Nog geen maand geleden schaarde het Europees Parlement zich achter een voorstel van de Europese Commissie en de Europese Raad om de verkoop van nieuwe diesel- of benzinewagens vanaf 2035 volledig te verbieden. Verzet vanuit Duitsland - en in mindere mate ook vanuit Italië en Hongarije – dreigt die nieuwe regelgeving nu opnieuw op de helling te zetten. Dat is du jamais vu in de Europese besluitvorming. Nadat de 27 lidstaten eind vorig jaar al een politiek akkoord hadden bereikt,…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Nog geen maand geleden schaarde het Europees Parlement zich achter een voorstel van de Europese Commissie en de Europese Raad om de verkoop van nieuwe diesel- of benzinewagens vanaf 2035 volledig te verbieden. Verzet vanuit Duitsland – en in mindere mate ook vanuit Italië en Hongarije – dreigt die nieuwe regelgeving nu opnieuw op de helling te zetten. Dat is du jamais vu in de Europese besluitvorming.
Nadat de 27 lidstaten eind vorig jaar al een politiek akkoord hadden bereikt, zette ook het Europees Parlement medio februari het licht op groen voor de volledige uitfasering van auto’s met een klassieke verbrandingsmotor. Die past in het zogenaamde Fit for 55-klimaatplan. Enkel een totaalverbod op benzine- of dieselwagens kan de CO2-uitstoot die door het verkeer wordt veroorzaakt drastisch verminderen, oordeelde de bevoegde Europese commissaris Frans Timmermans.
Om Italië te sussen, zouden luxemerken met een bijzonder kleine productie – denk aan Ferrari en Lamborghini – nog wat langer uitstel krijgen om hun bolides aan te passen. In theorie is zo’n goedkeuring door het Europees Parlement de allerlaatste etappe in een lang politiek onderhandelingsproces tussen de verschillende Europese instellingen en de Commissie. Waarna de handtekeningen onder het akkoord van alle lidstaten niet meer dan een formaliteit zijn.
Synthetische brandstoffen
Dat liep ditmaal even anders. In een hoogste ongebruikelijke zet blokkeert de Duitse minister van Transport nu de definitieve goedkeuring van de nieuwe Europese wetgeving. Duitsland wil pas zijn handtekening plaatsen als de Commissie in de tekst ook een aantal uitzonderingen voorziet. Hierdoor zouden verbrandingsmotoren ook na 2035 nog mogelijk blijven, op voorwaarde dat ze op op CO2-vrije brandstof draaien. Deze zogenaamde E-brandstoffen – synthetische brandstoffen zeg maar – worden geproduceerd op basis van duurzaam opgewekte stroom en koolstofmonoxide die aan de lucht onttrokken wordt. Dit proces maakt het dan mogelijk om synthetische methanol, diesel, kerosine en LNG te fabriceren, waardoor ook verbrandingsmotoren C02-neutraal zouden kunnen worden.
Nogal wat specialisten en groene activisten betwijfelen dat: zij vrezen dat een dergelijk achterpoortje in de wet op termijn de hele groene wetgeving stevig zal ondergraven. Ook al omdat Duitsland – dat eerder al een niet-bindende clausule in die richting bedongen had – nu echt lijkt aan te sturen op een aanpassing van de bindende teksten. Waardoor de hele wetgeving dan ook opnieuw ook de Commissie én het Parlement zou moeten worden voorgelegd ter goedkeuring. Raakt men daar niet uit voor het einde van de huidige legislatuur van het Europees Parlement die medio volgend jaar afloopt, dan vervalt meteen ook de volledige nieuwe regelgeving.
Hoogst ongebruikelijk
‘Dit is wel degelijk hoogst ongebruikelijk’, bevestigt ook een bron binnen het Europees Parlement die enkel anoniem kan praten. ‘En ik vermoed ook niet dat het Europees Parlement zich zomaar zal neerleggen bij aanpassingen in de tekst die het vorige maand goedkeurde. Anderzijds: zolang alle 27 ministers binnen de Europese Raad de teksten die van het Parlement groen licht kregen niet aanvaarden, gaat de hele zaak ook gewoon niet door.’
Dat het verzet tegen een volledig verbod op klassieke verbrandingsmotoren vanuit Duitsland en Italië komt, is niet zo verrassend. De Duitse auto-industrie tekent voor ruim tien procent van het Duitse BBP en stelt bijna een miljoen mensen te werk. Vooral de liberale regeringspartner FPD – die bij deelstaatverkiezingen in Berlijn een stevige tik kreeg – lijkt voorlopig het been stijf te willen houden. Ook de Italiaanse regering-Meloni vreest massaal jobverlies bij Italiaanse autoproducenten wanneer de EU doorzet met haar stringente plannen.
Ideologische bezwaren
Los van de binnenlandse politieke beslommeringen en overwegingen, dreigt het Duitse verzet natuurlijk ook de doos van Pandora te openen. Andere EU-lidstaten zouden hierdoor immers ook weleens op het idee kunnen komen nieuwe Europese wetgeving tegen te houden als die grote binnenlandse economische belangen dreigt te schaden. Zeker wanneer die Europese wetgeving ook op ideologische bezwaren stuit bij een stevig gedeelte van de bevolking, en de landen in kwestie zich dus ook gesteund voelen door hun binnenlandse publieke opinie.
De affaire is extra pijnlijk voor de Duitse voorzitter van de Europese Commissie, Ursula Von der Leyen. Zij zat afgelopen weekeind al aan tafel met bondskanselier Scholz om de zaak te ontmijnen, maar Duitsland blijft voorlopig het been stijf houden. Het Duitse verzet kan ook een teken aan de wand zijn voor de hele – en vaak behoorlijk verregaande – groene agenda van deze Europese Commissie. Europa stelde zich de voorbije jaren graag én nadrukkelijk op als een wereldwijde groene voorloper. Naarmate de maatregelen strenger en dwingender worden, groeit buiten de Europese bubbel ook de twijfel over het draagvlak daarvoor. Dat uitgerekend Duitsland nu de hakken in het zand zet, zal misschien ook mensen binnen die bubbel aan het denken zetten.