JavaScript is required for this website to work.
post

‘Each man kills the thing he loves’

Oscar Wilde, gevangene C.3-3.

Karel Deburchgrave15/4/2020Leestijd 5 minuten
Oscar Wilde, standbeeld nabij Merrion Square in Dublin.

Oscar Wilde, standbeeld nabij Merrion Square in Dublin.

foto © Wikipedia Commons

Voor zijn homoseksualiteit belandde Oscar Wilde in de gevangenis, waar hij onder meer zijn meest bekende ballade schreef.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het was Oscar Wilde (1854-1900) die de onderliggende homo-erotiek van Shakespeares sonnetten analyseerde in The Portrait of Mr. W. H. (1889). Het was Shakespeare die het mooiste liefdesgedicht ter wereld ‘Shall I compare thee to a summer’s day’ schreef voor een … man.

 ‘Ik heb al mijn genialiteit in mijn leven gestoken’

Vergeleken met de bard laat Wilde een bescheiden oeuvre na van vier virtuoze komedies, Lady Windermere’s Fan (1892), A Woman of No Importance (1893), An Ideal Husband (1894) en The Importance of Being Earnest (1895), alle dit jaar geprogrammeerd in Londens Vaudeville Theatre, indien corona het toelaat. Verder is er Salomé, een eenakter oorspronkelijk in het Frans geschreven in 1891. Datzelfde jaar schreef hij ook zijn notoire roman The Picture of Dorian Gray (1891). Sprookjes zoals The Happy Prince and Other Tales (1888) met onder meer The Selfish Giant en verhalenbundels als Lord Arthur Savile’s Crime and Other Stories (1891), met onder meer The Canterville Ghost, momenteel te zien in The Unicorn Theatre, zijn wereldberoemd. En dan zijn er nog de brief De Profundis en The Ballad of Reading Gaol die hij tijdens en na zijn gevangenschap schreef. Niet echt overweldigend dat oeuvre maar zoals Wilde zelf toegaf: ‘Ik heb al mijn genialiteit in mijn leven gestoken en enkel mijn talent in mijn werk.’

Even Brits als Queen Victoria

Over de bard weten we nagenoeg niets, over Wilde denken we alles te weten. Beiden stierven jong. De bard, 52 vredevol in Stratfords New Place. Wilde, slechts 46, in schrijnende armoede in Parijs. Beiden waren even Brits als Queen Victoria van Hannover, echtgenote van Albert von Sachsen-Coburg Gotha. De bard zou zelfs een Catalaan of Italiaan kunnen zijn. En Wilde? Hoewel zijn personages archetypisch Engels zijn, was hij een Ier in hart en nieren, vooral onder invloed van zijn moeder Lady Jane Francesca Wilde (Speranza) ‘Als je de Engelsen kon leren praten en de Ieren kon leren luisteren zou onze samenleving erg beschaafd zijn,’beweerde hij. Toen Salomé verboden werd, beschuldigde Wilde de Engelsen van bekrompen kleinburgerlijkjheid: ‘Ik ben niet Engels maar Iers, wat iets totaal anders is.’

‘Ik ben zo scherpzinnig dat ik soms geen woord begrijp van wat ik zeg.’

Elke zoektocht naar Wildes verleden eindigt in Londen en in Parijs, maar begint in Dublin, Merrion Square nr. 1 waar Oscar van 1855 tot 1876 met zijn ouders woonde. Vader William Wilde was een Ierse oog- en oorchirurg. Geen adel, die vinden we vooral in Oscars komedies, maar een welgestelde familie die zoon Oscar liet studeren in Trinity College, Dublin, en later in Magdalen College, Oxford. Overal cum laude! Een briljant student die al snel het boegbeeld werd van het kunst-om-de-kunstprincipe. Met zijn verwijfd uiterlijk, lange haren, extravagante kleren en markant taalgebruik werd Oscar Wilde, die steeds op grote voet leefde, het prototype van de dandy, die zonnebloemen en lelies populair maakte.

‘Wij Engelsen hebben alles gemeen met Amerika, behalve, natuurlijk, de taal.’

De figuur van Wilde en zijn estheticisme werden mild bespot in de operette Patience van Gilbert & Sullivan, vandaag nog steeds opgevoerd in The Savoy Theatre. Omdat niemand in Amerika hem kende, ging Wilde op lezingtournee door de Verenigde Staten. Een immens succes en het begin van Wilde als woordkunstenaar: ‘Wij Engelsen hebben alles gemeen met Amerika, behalve, natuurlijk, de taal.’ (The Canterville Ghost). Voor Wilde zijn epigrammen een demonstratie van zijn kennis en zijn taalvirtuositeit, vol onconventionele ideeën die traditionele waarden in vraag stellen. Meestal zijn deze aforismen omkeringen van algemene waarheden, die kleinburgerlijke opvattingen ridiculiseren. Zijn werk krioelt ervan: ‘Ik kan aan alles weerstaan, behalve aan de verleiding.’ (Lady Windermere’s Fan). ‘De enige manier om van een verleiding af te komen, is eraan toe te geven’ en ‘Alles valt te overleven tegenwoordig, behalve de dood.’ (The picture of Dorian Gray). Zijn leven werd door aforismen geleefd. ‘Er is maar één ding ter wereld erger dan dat er over jou geroddeld wordt, en dat is dat er niet over jou geroddeld wordt.’ En ‘Ik heb niks om aan te geven, behalve mijn genialiteit.’

De imperiale fase

Wilde beleefde zonder twijfel zijn imperiale fase: er kon

gewoon niets verkeerd gaan. Ook privé niet. Hij trouwde in 1884 met Constance Lloyd en kreeg twee zonen, Cyril en Vyvyan, aan wie hij zijn sprookjes kon voorlezen. In 1891 ontmoette hij Alfred ‘Bosie’ Douglas, de zoon van de markies van Queensberry, die Bosie echter liever zag boksen dan dichten. In de bokssport paste de markies zijn ‘fair play’ Queensberryregels toe, in het echte leven sloeg de man liefst onder de gordel. Ooit gaf hij Wilde na een première twee vieze kolen in plaats van bloemen, waarop Wilde prompt antwoordde: ‘Dank u, markies, telkens als ik kolen zie, zal ik aan u denken.

‘Dineren met panters’

Wilde had net zijn eigen homoseksuele gevoelens ontdekt en beschreef die als ‘dineren met panters’. Later, tijdens zijn proces, omschreef hij het als ‘The Love that dare not speak its name’, de liefde die je niet durft te benoemen, een liefde die gaat om de affectie van een oudere man voor een jongere man, zoals tussen David en Jonathan en zoals die, die aan de basis ligt van Plato’s filosofie en ook kan worden teruggevonden in de sonnetten van Michelangelo en Shakespeare.

‘The Love that dare not speak its name’ versus ‘Wilde, posing somdomite’

De markies van Queensberry was minder subtiel toen hij een briefje met schrijffout achterliet voor de oudere vriend van zijn zoon: ‘For Oscar Wilde, posing so(m!)domite’, waarop Wilde in het verweer ging met een proces wegens smaad. Zou de Ier Wilde het Engelse hof een lesje leren? Aanvankelijk leek het zo, maar uiteindelijk maakte Wilde van de ‘witnesss box’ een ‘wittiness box’. Wat men hem vooral kwalijk nam, is dat hij alle Engelse klassenregels met de voeten had getreden door zijn ‘rent boys’ te entertainen met ‘Upper Class Culture’. Dat hoort nog steeds niet: zo kan de gouvernante van Emma Woodhouse toch niet trouwen met een boer en kan Mrs Lowry’s zoon geen vulgaire lagere arbeidersklassen als onderwerp van zijn schilderijen kiezen! Wilde kreeg twee jaar gevangenisstraf wegens ‘gross indecency’. Zijn imperiale fase was ten einde; nu kwam de val, zijn Waterloo. In Reading Gaol: ‘gaol’ is de oude spelling van jail, en Reading, uitspraak ‘Redding’, ligt in Berkshire, zo’n 60 km ten zuidoosten van Londen!

Een tv-serie en drie films hebben die periodes uit Wildes leven als uitgangspunt genomen: Oscar (1985) tv-series van Henry Herbert met Michael Gambon in de titelrol en Robin Lermitte als Bosie; The Trials of Oscar Wilde (1960) van Ken Hughes met Peter Finch en John Fraser als Bosie (momenteel als toneelstuk in de Greenwich Theatre); Wilde (1997) van Brian Gilbert met Stephen Fry en Jude Law als Bosie. De meest recente film is The Happy Prince (2018) van en met Rupert Everett en Colin Morgan als Bosie. Een film over Wildes laatste jaren die hij onder de schuilnaam Sebastian Melmoth berooid doorbracht in Parijs. Hij ligt er begraven op het beroemde kerkhof Père-Lachaise.

‘Zoals Sint Franciscus was ik getrouwd met armoede. Maar in mijn geval was het huwelijk geen succes’

De Profundis, vanuit de diepten, is de lange brief die Oscar Wilde vanuit het isolement van de gevangenis schreef aan zijn vriend Bosie, met bijbelpsalm 130 als openingswoorden. Een smeekbede van de mens tot God, van een hedonist die nu inziet dat niet door plezier maar door lijden zijn ziel kan worden gered. ‘Men wil mij plaatsen tussen kindermoordenaar Gilles de Rais (1405-1440) en de markies de Sade (1740-1814). Ik heb er vrede mee. Ik voel geen zin mij te beklagen. Een van de vele lessen die men in de gevangenis leert, is dat men best de dingen neemt voor wat zij zijn.’

De brief omvat 24 foliovellen en Wilde kreeg tijdens het schrijven pas nieuw papier als een vel volledig volgeschreven was. Totaal verschillend dus van De Sades magnum opus De 120 dagen van Sodom geschreven op een papierrol van 12 meter lengte verstopt in een muur, waardoor het de bestorming en plundering van de Bastille in 1789 kon overleven.

Tijdens Wildes gevangenschap werd in Reading Gaol de militair Charles Thomas Wooldridge opgehangen, veroordeeld voor de moord op zijn 23-jarige vrouw. Het inspireerde Wilde, gevangene C.3-3., voor zijn beroemdste gedicht, dat hij een jaar later in ballingschap zou schrijven: The Ballad of Reading Gaol. Het einde van deze lange ballade is een strofe, in eenvoudig Engels, waar je met je ogen toe naar moet luisteren, eventueel met het lied van Jeanne Moreau uit Fassbinders Querelle (1982) erbij.

And all men kill the thing they love,

By all let this be heard,

Some do it with a bitter look,

Some with a flattering word,

The coward does it with a kiss,

The brave man with a sword.

Het zal wel niemand verbazen dat Wildes beroemdste vers ‘All men kill the thing they love’ een verwijzing is naar… de bard. In Shakespeare’s The Merchant of Venice vraagt Bassanio aan Shylock : ‘Do all men kill the things they do not love?’

Karel Deburchgrave is filmrecensent en was voorzitter van het filmtijdschrift Filmmagie. Hij is de auteur van 'Shakespeare in scène' gezet en filmdocent in diverse filmmusea en cultuurcentra in Vlaanderen en Nederland. Hij studeerde Germaanse filologie (UFSIA en KU Leuven) en is Fulbright alumnus van de Universiteit in Minneapolis-St. Paul.

Commentaren en reacties