JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Duidelijke inzet bij verkiezingen is een goede zaak

Standpunt

Peter De Roover16/1/2014Leestijd 3 minuten

CD&V en Open VLD gaan niet akkoord met de keuze waarvoor Bart De Wever de kiezer zet: het PS-model of het N-VA-model. Peter De Roover reageert: ‘Als CD&V, Open VLD en SP.A achter hun regering staan, dan vertegenwoordigen zij in Vlaanderen het Di Rupo I-model.’

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Daags na verkiezingen begint de campagne voor de volgende, wordt wel eens beweerd. Bij ons hadden de partijen na de vorige verkiezingen echter eerst 541 dagen nodig om een regering te vormen. Hoewel, ‘echter’ en ‘eerst’? Ook die maakten deel uit van de campagne. Zoals bleek toen Elio Di Rupo (PS) bij de lancering van zijn moeizaam tot stand gekomen regering meteen aan de wereld liet weten dat zijn Vlaamse regeringspartijen de kans moesten krijgen om voldoende te scoren, om zo de N-VA bij de volgende verkiezingen de pas te kunnen afsnijden. Dat bleek een prioritaire doelstelling van deze regering, toen alvast niet tegengesproken door Di Rupo’s Vlaamse coalitiepartners.

Kortom, de campagne is nooit weg geweest, met periodieke en elkaar steeds sneller opvolgende opstoten. Nieuwjaarsrecepties die het jaar van de stembusslag opstarten, vormen uiteraard zo’n opstoot. Bart De Wever (N-VA) beet de spits af en maakte zijn inzet van de verkiezingen duidelijk met de slagzin: ‘kiezen voor het PS-model of het N-VA-model’.

Hij mocht zich logischerwijze meteen verheugen in een eensgezinde afwijzing door de politieke tegenstrevers. Er is geen PS in Vlaanderen, beweerde minister-president Kris Peeters (CD&V). Patrick Dewael(Open VLD) sprak van een vervalsing van de kiesstrijd. Zijn voorzitster,Gwendolyn Rutten, raadde De Wever aan maar meteen te verhuizen: ‘Wil je strijden met de PS, ga dan in Wallonië wonen.’ Luc Vanderkelen, gewezen commentator van Het Laatste Nieuws, noemde De Wevers voorstelling van feiten ‘beledigend voor het verstand van de kiezers in Vlaanderen’. Eigenlijk kon De Wever alleen op instemming rekenen bij… de PS.

Kris Peeters’ bewering dat er geen PS is in Vlaanderen, klonk campagnetechnisch handig. Toch botst het met het feit dat de volgende Vlaamse regering laadbakken vol akkoorden met de federale overheid zal moeten sluiten. Men kan moeilijk beweren dat het daarbij geen rol speelt of de PS mee aan de federale tafel zal zitten. De slagschaduw van de PS valt trouwens om nog meer redenen tot over het Vlaamse parlement, mogelijk zelfs als medebepalend element in het kiezen van partners voor de Vlaamse regering. Maar De Wevers retoriek was uiteraard vooral voor het Belgische niveau bedoeld.

Volgens Dewael (‘Men verkettert een vijand van over de taalgrens, maar de eigen bevolking kan zich daar niet eens over uitspreken.’) en Gwendolyn Rutten (met haar verhuissuggestie) loopt er door België een onoverbrugbare barrière die alleen door een federale (heel-Belgische) kieskring kan worden geslecht. Zouden Dewael en Rutten niet weten dat geen enkele wet verbiedt dat partijen in heel België kandideren? Wat houdt Open VLD tegen om in Wallonië lijsten in te dienen? Waarom pleiten voor een dubieuze institutionele ingreep als het nu al probleemloos mogelijk is om België-wijd op te komen? Hoe geloofwaardig klinken die federale kieskringpleidooien bij partijen die niet eens de bestaande kans grijpen om nu al te doen wat ze daarmee beweren te beogen?

Maar hun kritiek mist om nog andere redenen doel. Als CD&V, Open VLD en SP.A achter het gevoerde beleid van deze regering staan, dan vertegenwoordigen zij in Vlaanderen het Di Rupo I-model. Uiteraard maakt De Wever zich met de term ‘PS-model’ schuldig aan de klassieke overdrijving die campagnetaal eigen is. Deze regering voert het PS-programma niet onversneden uit, onder meer omdat de hete adem van N-VA Di Rupo verplichtte de Vlaamse coalitiegenoten ook te laten scoren. Dat wordt hem door uiterst-links overigens erg kwalijk genomen. Zonder die electorale N-VA-dreiging zou het PS-gehalte van deze regering (nog? – mag naar eigen voorkeur geschrapt worden door de lezer) hoger geweest zijn.

Maar een Di Rupo-model is deze regering natuurlijk wel, met een sterke invloed van de PS. Volgens N-VA een te sterke invloed van die PS. Dat is een stelling waarmee men het eens is of niet, maar die aan duidelijkheid alvast niets te wensen overlaat. Wie dat Di Rupo I-beleid afwijst, kan dat ook in Vlaanderen wel degelijk in het kieshokje laten blijken door niet op de Vlaamse vertegenwoordigers van dat beleid te stemmen. Wie wel gecharmeerd is door dat Di Rupo I-model, moet dan weer zeker niet voor N-VA kiezen.

Uiteraard moet N-VA inhoudelijk verder gaan dan fulmineren tegen ‘het PS-model’. Maar De Wevers toespraak was ook langer dan dat ene citaat en we mogen aannemen dat de campagne nog niet ten einde is. Van de andere partijen mogen we dan weer verwachten dat ze ook duidelijk maken hoe ze het voorbije regeerbeleid beoordelen en of ze dat willen verderzetten. De indruk proberen wekken dat Di Rupo iemand ‘van de overzijde’ is waarmee de Vlaamse coalitiepartijen geen uitstaans hebben, lijkt pas echt beledigend voor het verstand van de kiezers van Vlaanderen.

Deze tekst verscheen onder een andere titel op knack.be op 15 januari 2014.

FOTO: © Reporters

Peter De Roover was achtereenvolgens algemeen voorzitter en politiek secreteris van de Vlaamse Volksbeweging , chef politiek van Doorbraak en nu fractievoorzitter voor de N-VA in de Kamer.

Meer van Peter De Roover
Commentaren en reacties