JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

Doe maar Koning Willem I

Debat over herinneringen

Theo Lansloot20/7/2014Leestijd 5 minuten

Op 21 juli is het terug te blikken op een bloeiende periode uit onze geschiedenis: het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, dat we trouwens in 2015 mogen herdenken. Ook al denken sommigen daar anders over.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Op 9 juli 2014 publiceerde Doorbaak een opmerkelijk artikel van Xavier Everaert: ‘Hoch Habsburg’. Daarin kijkt hij als legitimist naar de Oostenrijkse Nederlanden in de 18e eeuw en vergelijkt hij het Habsburgse bewind in die periode met het latere Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Zijn voorkeur gaat daarbij duidelijk naar het eerste. De herdenking in 2015 van de oprichting van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden doet hij als Oranjegekte af.

In dit verband loont het beslist de moeite het artikel te herlezen van Jan Lievens in Doorbraak van 1 april 2014. Daarin toont hij aan dat in Vlaanderen een ruime grondstroom bestaat die niets met Oranjegekte heeft te maken maar terecht oordeelt dat het belang voor Vlaanderen van de vijftienjarige regeerperiode van Willem I nauwelijks kan worden overschat niet alleen economisch en sociaal maar ook qua taalbehoud.

Willem I beoogde, na een lange overgangsperiode, het Nederlands in te voeren als enige taal in administratie en justitie in de vier Vlaamse provincies en in de arrondissementen Leuven en Brussel. In de Waalse provincies kon het Frans verder gebruikt worden. In 1830 kwam er een abrupt einde aan de positie van het Nederlands als taal van de administratie, van het gerecht en van het middelbaar onderwijs in Vlaanderen. De Vlaamse Beweging heeft honderd jaar moeten strijden om die situatie recht te zetten. De erkenning van Vlaanderen als eentalig Nederlandstalig gebied kwam er pas met de taalwetten van 1921 en 1932.

In het kader van zijn taalbeleid richtte Willem I een uiterst belangrijke kweekschool voor leerkrachten op in Lier om niet te spreken van de Nederlandstalige universiteit in Gent. Zonder dit taalbeleid zou het Nederlands door de onmiddellijk ingevoerde Belgische taaldwang 1830 niet hebben overleefd. ‘La Belgique sera latine ou elle ne sera pas’, niet?

In zijn recent boek ‘Belgium dat is Nederlandt’ (zie recensie in Doorbraak) wijst historicus en professor emeritus Hugo De Schepper er op dat doorheen de eeuwen begrippen als België, Vlaanderen, Nederland, Lage Landen algemeen werden gebruikt voor een gebied dat toen zowat het meest bijdetijdse en verstedelijkte van Europa was. Hij benadrukt dat hoewel de Nederlanden nooit een staatkundige eenheid kenden zij niettegenstaande de scheuring na de val van Antwerpen in 1585, wel degelijk een eigen natiebesef koesterden en dit tot aan de vooravond van de zogenaamde Belgische revolutie

Het Oostenrijks bewind in de achttiende eeuw doet daar niets aan af. Overigens wilde Oostenrijk na de slag van Waterloo gewoon van zijn Nederlandse bezittingen af

Het Huis Habsburg had vrijwel nooit een gevoelsmatige band met de Nederlanden. Het heerste gewoon over het gebied. De wensen van de bevolking telden weinig of niet mee.

De Nederlanden kenden daardoor oorlog, ketterjacht, inquisitie, verbeurdverklaringen en terechtstellingen, wat uiteindelijk leidde tot de ‘Acte van Verlatinghe’; het door de Staten-Generaal op 26 juli 1581 getroffen besluit om Filips II niet langer te erkennen als heer over de Nederlanden, maar hem te ‘verlaten’.

Bij ontstentenis van een koning werd de prins van Oranje, Willem de Zwijger, stadhouder van Brabant en feitelijke vorst van de Nederlanden. Hij verbleef in Antwerpen waarvan hij markgraaf was en woonde met zijn derde vrouw, Charlotte van Bourbon, in de door de hertog van Alva gebouwde dwangburcht. De eerste door Spanje geïnspireerde aanslag op zijn leven vond daar plaats. De prins overleefde de aanslag maar zijn vrouw ging er aan ten gronde. Zij werd begraven in de Grote Kerk van het toen protestantse Antwerpen. Na de contrareformatie werd het heiligdom opnieuw katholieke kathedraal. Het grootse grafmonument van de geliefde prinses werd prompt verwijderd. Het is de bedoeling dat ter vervanging daarvan in januari 2015 een herdenkingsgrafplaat in de Antwerpse kathedraal door bisschop Bonny, plechtig wordt ingehuldigd. Het initiatief daartoe gaat uit van de Afdeling Vlaanderen van het Algemeen Nederlands Verbond waarvan ik geruime tijd voorzitter was.

Na Waterloo wensten de overwinnaars een barrièrestaat aan de noordgrens van Frankrijk en grepen daartoe, vooral op Brits initiatief, terug naar de vroegere Nederlanden waarvan zij een Verenigd Koninkrijk maakten. Als huldebetoon voor zijn bijdrage tot de val van Napoleon, werd de prins van Oranje koning Willem I. De Leeuw van Waterloo staat precies op de plek waar hij tijdens de slag gewond raakte. Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden ontstond op 21 juni 1814 krachtens een door de verbondenen aangegaan geheim verdrag , de zogenaamde ‘Acht artikelen van Londen’ die onder meer de godsdienstvrijheid behelsde waarvan koning Willem voorstander was. Op 16 maart 1815 verklaarde hij in een toespraak tot de Staten-Generaal terecht:

‘Het is niet enkel een strook lands, het zijn niet weinige districten die aan het vaderland worden toegevoegd. Een geheel volk reeds vooraf door zijn zeden, taal en nijverheid en door zijn herinneringen zelve met ons verbroederd, komt ons tegemoet.’

Een duidelijke verwijzing dus naar een gemeenschappelijke taal en cultuur maar ook een deels gemeenschappelijk verleden.

De verbondenen waarborgden het bestaan van het koninkrijk. Tegen 1830 hadden die echter vrijwel allemaal wat anders aan het hoofd en slikten zij hun belofte in. Zijnerzijds begon Groot-Brittannië te vrezen dat het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden het als handels- en zeemacht zou bijbenen of zelfs overvleugelen.

In Frankrijk maakte de julirevolutie een einde aan de restauratie. Parijs begon onmiddellijk te dromen van het herstel van het napoleontische rijk en met name van het opruimen van de noordelijke barrièrestaat. In Brussel begonnen opstootjes tegen Willem I met Frans geld, tijdens de restauratie naar Brussel gevluchte Franse migranten, en uiteindelijk Franse wapens. De bedoeling was geenszins een onafhankelijke staat maar het opnieuw inlijven van het zuidelijk deel van de Nederlanden dat na de door de Oostenrijkse generaal Josias Saksen-Coburg- Saalfeld verloren slag van Fleurus, gewoon in Franse departementen was opgedeeld. Ditmaal wou Frankrijk echter de grens aan de Rijn in Nederland leggen.

De Nederlandse kroonprins kreeg de opdracht de relletjes de kop in te drukken. Hij lag echter voortdurend met zijn vader overhoop en wilde zelf koning worden van Frankrijk of tenminste van een eventueel toekomstig België. In plaats van in te grijpen, begon hij met de door Fransen geleide onruststokers te onderhandelen en verstevigde aldus hun positie. Het verraad van de prins van Oranje leidde uiteindelijk tot de zogenaamde Belgische revolutie en de door Frankrijk militair afgedwongen tweede scheuring in de Nederlanden, geholpen door het ‘Monsterverbond’ tussen de Frans geïnspireerde vrijzinnige liberalen die vooral naar ministeriële verantwoordelijkheid en persvrijheid streefden en de oerconservatieve door Napoleon aangestelde hogere rooms-katholieke clerus die grotendeels Frans was.

Op 7 september 1830 trok een troep gewapende Luikenaars geleid door de Fransman Charles Rogier onder het zingen van de Marseillaise (en niet de Brabançonne) Brussel binnen. Op 8, 9 en 10 september spraken steden als Antwerpen, Mechelen, Gent, Dendermonde en Sint -Niklaas zich nog tegen elke scheiding uit, zelfs een louter administratieve. Wallonië en Brussel bleven echter in de handen van de opstandelingen. Sommige legerleiders legden de bevelen van de prins van Oranje naast zich neer en behielden zo bepaalde plaatsen voor de wettige regering waaronder Maastricht, Luxemburg, Breda, Tilburg, Eindhoven, Sluis, Terneuzen en Hulst. De separatisten namen enkele van die officieren gevangen en brachten ze zonder vorm van proces om.

Groot-Brittannië stak echter een stokje voor de Franse inlijvingsplannen. Het compromis was een separaat land met als vorst de aan de Britse Koninklijke familie verwante prins Leopold von Saksen-Coburg Gotha, die met een dochter van de Franse koning zou trouwen. De Britse regering wilde van hem af wegens de volgens haar buitenmatige toelage die hem was toegekend nadat zijn eerste vrouw, de Britse kroonprinses Charlotte, in het kraambed was overleden.

Zo ontstond dus België een land dat niemand had gewild, noch de Orangisten, noch de pro -Franse opstandelingen die terug naar Frankrijk wilden, noch de gematigde Brugse revolutionair Louis De Potter die een confederale of federale band met het Noorden wilde behouden. Een juridische legitimatie voor de nieuwe, uit separatisme ontstane staat, kwam er nooit. De eerste Belgische grondwet was in feite slechts grotendeels een kopie van die van het Verenigd Koninkrijk van 1815.

In oktober wonnen de Orangisten de gemeenteraadverkiezingen in Brussel, Antwerpen, Gent, Sint -Niklaas, Lokeren en Oostende. Tot 1834 waren er openlijke sympathiebetuigingen aan het Huis van Oranje totdat Leopold I de orangisten zo hardhandig aanpakte dat er zelfs protest uit het buitenland kwam. Zijn nicht koningin Victoria en de hele Coburgclan, waar de latere liberale Britse premier Palmerston het over had, hield hem evenwel de hand boven het hoofd.

Frankrijk had zijn doel bereikt: de barrièrestaat aan zijn noordergrens was opgedoekt. 

Uit het bovenstaande en de daarin genoemde bronnen uit Doorbraak blijkt, naar ik meen, voldoende dat de geplande herdenking in 2015 van de oprichting van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden in 1815 niet zomaar een Oranjegekte is zoals Xavier Everaert oordeelt maar een terechte uitdrukking van met nostalgie gemengde dankbaarheid voor het economisch en sociaal belang van de periode 1815-1830 en vooral voor het taalbeleid van Willem I zonder welk het Nederlands hier te lande 1830 niet had overleefd.

 

Illustratie: koning Willem I van Oranje-Nassau. (c) Spaarnestad foto.

Theo Lansloot (1931 -2020) was licentiaat handels- en financiële wetenschappen. Hij was als ambassadeur op rust publicist bij verschillende media. Door zijn professionele achtergrond was hij welbeslagen inzake diplomatie en internationale politiek. Ook volgde Theo de verhoudingen tussen Nederland en Vlaanderen op de voet.

Commentaren en reacties