JavaScript is required for this website to work.
post

Dubbeldemocratie Nederland

Na het Oekraïnereferendum

Raf Praet7/4/2016Leestijd 2 minuten

Le Pays Réel en Le Pays Légal. Ook Nederland bestaat nu duidelijk uit twee democratieën.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Eergisteren 6 april kon de Nederlandse kiezer naar de stembus trekken om zich uit te spreken voor of tegen het associatieverdrag tussen de Europese Unie en de Oekraïne. De redenen voor het referendum werden in een nevel van onduidelijkheid gehuld, maar over het algemeen wordt het referendum gezien als een keuze voor of tegen de Europese Unie. De motor achter het referendum is het Euro-kritisch burgerplatform Geen Peil, actief sinds 2014, dat voor het referendum niet minder dan 427.939 (!) handtekeningen wist te verzamelen. Het gezicht van Geen Peil is Jan Roos, een journalist die begon bij de mainstream zender BNR nieuwsradio, alvorens over te schakelen op de omroep Powned en het internetforum Geen Stijl.

Het is duidelijk dat het referendum over het associatieverdrag zich heeft ontwikkeld in de boezem van een groeiende cultuur van contestatie van het bestaande Nederlandse en Europese politieke, mediatieke en culturele compromis. Powned (‘Publieke Omroep Weldenkend Nederland En Dergelijke’) en Geen Stijl – ‘tendentieus, ongefundeerd en nodeloos kwetsend’ – zetten zich expliciet af tegen wat men in Nederland beschouwt als het stijlvolle, genuanceerde, weldenkende centrum van de maatschappij. Deze marginaliteit zet zich ook door in de opkomst voor het referendum, die met 32,2% niet echt een feest van de democratie doet vermoeden. Tegenstanders van de uitslag van het referendum zullen de lage opkomst dan ook – terecht misschien – als argument gebruiken om de uitslag ervan naar de prullenbak te verwijzen.

Europese verkiezingen

De opkomstcijfer van 32,2% wordt echter wél significant als we deze vergelijken met de opkomstcijfers voor die officiële verkiezing waarvoor het referendum een alternatief wil zijn; bij de laatste Europese verkiezingen zijn de Nederlanders, voor wie het stemrecht geldt, slechts met 37,7% komen opdagen –slechts enkele procenten meer dan de opkomstcijfers voor het referendum. Daarbij zijn de opkomstcijfers voor de Europese verkiezingen in Nederland globaal gezien in een continue dalende trend; in de periode 1979-1999 daalde het opkomstcijfer verkiezing na verkiezing. De stijging voor de verkiezing van 2004 bleek een eenmalig gegeven, gezien de opkomst in de meest recente verkiezingen, 2009 en 2014, ook een dalende trend vertoont. Wanneer we deze cijfers naast de andere referenda over de toekomst van de Europese Unie leggen, wordt de vergelijking nog dramatischer; het Nederlandse referendum over het aannemen van de Europese grondwet van 1 juni 2005 zorgde voor een opkomst van 69%, waarvan de meerderheid tegen stemde – globaal dezelfde cijfers zien we voor het Franse referendum enkele dagen ervoor. Het referendum in 2005 kan ook de hogere opkomst van de Europese verkiezingen in 2004 verklaren als een opstapje naar het referendum. Blijkbaar is een significant deel van de Nederlanders wél present als er een kans is de Europese Unie een halt toe te roepen.

De vergelijking van de verschillende opkomstcijfers is ronduit verontrustend voor het gemeenschappelijk draagvlak dat de Nederlandse maatschappij zou moeten stutten. Er hebben zich in Nederland twee aparte democratieën ontwikkeld. Een ‘officiële’ democratie, die mainstreammedia gebruikt, keurig stemt voor officiële verkiezingen en genoegen neemt met de planarchitectuur van de Europese Unie. Daarnaast is er een ‘officieuze’ democratie, een die zich uit in een cultuur van contestatie – de antipartijpolitieke PVV is momenteel de grootste partij in de meeste peilingen –, referenda en een uitgesproken anti-Europees sentiment. Nederlandse politici hebben redenen ongerust te zijn. Niet zozeer om het probleem Oekraïne of zelfs maar het probleem van Europa, maar omdat ze wakker worden in een samenleving zonder algemeen draagvlak. Zoals iemand zei aan de vooravond van de Amerikaanse burgeroorlog: ‘A house divided against itself cannot stand.’

Raf Praet (1989) studeerde klassieken aan de universiteit van Gent. Na twee jaar als onderzoeksmedewerker in de byzantinistiek aan deze universiteit, voltooide hij zijn doctoraatsstudies in de oude geschiedenis aan de universiteiten van Groningen en Gent.  

Meer van Raf Praet
postRaf Praet7/12/2018

De Frontbeweging speelde in op de rol van de VS na het einde van de Grote Oorlog. VOS Vlaamse Vredesvereniging haalt die banden terug aan.

Commentaren en reacties