JavaScript is required for this website to work.
post

Doet de N-VA een Erdoganneke?

ColumnJohan Sanctorum28/7/2016Leestijd 4 minuten

Uitzonderingswetten die de vrije meningsuiting beknotten, dat is wel het laatste wat we nodig hebben.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De komkommertijd blijft een gelegenheid voor politieke strategen om ballonnetjes op te laten die meer media-aandacht krijgen dan ze eigenlijk verdienen. Nu er bijna dagelijks IS-geïnspireerde terreuraanslagen (daar geen vakantie) te betreuren vallen, kon het niet anders of er moest ook van buiten het Vlaams Belang, met name de N-VA als centrumrechtse partij, een gespierde uitspraak komen die aan de volkswoede tegemoet komt. Jammer genoeg werd het geen migratiestop of een herziening van het asielbeleid, gezien de N-VA zelf de asielminister levert. Neen, de N-VA wil meteen de vrijemeningsuiting aan banden leggen – dus ook de uwe en de mijne-, en liet daartoe Kamerlid Peter De Roover vanuit zijn Italiaans vakantieverblijf een pleidooi schrijven dat op zijn blog verscheen.

Want, ja beste mensen: het begint bij woorden, die tot daden leiden, en dus moeten die woorden worden gecensureerd. Waarbij uiteraard de gedachten achter die woorden niet verdwijnen, en de IS-communicatie platleggen is al helemaal een utopie.

‘Collaborateurs’

Het is al bij al een raar ratjetoe, dat epistel van De Roover. Eerst stelt hij een soort Derde Wereldoorlog vast met IS als gemeenschappelijke vijand, vervolgens het feit dat die vijand overal en nergens is, en daarna komt de beladen term ‘collaboratie’, die logisch moet gevolgd worden door een repressiegolf. Hij verwijst daarbij expliciet naar de Vlaamse Beweging die na de Tweede Wereldoorlog door zo’n ‘logische’ repressie werd getroffen. Dat zullen ze aan de Vlaamse rechterzijde graag horen: nakomelingen van collaborateurs die ineens met moslimfundamentalisten op één hoop worden gegooid.

‘Elke vijand telt bondgenoten in het binnenland’, klinkt het, en die mogen geëlimineerd worden. Bizar genoeg beroept de auteur zich vervolgens op… de Turkse president Recep Erdogan en zijn zuiveringsoperaties, die ook afrekent met de ‘collaborateurs’ van de Gülenbeweging.

Vervolgens gaat het over radicalisering en het feit dat de gedachten vrij zijn. Ja, maar niet in tijden van oorlog, waarschuwt het N-VA-Kamerlid, want dan moet je een tandje bijsteken en dient ook de vrijheid van het woord beperkt: à la guerre comme à la guerre. Als argument wordt dan…nazi-propagandaminister Joseph Goebbels aangehaald,- als ik me goed herinner geen ‘collaborateur’ of lid van de ondergrondse, maar de man die gewapenderhand het woord van de macht uitdroeg.

Via de ‘Radikalenerlass’ in het Duitsland van de jaren ’70, toen de Baader-Meinhoffgroep terreur zaaide, gaat het dan naar het Vlaams Blok en het cordon sanitaire, ook een goede zaak volgens Peter De Roover, terwijl iedereen, ook bij links, het er langzamerhand over eens is dat de democratie zich hier van haar slechtste en ongeloofwaardigste kant heeft laten zien.

Daarna komt de Turkse kwestie nog eens aan bod, en de vraag of Erdoganaanhangers alhier tegenstanders wel openlijk mogen intimideren. Hoezo, dan toch geen zuivering? Op wie moeten we nu het etiket ‘collaborateur’ plakken? Maak er eens een gedacht van, Peter.

Einde van het vertoog, en een conclusie die helemaal eensluidend is met het begin: ‘Collaborateurs met vijanden die onze vrijheid en veiligheid belagen, moeten worden bestreden, ook als ze zich beperken tot woorden.’

Patriot Act

Het probleem van dit logisch inconsistent en slordig geschreven vakantiewerk is vooreerst dat het wel inspeelt op de publieke angst voor een ‘verborgen vijand’, en ook de vrees dat terreurpropaganda nieuwe terreur veroorzaakt, maar het verwart een mening met een aansporing tot geweld. En zelfs dat laatste is voor discussie vatbaar. Overal lees ik op de sociale media dat de IS-barbaren zelf van het dak moeten gegooid worden of gevierendeeld. Of dat pedofielen verdienen om gecastreerd te worden. Ooit schreef ik op mijn blog dat TV-kok Piet Huysentruyt, die voor de camera met een sardonische grijns kreeften levend de poten uittrekt en ze vervolgens roostert, die behandeling zelf eens zou moeten ondergaan. Mag ik binnenkort de politie aan mijn deur verwachten?

Overigens is dreigen met geweld sowieso strafbaar, evenals aanzetten tot haat (we hebben zelfs een Centrum dat zich daarmee full-time bezig houdt), en het is simpel om ook ‘aanzetten tot terreurdaden’ in het strafwetboek op te nemen, zoals dat in Frankrijk al het geval is. Maar waarom dan een debat over het grondwettelijk recht op vrije meningsuiting beginnen? Ik heb de indruk dat het de N-VA, behalve om goedkope media-aandacht in de komkommertijd, om iets anders te doen is, en de onbehaaglijke verwijzing naar Erdogan versus de ‘collaborateurs’ wijst in die richting: het op de helling zetten van een aantal vrijheidsprincipes en het overwegen van censuurmaatregelen waarmee men alle kanten uitkan. Uitzonderingswetten dus, zoals de Patriot Act van George W. Bush (Bart De Wever heeft zelf al het idee geopperd om er een Belgische versie van te maken), die het terrorisme toch niet tegenhouden, maar wel onze eigen bewegingsvrijheid belemmeren, evenals het recht op politieke kritiek, humor, satire, al dan niet in een ‘beledigende’ vorm.

Zou het ballonnetje van De Roover bijvoorbeeld de Charlie-toets doorstaan? Ik vermoed van niet. Europese moslims zijn al lang vragende partij om de Mohammed-karikaturen te verbieden omdat ze hun godsdienst beledigen. Zij vragen in wezen wat Peter De Roover voorstelt: een inkrimping van het free speech-principe om het politieke en ideologische status-quo niet in gevaar te brengen.

Dat leidt uiteindelijk tot een Erdoganisering van ons bestel, waarbij de machthebbers à volonté een mouw kunnen passen aan de persvrijheid, facebookpagina’s en blogs kunnen afsluiten, of journalisten op non-actief zetten.

‘Radicale afwijzing van de samenleving’

Tenslotte nog een vraag die ik richt aan Peter De Roover: in hoeverre vindt u zelf dat het met onze samenleving de goede kant uitgaat? Wat als ik nu eens niét akkoord ben met het reilen en zeilen van heel onze dolgedraaide prestatie- en consumentenmaatschappij, waar elke norm inzake levenskwaliteit ondergeschikt is aan het boekhoudersdenken? Wat als ik die radicaal afwijs, niet met bommen uiteraard, maar wel met de kracht van het woord? Wat als ik de globalisering aan de kaak stel, de verplatting van de cultuur inclusief de Pokemonverdwazing, de manier hoe de media steeds weer meegaan in de domheid? De intrinsieke corruptie van het politieke bestel dat de verkeerde mensen aantrekt, namelijk zij die voor macht, status en materieel gewin gaan? De versodemietering van het leefmilieu en het dogma van de economische groei? Valt deze ‘radicale afwijzing van onze samenleving’ ook onder uw nieuwe censuurwet-in-spé?

Men kan finaal iedereen ‘collaborateur’ noemen waar men het niet mee eens is, zoals elke Erdogan-tegenstander, van Koerd tot Gülenist, per definitie een ‘terrorist’ is. De strijd tegen de eigenlijke terreur vergt echter intelligentie, zin voor nuance (jawel) en differentiatie. Elke terrorist heeft zijn eigen verhaal,- het gaat van echte doorgeslagen fanatici, over meelopers, tot psychotische gevallen,- en het zal moed, vernuft en verbeelding vergen om die puzzel in elkaar te passen waarna een strategie kan uitgetekend worden. Misschien is het zelfs in die zin beter om de vijand wél voluit het woord te geven, want dan kunnen we het tenminste bestuderen en eventueel een tegendiscours ontwikkelen dat aanslaat.

‘We moeten het debat durven voeren’, schrijft Peter De Roover. Helemaal mee eens. Het vrije woord maximaal beschermen lijkt me dan al een goed begin. Anders gaan we gewoon mee in de logica van het nieuwe fascisme, dat door IS wordt uitgedragen, maar ook in Ankara wortel heeft geschoten.

Johan Sanctorum is filosoof, publicist, blogger en Doorbraak-columnist.

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties