JavaScript is required for this website to work.
post

Duitse deelstaten bouwen transfers af

Mark Deweerdt21/10/2016Leestijd 3 minuten

Ook in Duitsland wordt de financiering van Bund und Länder af en toe bijgesteld.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Na lange en lastige onderhandelingen zijn de Duitse Bondsregering en de deelstaten het eens geworden over een aanpassing van hun financiële betrekkingen. Opvallend is de schrapping van de Länderfinanzausgleich, het financiële solidariteitsstelsel tussen de zestien deelstatenwaar in discussies over onze financieringsregeling wel eens naar wordt verwezen.

De verdeling van de belastinginkomsten is in elke federale staat onderwerp van geregeld oplaaiende discussies en van periodieke herziening. In België begon het federale tijdvak met een dotatiestelsel voor gemeenschappen (1970) en gewesten (1980). Bij de derde staatshervorming (1988-1989) schreven Jean-Luc Dehaene en zijn Toshiba-boys een behoorlijk ingewikkelde financieringswet, die voor de gewesten (niet voor de gemeenschappen) het juste retour-beginsel en een onderling solidariteitsmechanisme introduceerde. De zesde staatshervorming (2011) gaf de gewesten meer fiscale autonomie, zwakte de perverse effecten van het solidariteitsmechanisme af en schoof extra geld toe naar Brussel.

Ook in Duitsland wordt de financiering van Bund und Länder af en toe bijgesteld. Eén aspect van de huidige regeling, de horizontale Finanzausgleich (solidariteit van de “rijke” met de “arme” Länder) dateert van 2005 en loopt eind 2019 af. Ze zorgt ervoor dat de levensomstandigheden in de zestien Länder “gelijkwaardig” zijn, zoals de grondwet voorschrijft. Die gelijkwaardigheid wordt gemeten aan de hand van de Finanzkraft of fiscale capaciteit: de belastinginkomsten van een deelstaat en deels ook die van zijn gemeenten gedeeld door het aantal inwoners. Vorig jaar waren er in Duitsland vier “rijke” deelstaten (Baden-Wurttemberg, Beieren, Hamburg en Hessen) met een meer dan gemiddelde Finanzkraft en twaalf “arme” deelstaten met een Finanzkraft onder het federale gemiddelde.

De horizontale Finanzausgleich begint bij de verdeling van het deel (vorig jaar: 45,5%) van de btw-inkomsten dat voor de deelstaten bestemd is (de rest is voor de Bond en de gemeenten). Daarvan wordt eerst maximum 25% verdeeld onder de “arme” deelstaten, zodat hun Finanzkraft dichter bij het gemiddelde komt. De rest (minimum 75%) wordt over alle deelstaten verdeeld volgens hun bevolkingscijfer. Vorig jaar werd stroomde langs dat kanaal bijna 8 miljard euro van de vier “rijke” naar de twaalf “arme” deelstaten.

In een tweede fase van de horizontale Finanzausgleich, de zogenaamde Länderfinanzausgleich, transfereren, volgens een ietwat ingewikkelde formule, de “rijke” deelstaten een deel van hun inkomsten naar de “arme”. Vorig jaar ging het om 9,5 miljard euro. Meer dan de helft daarvan (5,4 miljard euro) kwam van Beieren. De drie andere donordeelstaten zijn Baden-Wurttemberg (2,3 miljard), Hessen (1,7 miljard) en Hamburg (111 miljoen).

Wanneer de Finanzkraft van een deelstaat nog altijd minder dan 99,5% van het federale gemiddelde is, komt de verticale Finanzausgleich ten tonele. De federale overheid werkt dan 77,5% van het ontbrekende bedrag weg door aan de betrokken deelstaten Ergänzungszuweisungen uit te keren. Vorig jaar ging het om ongeveer 3,8 miljard euro (de voormalige Oost-Duitse deelstaten krijgen bovendien nog extra steun, maar die blijft hier buiten beschouwing).

Door dat alles kan de Finanzkraft van een “arm” land opgetrokken worden tot 98,5% van het gemiddelde. Die van een rijk land kan nooit minder worden dan 109% van het gemiddelde.

Eind vorige week vonden de Bondsregering en de deelstaatregeringen, na lange onderhandelingen, een akkoord over een nieuwe Finanzausgleich, die op 1 januari 2020 van kracht wordt.

Kernstuk ervan is de schrapping van de tweede fase van de horizontale Finanzausgleich, de zogenaamde Länderfinanzausgleich. Daardoor verdwijnen vanaf 2020 de financiële transfers van de “rijke” naar de “arme” landen. Over vier jaar zullen er dus geen gevende en geen ontvangende deelstaten meer zijn – althans niet expliciet. De eerste fase van de horizontale Finanzausgleich wordt immers behouden en zelfs versterkt. Vanaf 2020 wordt het volledige btw-aandeel van de deelstaten verdeeld volgens de Finanzkraft (en dus niet meer volgens het bevolkingscijfer). Daardoor zal in die fase meer geld van de “rijke” naar de “arme” deelstaten stromen. Door de schrapping van de Länderausgleich vermindert evenwel de totale transfer en dus de onderlinge solidariteit tussen de Länder. Zo zal Beieren in totaal 1,3 miljard euro minder moeten afdragen aan de “arme” deelstaten.

De wegvallende 9,5 miljard euro van de Länderfinanzausgleich zal worden gecompenseerd door de federale regering. Zij is het kind van de rekening – maar ook niet. Voor wat hoort immers wat. In ruil voor het extra geld dat ze krijgen, staan de Länder bevoegdheden af aan de federale overheid. Zo zal die volledig en alleen bevoegd worden voor de autowegen, een centraal online burgerportaal voor de gezamenlijke overheid kunnen openen, verbeteringen aan de gemeentelijke infrastructuur mee kunnen financieren en meer controle krijgen op de deelstatelijke financiën.

 

Foto: © Reuters

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties