JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

‘Desnoods gaan we naar het kabinet van Bourgeois’

Interview met Herman De Mulder en Roel De Leener

Karl Drabbe19/2/2012Leestijd 12 minuten

Het Taalaktiekomitee (TAK) bestaat veertig jaar. Sinds 1972 heeft de actiegroep met grote manifestaties en ludieke acties de vinger op heel wat communautaire wonden gelegd: Voeren, de rand, B-H-V … Hoe gaat het met TAK vandaag, en wat is zijn rol morgen? Een interview met Herman De Mulder en Roel De Leener van TAK.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De mars op de Waalse taalgrensgemeente D’hoppe – met faciliteiten voor Nederlandstaligen – op 26 maart 1972 geldt als de geboorte van het Taalaktiekomité (TAK). Herman De Mulder (1955) liep net niet in korte broek mee. Het jaar erop behoorde hij al tot de kern van de actiegroep, snel maakte hij deel uit van de leiding, de TAK-Raad. Roel De Leener (1976) komt uit de Vlaamse studentenbeweging, maar voelde snel al meer voor het ludieke actievoeren van TAK. Sinds 2004 maakt Roel met een aantal strijdmakkers de leiding uit van TAK. Een gesprek over verleden en toekomst, relevantie en nut van het Taalaktiekomitee.

Wie aan neutrale waarnemers als politoloog Carl Devos en politiek journalist Ivan De Vadder (zie kaderstuk) vraagt wat de relevantie van TAK is, krijgt meteen twee gelijkaardige boodschappen mee: traditionele en oubollige actiemiddelen, te weinig boodschap op de inhoud. In een tijdperk waarin opinievorming – ook via sociale media – belangrijk is en het parlement voor de helft bevolkt door Vlaamsgezinde volksvertegenwoordigers, kun je je inderdaad vragen stellen bij het onderbreken van gemeenteraden, het vastklampen aan paleishekkens, het plaatsen van stinkbommen bij Franstaligen activiteiten in Vlaanderen …stijl en methode van de actievoerders. TAK is te veel vorm en te weinig inhoud.

Perceptie

Herman Demulder is het daar niet mee eens: ‘Nu heb je inderdaad digitale middelen, maar soms nogal vrijblijvend, vind ik. Als je met een groepje op straat komt en je ter plekke ook toont, staat niet altijd garant voor media-aandacht. Waarom doen we zogezegd spectaculaire acties? Omdat er geen media-aandacht is. Als TAK een actie doet, is het de plicht van de journalist om te komen vragen waarom er een actie is … Te veel vorm en te weinig inhoud? Zeg je dat van Greenpeace ook?’
Roel De Leener: ‘Inderdaad, kijk naar Greenpeace, die doen ook verouderde acties. Een actiemiddel is maar voorbijgestreefd als je met je actiemiddel niet meer bereikt wat je wil bereiken. Wat willen wij doen? Problemen onder de aandacht brengen. Als wij met onze actiemiddelen minstens kunnen zeggen, hier is een probleem, dan is het middel toch goed? Er zijn inderdaad andere actiemiddelen zoals Facebook of Twitter, en dat is heel goed. Maar wij doen het op onze manier en ik denk niet dat wij zo verouderd bezig zijn. Kijk naar Greenpeace, die doen hetzelfde, maar ze hebben meer geld, meer middelen en dus is het allemaal wat spectaculairder.’ Dat Greenpeace een ‘sexier’ snaar betokkelt, erkent De Leener: ‘Wij zijn bezig met politiek en politiek is voor veel mensen moeilijk. Voor ons zijn politieke begrippen dagelijkse kost, maar als je ziet dat studerende jongeren veel van die begrippen helemaal niet kennen … Wij zijn bezig met een niche van de maatschappij.’ TAK wil op een ‘plezante’ manier moeilijke dossiers aankaarten. De Leener: ‘Met ludieke dingen doe je aan vereenvoudiging. Wij werken met kernachtige slogans. De inhoudelijke uitwerking zit in onze persmededelingen, die kan de pers lezen en brengen. Ze doen dat jammer genoeg niet altijd. Ze sturen zelden journalisten. Het ludieke is belangrijk: beelden blijven beter hangen dan inhoud.’ Nochtans werpt Ivan De Vadder op dat de beelden te weinig de inhoud weergeven. De Leener schudt het hoofd. ‘Wij brengen beelden én inhoud, onze acties zijn altijd onderbouwd; voor dossiers als BHV of faciliteiten kunnen heel veel persmensen, opiniemakers heel wat van ons opsteken. Het gebeurt inderdaad dat media enkel de beelden overnemen, maar is dat alleen onze verantwoordelijkheid? Wij kampen daar trouwens niet alleen mee met die vervlakking van de media. Echte diepgang is vaak niet meer mogelijk, iemand als Peter De Roover daar vaak genoeg over horen klagen. Bij ons kunnen ze nog beelden schieten … En het beeld mag dan misschien niet weergeven wat het probleem is, het toont wel dat er een probleem is.’ De Mulder knikt. ‘De actie moet meteen tonen waarover het probleem gaat.”

Gevarendriehoek

N-VA-Kamerlid Ben Weyts vergelijkt TAK met de kanarie in de steenkoolmijn. Als TAK lawaai maakt, dreigt er een probleem … Wijlen Koen Baert vergeleek TAK met een gevarendriehoek. De Leener: ‘Als wij de gemeenteraden niet volgen en verstoren, en tonen dat er een probleem is, weet men niet dat er een probleem is.’ De zaak van de niet-benoemde Franstalige burgemeesters in de rand is een pluim die de jongere Takker graag op zijn hoed steekt. ‘Hoe komt dat jij weet dat er burgemeesters niet benoemd zijn? Omdat wij daar sinds 2006 echt constant actie hebben gevoerd. De media zouden daar anders over zwijgen.’ De Mulder: ‘De media worden in zo’n dossier maar wakker op het moment dat de minister een beslissing moet nemen. Maar tevoren zijn wij er die de vinger op de wonde leggen. Of moeten wij afwachten tot de zaak zichzelf oplost?’

Herman De Mulder is al wat ouder, draait al wat langer mee en reflecteert. ‘We hebben er altijd naar gestreefd om een probleem op een hoger politiek niveau te brengen. Om er voor te zorgen dat politici aandacht hebben voor problemen en die in handen nemen. Je kunt wel een aantal dingen aanklagen, maar er gebeurt niets mee. Sommige van de dossiers waarop wij werkten zijn zo buiten onze wil geëscaleerd – Schaarbeek, Voeren, B-H-V. Je kunt blijven aanklagen en de muren volschilderen. Maar je acties zjin maar geslaagd als de politici erop reageren. Natuurlijk, soms is de uitkomst niet zoals je hebt gehoopt. Het feit dat politici zich bezighouden met de problemen die wij aankaarten en dat er in het parlement over gesproken wordt … dan zijn wij al grotendeels geslaagd.’

De kerntaak van TAK is dus zaken op de politieke agenda zetten, en dat is het? De Mulder: ‘Je kunt aan iets beginnen en dan hopen dat de politiek erop inhaakt. En wanneer haakt de politiek op iets in? Als de media dat ook doet. Heb je de media niet mee, kun je de politiek ook niet overtuigen dat je met iets nuttig bezig bent.’
‘Dat is een groot verschil met vroeger. Vroeger had je meer aandacht voor de dossiers van TAK dan vandaag.’ Hoezo, lag de media vroeger dan meer wakker van communautaire problemen dan vandaag? De Mulder nuanceert: ‘Sommige mensen ontkennen het, maar het is overal ingebakken tegenwoordig.’ De Leener: ‘Journalisten zijn minder gevoelig of bewust. Vroeger waren er meer journalisten die meegingen met ons’. Nochtans is de gemiddelde Vlaamse journalist er vandaag toch van overtuigd dat zowat elk dossier in België ook communautair gekleurd is? De Leener: ‘Dat is de laatste jaren. Wij hebben dat zien veranderen. Vroeger moesten we dossiers op de agenda krijgen. We moeten daar eerlijk in zijn, veel van de zaken die wij willen aankaarten staan al op de agenda.’ Is TAK dan nog nodig? De Leener: ‘Er zijn nog problemen genoeg in De Rand. De oplossingen die politici aanreiken zijn daarom geen goede oplossingen. Wij zijn nodig om die oplossingen te bekritiseren en mensen er op te wijzen dat die oplossingen op niets lijken. En als wij dat niet zeggen, zegt niemand dat. Er zijn wel andere verenigingen die persmededelingen versturen zoals de Vlaamse Volksbeweging en het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen, het Halle-Vilvoordekomitee en onlangs het Verbond van Vlaams Overheidspersoneel enz. Dat zijn vier persmededelingen maar geen vier krantenartikels. Elke keer als wij een actie voeren, komt er een foto in de krant en dat trekt de aandacht van de mensen. Van zodra politici zien dat ons protest wordt opgepikt door de mensen, heb je de kans dat de politiek er rekening mee houdt.’

De Mulder: ‘Als je niet op straat komt, krijg je geen aandacht. Als TAK op straat komt, versterk je niet alleen de zaak, maar heb je soms wel de kans dat je in beeld komt. En enkel met persmededelingen lukt dat niet.’
De Leener: ‘Kijk naar Greenpeace. Hun acties, dat kunnen wij ook, maar dan op onze, kleinschaliger manier. Maar zij krijgen meer aandacht. Maar als we niets meer doen, worden de problemen doodgezwegen.’

Focus op de Rand

Sinds twintig jaar legt TAK zeer sterk de nadruk op Vlaams-Brabant en de Rand. Zijn er buiten die regio geen problemen voor TAK? Of is dat omdat de top van TAK wordt uitgemaakt door Vlaams-Brabanders?
De Leener: ‘Eerst en vooral, de top is inderdaad van Vlaams-Brabant. Hier ligt in onze gevoeligheid.’ Maar is die nog terecht? Nog voor de zomer wordt B-H-V gesplitst. De Leener veegt het argument van tafel: ‘Ik verzeker u, vanaf oktober – na de gemeenteraadsverkiezingen – staan de faciliteitengemeenten in brand. Van dan herbegint alles. De benoeming van de burgemeesters komt opnieuw op de agenda.Bourgeois kan en mag die niet benoemen. En anders gaan we niet meer naar de gemeenteraad, maar gaan we naar Bourgeois.’

Dat is nieuw! TAK dat actie voert op de trappen van een Vlaams-nationaal minister? De Mulder, overtuigd: ‘Het is gemakkelijker om de Franstaligen aan te vallen of de belgicisten, maar we moeten ook de Vlaamse politici opvolgen en op hun verantwoordelijkheden wijzen. Zeker nu met de staatshervorming en tevoren met de regeringsonderhandelingen. Wij moeten onze eigen Vlaamse verkozenen erop wijzen dat ze in de Rand niet mogen laten betijen. Zij zijn verkozen en ze laten gebeuren … We moeten niet alleen naar de Franstaligen gaan. We moeten ook durven naar onze eigen verkozenen stappen. Het is in België te gemakkelijk, je kunt altijd wel op een Franstalige politicus schieten, in plaats van op de eigen Vlaamse verantwoordelijken.’
De Leener ontbreekt: ‘Sinds september 2011 hebben we nog geen enkele Franstalige politicus aangevallen, enkel maar CD&V’ers’. En die zijn daar enorm kwaad voor, zegt De Mulder ernstig. ‘Wij focussen in de faciliteitengemeenten op de niet-benoemde burgemeesters. Dat zijn handige symbolen, en je krijgt de media mee. Als wij voortdurend op een Vlaamse politicus zouden schieten om wat er in de faciliteitengemeenten gebeurt, krijgen we nooit die aandacht die we nu gekregen hebben dan nu dat we die gemeenteraden onderbreken. We merken dat met B-H-V ook. We zijn naar de CD&V geweest en je merkt dat de pers veel afstandelijker wordt. Maar we moeten het allebei doen. Als het moet, vallen wij ook onze politici aan.’ De Leener wil duidelijk Bourgeois viseren mocht ie als minister van Binnenlandse Zaken straks Nederlandsonwillige burgemeesters benoemen in de Rand.
De Mulder is ondertussen al meer dan een decennium hoofdbestuurslid van de Vlaamse Volksbeweging, en erkent ook als ex-Takker dat de Vlaamse beleidsmakers en verkozenen moeten bewerkt worden. ‘Zij nemen de beslissingen, dus is het logisch dat we ook hen in de gaten houden. Het is te makkelijk om altijd het Belgisch niveau aan te vallen of Franstalige politici. Neen, ook onze eigen Vlaamse politici moeten hun verantwoordelijkheid nemen.’

Bijna 50% van de Vlaamse bevolking stemt Vlaams-nationaal. Is een actiegroep als TAK dan nog nodig? De Leener: ‘De laatste paar jaar is onze rol inderdaad minder belangrijk, omdat onze eigen politici “onze” dossiers op de agenda zetten. Als wij rond 2000 bepaalde informatie gekregen, konden wij drie dagen een actie voorbereiden. En dan waren we de eerste. Vernemen we nu iets, moeten we een mededeling versturen, of een Vlaams-nationale politicus is ermee weg. Vlaams-nationale politici zouden inderdaad onze dossiers ter harte moeten nemen, maar zelfs daar maak ik mij de bedenking dat ze het niet doen op de manier dat het moet. TAK moet aanwezig blijven, of ze doen gewoon hun zin.’

Herman en Roel treden duidelijk oud-Takker en VVB-voorzitter Guido Moons bij, die stelt dat TAK politieke partijen moet blijven confronteren met hun dodelijke lankmoedigheid en onverantwoorde onverschilligheid in communautaire dossiers. De Leener: ‘Ik ben een Vlaams-Brabander, ik woon in Borchtlombeek, ik zie wat hier gebeurt. Maar in Antwerpen, bijvoorbeeld een Bart De Wever, die weet niet wat hier gebeurt in de Rand. Alleen al daarom. Onze problemen worden niet doo riedereen gevat of erkend. Alleen al daarom zijn wij nodig, om hen daarop te blijven wijzen. Er zijn natuurlijk Ben Weyts of Bart Laeremans (VB) die de problemen in de Rand heel goed kennen, maar ze hebben ons nodig om hen in de pas te laten lopen. Want eens de macht wenkt …’ (lacht)

Tot voor een tiental jaar terug werd TAK nogal makkelijk in de hoek van extreemrechts geduwd. De Mulder: ‘Ik heb dat altijd heel raar gevonden dat Vlaamse journalisten dat dachten .Ze moesten maar een keer met ons mee komen, om te weten dat dat niet waar is. Ik heb dat altijd slechte wil gevonden van een aantal mensen. Op geen enkele manier was dat af te leiden uit de acties die we deden of de teksten die we publiceerden of onze persmededelingen.’ Dat beeld bestaat wel niet meer, Roel zegt zelfs dat nooit te hebben gekend of meegemaakt.

TAK is veertig jaar begonnen met een actie in zogenaamd ‘verloren gebied’ aan de andere kant van de taalgrens. Noch voor De Leener, noch voor De Mulder is dat nog een ‘issue’. De Leener: ‘Wij hebben onze bezigheid met de thema’s die momenteel hoogdringend zijn. De verloren gebieden, dat is een mooi thema om de Franstaligen te confronteren met het beeld wat zij in Vlaanderen komen doen. Maar ik zie niet in waarom wij daar actie moeten voeren.’ In Waremme (Borgworm) faciliteiten opeisen voor de Nederlandstaligen zou nochtans wel kunnen. De Leener: ‘Dat is een perfect provocatieve actie om de Franstaligen erop te wijzen waar zij met ons mee bezig zijn. Maar we gaan daar geen actiepunt van maken.’ TAK plaatst zich dus vandaag volledig binnen de territoriale logica. De Mulder: ‘Taalgrens = staatsgrens hebben wij uitgevonden. Noch TAK noch VVB moet zich moeien met wat er in Wallonië gebeurt. De taalgrens ligt vast sinds 1963. Hoogstens kun je acties voeren om historisch besef bij te brengen.’

Kietelen

Met de ludieke Uilenspiegelacties wil TAK niet alleen problemen aankaarten, maar ook stapje voor stapje de Belgische staat doen wankelen. Terugblikkend op veertig jaar stelt De Leener dat het belang van TAK niet te onderschatten is. ‘Voeren? Als daar niet die permanente golf van Vlaamse betogers was geweest, was Voeren verloren. Hetzelfde in de faciliteitengemeenten. Als wij daar niet constant op zitten waren ze al verkocht. Nu hebben we nog een beetje uitstel gekregen met de laatste onderhandelingen. De akkoorden zijn noodlottig, maar het was nog noodlottiger geweest als er niet een aantal Vlamingen waren die op dezelfde nagel zouden zijn blijven kloppen. Dat is net hetzelfde met B-H-V. Dat is toch een prachtig dossier geweest dat de Belgische staat tot op de rand van de afgrond heeft gebracht?! En het is nog niet opgelost. Er is zogezegd een akkoord, maar we zullen wel zien, want de regering is toch maar heel wankel. Voeren, B-H-V, dat zijn prachtige dossiers geweest. Is dat onze verantwoordelijkheid alleen? Neen, maar wij hebben daar serieus aan mee geholpen. Wij zijn nuttig bezig geweest. Wij hebben een steen verlegd. En het was niet om ermee te gooien.’ (lacht)

De prioriteiten voor de toekomst liggen voor oudgediende De Mulder bij de faciliteitengemeenten. De Franstaligen komen steeds dichter bij hun doel de faciliteitengemeenten uit Vlaanderen te lichten. Maar tot nu toe is dat niet gelukt. Dat zal niet blijven duren. We moeten er alles aan doen te verhinderen dat dat zou gebeuren. Er zijn een aantal onrechtvaardigheden en onjuistheden in de communautaire akkoorden, die we moeten aanklagen. En daardoor kunnen we de Belgische staat doen kantelen. Dat is sinds het einde van de jaren 1970 een constante geweest bij TAK. Sommigen doen mee met TAK om de taalwetten te doen respecteren, anderen om de Belgische staat te kietelen omdat die staat aan de basis ligt van de problemen die wij aanklagen.’ De Leener sluit zich daarbij aan: ‘De verfransing van Vlaams-Brabant zal niet opgelost raken, er zijn de communautaire akkoorden, er is nog veel werk in Brussel, waar we ons nog niet aan gewaagd hebben. Ik denk dat er in Brussel enorm veel explosieve materie aanwezig is. Daar is heel wat conflictstof, maar het is heel delicaat. Dat moeten we dus bestuderen. En inderdaad: wat er misloopt in België onder de aandacht brengen en de Belgische staat doen wankelen. Daar zijn we al jaren mee bezig, erop wijzen dat dit enkel in België kan. Faciliteiten en zo: dit is Belgisch. Onze politici moeten dat ook weten, want zelfs als wij meer dan 50% halen, dan zullen wij nog altijd ons werk hebben om de onafhankelijkheid te realiseren.’ De Mulder: ‘En dan spoort TAK weer meer met de VVB, waar we al twintig jaar mee samenwerken. Maar als je daarop hamert, krijg je minder aandacht van de media. Taalwetgeving, daar bestaat nog een gevoeligheid voor, maar onafhankelijkheid, dat ligt véél gevoeliger.’

Vrijwilligerswerk

Trekt TAK nog nieuwe mensen aan? Vele verenigingen hebben het moeilijk om jongeren in het bijzonder aan te trekken. Volgens De Leener kampt TAK niet met dat probleem. Hoe vaker TAK in de media komt, hoe meer mensen zich spontaan komen aandienen. ‘We hebben daar nog nooit problemen mee gehad. Wij steken geen tijd in het werven van mensen.’ ‘Grote massa’s trekken we niet aan, en dat hoeft ook niet. Maar het lukt, veertig jaar geleden was TAK ook maar een kleine groep, maar we slaagden er toch vaak in om onze mensen op sleutelrollen te plaatsen in Vlaamse partijen en instellingen. Iedereen met het Vlaamse hart op de juiste plaats is ooit Takker geweest’ stelt De Mulder tot slot. De toekomst is verzekerd.

 

Veertig jaar TAK (kaderstuk)

De communautaire dwarsliggers vieren hun veertigjarig bestaan. Dat bestaan was wisselvallig. Dansend tussen massabetogingen op de taalgrens en in Schaarbeek enerzijds, ludieke prikacties aan kabinetten, ziekenhuizen en partijhoofdkwartieren anderzijds. Volgens sommigen heeft TAK een gevaarbordfunctie: ‘opgelet, hier worden de rechten van Vlamingen met voeten getreden’. Anderen hebben het over verzuurd revanchisme; bij veel acties is wel wat trek-en-duwwerk of wordt privé-eigendom beschadigd. In die veertig jaar heeft TAK een bewogen geschiedenis gekend, maar ook de thema’s van de Vlaamse Beweging op de kaart gezet én verzinnebeeld. In de jaren 70 achtereenvolgens op de taalgrens – TAK is niet voor niets gestart met een mars op D’hoppe (26 maart 1972), Vlaamse faciliteitengemeente in Wallonië – en met de lokettenkwestie in Schaarbeek – het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding zou er een kluif gehad hebben aan burgemeester Roger Nols. In de jaren 80 waren er de acties aan de ziekenhuizen in Brussel, de grote amnestie-acties, het verzet tegen 150 jaar België en de ‘wandelingen’ in Voeren (en Komen) – TAK deed regeringen op hun grondvesten daveren. De jaren 90 is het decennium van de kleinere maar ook ludiekere prikacties. Favoriet actieterrein was – en is vandaag nog – Vlaams-Brabant: de verfransing in de rand, de faciliteitengemeenten, de splitsing van B-H-V. Terloops bleef TAK – sinds eind jaren 1970 als een der eerste – ijveren voor een republiek Vlaanderen.

 

Zin en onzin (kaderstuk)

We vroegen enkele waarnemers naar zin en onzin, relevantie en irrelevantie van een actiegroep als het Taalaktiekomitee in de 21e eeuw.

CARL DEVOS (Ugent)
‘TAK is onmiskenbaar een van de Vlaamse strijdorganisaties die vanop de frontlijn van de politieke actie geschiedenis heeft gezien en gemaakt. Spraakmakend en provocerend, maar altijd volgens een duidelijke herkenbare lijn. De actievormen hebben er dikwijls toe bijgedragen dat hun inzet als onredelijk werd gezien. Hoewel die inzet van hun strijd de tand des tijds weerstaat, dringt zich zeer de vraag op of de klassieke methoden waarop het TAK zich steevast beroept niet stilaan achterhaald zijn en daardoor inefficiënt geworden zijn. De acties van het TAK zullen in d kring van gelijkgezinden op enthousiaste instemming kunnen rekenen, de kans dat ze wie daar niet toe behoort zullen overtuigen is wellicht niet gestegen. Integendeel. TAK is soms teveel vorm,een georganiseerde geloofsbelijdenis die de zuiverheid van de leer uitschreeuwt tegen andersdenkenden. De vraag is hoe dat in de 21ste eeuw beter kan.’

IVAN DE VADDER (VRT)
‘De relevantie van het Taalaktiekomitee in het politieke bestel is op dit moment miniscuul. Ik zou durven spreken van een ‘groupuscule’. TAK komt alleen nog in beeld (en vaak alleen nog in het Late Journaal) als het de gemeenteraad van één of andere faciliteitengemeente bezet, of als ze politici van traditionele partijen laten spitsroeden lopen bij een van hun congressen. Meestal gaat het om beeldfragmenten, zonder inhoudelijke quote. Met andere woorden, vaak gaat de inhoudelijke boodschap van TAK aan de kijker voorbij, en blijft alleen het beeld hangen van gelaarsde betogers gehuld in leeuwenvlaggen.’

BEN WEYTS (N-VA)
‘Voor de Vlaamse samenleving maar bovenal voor een Vlaams-nationale partij
kan TAK de kanarie in de koolmijn zijn. Ludieke acties drukken de Vlaming
soms met de neus op wantoestanden waar velen intussen in berusten. Zeker
in onze Vlaamse rand. TAK moet bovenal die Uilenspiegelattitude behoude’, zonder
bitterheid of wrok, kloek maar geweldloos. Ironie is bijtender dan gal. En
het irriteert enkel de ontvanger.”

GUIDO MOONS (VVB)
‘Of je er nu voor bent of tegen maar met de politieke context van vandaag (lees: de Di Rupo-akkoorden) in het achterhoofd is het pure noodzaak dat TAK zijn ondankbare rol blijft spelen van communautaire dwarsligger. Niet uit pure dwarsheid zonder meer, maar wel om steeds dezelfde Vlaamse politieke partijen te confronteren met hun dodelijke lankmoedigheid en onverantwoorde onverschilligheid wanneer het om dossiers gaat zoals B-H-V.’

 

 

Karl Drabbe

 

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties