JavaScript is required for this website to work.
Ethiek

‘Credentialisme’: de allesbepalende waarde van diploma’s

Waarom zou respect enkel gebaseerd moeten zijn op diploma's?

Ignace Vandewalle20/4/2022Leestijd 5 minuten

foto © Pixabay

Respect voor mensen zou niet mogen gebaseerd zijn op diploma’s. En personeelsbeleid evenmin.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Onlangs verschenen in de media verhalen over leerlingen die op jonge leeftijd uit school worden geweerd. Het Nieuwsblad blokletterde: ‘251 vogels voor de kat’. De dag voordien las ik in dezelfde krant: ‘De baas is alleen tevreden met een witte raaf’, een artikel over hoe amper 17,3 procent van de bedrijven bereid is om bij sollicitaties de diplomavereisten af te zwakken.

Op het eerste gezicht hebben beide artikelen weinig met elkaar gemeen. Maar bij nader inzicht schuilt er een discriminatoir discours in hun onderstroom. Ze leggen een hardnekkige, haast monomane, idee-fixe bloot: een diploma is de enige weg naar een geslaagde carrière en het enige criterium voor succes en professionele rendabiliteit.

Eigen kind, schoon kind

Laat mij eerst duidelijk benadrukken dat de ‘251 vogels voor de kat’ het resultaat is van het woke pamperonderwijs van vandaag. Wanneer leerkrachten alleen nog een roede van olijftakken hebben om gedrag te bewieroken, dan smelt hun kracht tot discipline als sneeuw onder de zon.

Ijdele ouders met een ‘eigen kind, schoon kind-syndroom’ terroriseren leerkrachten en schooldirecteurs tot de wanhoop toe. Mijn vader zaliger zei daarover: ‘de meester heeft altijd gelijk’. Daarna kreeg ik thuis nog een straf bovenop die van de leraar. Nu stappen ouders na een pleidooi van zoon- of dochterlief naar de directeur of ouderraad. Zielig is dat! Na meerdere incidenten is de enige uitweg van directeurs de schorsing of de uitsluiting van de leerling.

Politieke misleiding

Omdat hun kansen op een diploma op die manier ernstig in gevaar komen, krijgen deze 251 leerlingen nu een lot van deplorabele mislukkelingen van de maatschappij toegedicht. De makke van het huidige onderwijsstelsel is dat er maar één criterium is voor ‘succes’: of je een diploma haalt, of niet.

Door in 1983 de leerplicht van 16 jaar op te trekken tot 18 jaar, werd een diploma plots nog belangrijker. De toenmalige regering verkocht dit als een sociale maatregel, maar het was niets meer dan een politieke misleiding. Het enige doel was om zo de werkloosheidscijfers te laten dalen. Leerlingen kwamen twee jaar later op de arbeidsmarkt terecht en de regering kon voor de verkiezingen van 1985 een daling van de werkloosheid voorleggen.

Een diploma als intellectueel placebo

Begin deze eeuw hebben linkse pamperpedagogen – Frank Vandenbroucke en Pascal Smet – het onderwijs naar beneden genivelleerd in een poging om iedereen over de schreef te trekken. Subsidies werden toegekend op basis van het niveau van kansarmoede en verpaupering van de leerlingenpopulatie.

Universiteiten kregen subsidies volgens het aantal uitgereikte diploma’s. Deliberaties evolueerden tot een activiteit gericht op subsidie en niet langer gebaseerd op de kennis van de leerling. Het diploma devalueerde zo tot hét intellectueel placebo van een kennisgerichte maatschappij.

De tirannie van de verdienste

In zijn boek ‘De tirannie van de verdienste’ (2020) schetst Michael J. Sandel – een auteur die ik steeds minder apprecieer, maar toch blijf lezen – hoe onze huidige maatschappij mensen zonder een diploma discrimineert. Ik deel zijn volledige analyse niet, maar wel zijn besluit. Namelijk dat slimme mensen, hoe langer hoe meer domme mensen discrimineren.

Nog niet zo gek lang geleden leefden we nog in een soort aristocratische, een op afkomst geënte samenleving. Wie je vader of moeder was bepaalde je status en je slaagkansen in het leven. Er was een intellectuele adel: dokters, advocaten, notarissen, architecten… Maar er was ook een industriële adel: bedrijfsleiders van grote fabrieken en een landelijke adel: herenboeren, juweliers, bakkers, slagers…

Bij het aanvragen van een lening bij de bank werd niet gevraagd naar je diploma’s of ondernemingsplan, maar naar wie je ouders waren. Bij een sollicitatie was het diploma ondergeschikt aan je afkomst.

Meritocratie

Tegenwoordig leven we in een academische meritocratie. Dit wil zeggen dat je status en je kansen op de arbeidsmarkt worden bepaald door je opleiding en je behaalde successen op school. De gedrevenheid en het talent tot intellectuele arbeid haalt het van de gedrevenheid en het talent tot handenarbeid. De fysieke meritocratie ebt weg. Ook de automatisering draagt daartoe bij. Er zijn meer mensen nodig die machines kunnen programmeren, dan mensen die fysieke arbeid kunnen leveren.

Een belangrijke vaststelling is dat alleen zij die zich kunnen gedijen binnen onze huidige onderwijscultuur kansen krijgen. Zij die door hun rebels karakter of om medische of psychologische redenen niet binnen het keurslijf van het hedendaags onderwijssysteem kunnen aarden, zijn de pineut. Ze beschikken dan wel over voldoende intellectuele gedrevenheid en talent maar het komt niet tot uiting in een gevangenis van prestatiedwang. Ze krijgen vervolgens geen papiertje dat zegt dat ze intelligent zijn, maar zijn het wellicht wel.

De fraude van pseudo-slimmeriken

Diploma’s bewijzen en definiëren meer en meer wie je bent. Michael J. Sandel noemt dit het ‘credentialisme’ (= de allesbepalende waarde van diploma’s). In de Verenigde Staten wordt daarom massaal fraude gepleegd om kinderen op een universiteit te krijgen. Frauduleuze bedrijfjes worden betaald om cijfers te veranderen, aanbevelingen te krijgen en met terugwerkende kracht cijfers, verslagen en rapporten te laten verdwijnen. (Wie de behaalde cijfers en eindresultaten van Trump en Biden probeert te achterhalen, komt er al gauw achter dat dat niet gaat lukken…)

Toen in 2003 aan het licht kwam dat staatssecretaris Anissa Temsamani (Vooruit) geen diploma hoger onderwijs had en daar al dan niet over gelogen had, werd de druk zo hoog dat ze al na 74 dagen moest aftreden. Toen men her en der insinueerde dat Freya Vandenbossche (Vooruit) haar thesis niet zelf schreef, taande haar politieke carrière zienderogen.

Iedereen weet inmiddels dat de politieke carrière van Bart De Wever pas echt vlucht nam toen hij nipt de finale van ‘De slimste mens’ verloor van Freek Breackman. Daartegenover moet ik zeggen dat wat Conner Rousseau probeerde te bereiken als zingend konijn, in dat opzicht geen slimme zet was.

De tegenstelling intelligent versus dom

Sinds begin deze eeuw is intelligent tegenover dom de tegenstelling die het publiek debat begon te overheersen. Of het nu over goed of slecht, rechtvaardig of onrechtvaardig, efficiënt of inefficiënt beleid gaat, alles wordt herleid tot intelligentie. Want wie slecht, onrechtvaardig of inefficiënt beleid voert, is dom en wie goed, rechtvaardig en efficiënt beleid voert, is slim.

Politieke marketeers proberen politici dan ook op die manier in de markt te zetten. Frank Vandenbroucke (Vooruit) is de intellectuele meerdere van zijn collegaministers, Alexander De Croo (Open Vld) is de staatsman die in een hogere klasse dan zijn regering speelt, Tinne Van der Straeten (Groen) is een technocraat die haar gelijke in dossierkennis niet kent enzovoort.

De intelligentiestrijd op sociale media

Wie frequent op sociale media zit, merkt al snel op dat het een virtuele wereld van slim tegen dom is. Klimaatontkenners en antivaxers zijn dom, boomknuffelaars en lijders aan smetvrees slim. Voor linksen zijn rechtsdenkenden dom en vice versa. Welke diploma’s Thierry Baudet ook op zak heeft, in Twitterland wordt hij, in een poging om hem politiek te kraken, weggezet als een idioot.

Op sociale media vinden we ook veel Google-intellectuelen die drijvend op ‘ultracrepidarianisme’ (de onbedwingbare drang om je mening te spuien over dingen waar je geen verstand van hebt) elkaar willen overtreffen met slimme uitspraken, straffe tabellen, cijfers, quotes en wetenschappelijke analyses. Het neemt soms absurde proporties aan. Twitteraars zoals Joël De Ceulaer, Maarten Boudry, Rik Torfs, Marc Van Ranst en nog een resem anderen, trekken vaak de kaart van de intelligentie om respondenten kalt te stellen.

Het respect voor Tweets of Facebook-posts of antwoorden erop zou niet afhankelijk mogen zijn van de IQ-waarde. Of de man of vrouw een schrijffout maakte, zou geen waardevermindering van de boodschap mogen inhouden. Helaas, de dag van vandaag worden we onderverdeeld in slim en dom, waarna dom gediscrimineerd wordt.

Respect is de basis van respect

Vooraleer ik word weggezet als betuttelaar, of erger nog woke-aanhanger. Even snel duidelijk maken. Ik stuur met dit stuk niet aan om na leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, syndicale overtuiging, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, een handicap, een fysieke of genetische eigenschap en sociale afkomst, nog diploma of kennis toe te voegen aan de beschermde criteria van de antidiscriminatiewet.

Maar: het respect voor mensen zou niet gebaseerd mogen zijn op hun diploma’s. De reden tot aanwerving van een personeelslid zou verder moeten gaan dan het lezen van zijn diploma’s. Weet je, ik zit net zo graag aan de toog met een bouwvakker pratend over zijn boeiende job en zijn levensvisie, als met een academicus die een filosofisch proefschrift uiteenzet. Respect krijg je enkel door het te geven. Laat me eindigen met een quote van Galileo Galilei (1564 – 1642): ‘Ik heb nog nooit iemand ontmoet die zo onwetend was dat ik niets meer van hem kon leren’.

Ignace Vandewalle (1966) was kabinetsmedewerker van minister Marc Verwilghen en staatssecretaris Vincent Van Quickenborne, parlementair medewerker van Boudewijn Bouckaert en sinds 2019 partij-onafhankelijk parlementair medewerker van Jean-Marie Dedecker. Sinds 2014 is hij zaakvoerder van het onafhankelijk politiek adviesbureau BFELT.

Commentaren en reacties