar na 20 eeuwen jodenhaat moeten Europeanen zich meer en beter hoeden voor elke vorm van resterend antisemitisme.

Klaas Cobbaut (1979) is ambtenaar. Hij heeft weleens gehoord dat zijn thuisstad Aalst niet de mooiste plek ter wereld is, maar dat doet hij af als laster van jaloerse kwatongen. Vanuit zijn ajuinenstad overschouwt hij lokale en vaderlandse politiek.

Commentaren en reacties
Gerelateerde artikelen

‘Sick’ is een relevante en hilarische roman waarin Bavo Dhooge alle humoristische registers opentrekt, zonder daarbij ook maar een moment de vinger van de pols van de maatschappij te halen.