Butlers zijn de narren van de bourgeoisie: zachte, zoete, plezierige hulpjes. De Wetstraat heeft haar butlers: de economen die willen adviseren maar niet aan bod komen. Zij bewegen tussen tijdverlies en potsenmakerij. Gert Peersman, professor economie van de UGent, legde in De Morgen zijn ziel en visie bloot. De denktank Itinera lanceert Brain Trust, een road map voor een beter België. 22 economen uit noord en zuid brachten een brandtekst over de publieke financiën. Marc De Vos, vlijtige columnist over…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Butlers zijn de narren van de bourgeoisie: zachte, zoete, plezierige hulpjes. De Wetstraat heeft haar butlers: de economen die willen adviseren maar niet aan bod komen. Zij bewegen tussen tijdverlies en potsenmakerij.
Gert Peersman, professor economie van de UGent, legde in De Morgen zijn ziel en visie bloot. De denktank Itinera lanceert Brain Trust, een road map voor een beter België. 22 economen uit noord en zuid brachten een brandtekst over de publieke financiën. Marc De Vos, vlijtige columnist over economie, etaleert voor wie wil met kleurige slides de catastrofe van het Belgische beleid. Bart Van Craeynest, econoom van VOKA, vergast u op statistieken zonder hoera op Twitter. Dit zijn de oprispingen van de jongste maand van onze staathuishoudkundigen, de plechtige naam voor de club.
De heren en het handvol dames die econoom zijn in België en zich aan beleidsvraagstukken wagen zijn de butlers van de Wetstraat. De particraten die daar exclusief de macht bezitten, misbruiken hen voor het strijken bij het ontbijt van hun krant, als zachte, zoete, plezierige hulpjes. Economie als kruk van beleidsmakers blijft, gelukkig, meer gereputeerd dan sociologie, filosofie, agogie, pedagogie als hulpwetenschap. Een Raad van Sociologen is er niet, wel is er een Planbureau met economen, zijn er economische studaxen bij de Nationale Bank en telt elke financiële instelling kenners van Adam Smith en John Maynard Keynes.
Dure adviezen
Drie economen schopten het in de voorbije 20 jaar tot politicus: Herman Van Rompuy als premier en voorzitter van de Europese Raad, Paul De Grauwe als senator, Johan Van Overtveldt als minister van Financiën. Zij publiceren hopelijk ooit uitvoerige memoires want de stap van theorie naar praktijk en het verknoeien van rapporten, studies, dure adviezen, wetsvoorstellen tot gebrabbel bracht alleen de eerste plezier, verzuurde en verengelste de tweede en leidde de derde naar een nuttigere tijd als voorzitter van de begrotingscommissie van het Europees Parlement, waar het geen walhalla is voor economen maar waar die toch meetellen.
De Amerikaanse socioloog Elizabeth Popp Berman publiceert ‘Thinking Like an Economist: How Efficiency Replaced Equality in U.S. Public Policy’, over de groei en de rol van economen als beleidsmakers en met kritiek op wat zij ziet als hun pletwals van economische doelmatigheid waardoor zachtere oogmerken sneuvelen. De geschiedenis van de beleidseconomie én de kritiek van Berman zijn achtergrond bij de butlers van de Wetstraat.
Nieuwe discipline
In 1962 werd de Amerikaan Kenneth Arrow, een van de grootste economen van de twintigste eeuw, Nobelprijswinnaar, lid van de Council of Economic Advisers, een raad die 15 jaar voordien opgericht werd om onpartijdig advies te geven aan de president. John F. Kennedy en de Democratische Partij debatteerden in 1962 over waarom en hoe de gezondheidsverzekering meer burgers moest en kon dekken. Arrow was een deskundige van marktbewegingen en -mislukkingen en publiceerde een jaar na zijn benoeming bij de Council of Economic Advisers een geruchtmakend rapport in de American Economic Review dat de nieuwe discipline van de gezondheidseconomie academisch grondvestte. Arrow argumenteerde dat de gezondheidsmarkt ten eerste doordrongen is van foute informatie en ten tweede van asymmetrische (niet voor iedereen gelijke) onderhandelingsmacht wat een eerlijke prijszetting verhindert.
Drie jaar nadat Arrow meedraaide in het Witte Huis stemde het Congres voor Medicare en Medicaid, gezondheidswetten voor respectievelijk 65-plussers en de onderklasse. De twee stelsels waren de grootste beleidsomwenteling ooit in de Amerikaanse gezondheidszorg. Kenneth Arrow biechtte in 2015 op dat hij nooit geconsulteerd was voor de twee gezondheidsprogramma’s. Verbazingwekkend zegt Jason Furman, ex-voorzitter van de Council of Economic Advisers, in een analyse van auteur Berman, want vandaag, weet hij, lopen de gangen van het Witte Huis en het Capitool vol met economen voor de beleidsondersteuning.
Operations research
De economen begonnen hun opmars in ’40-’45 door de ‘operations research’: een gestructureerd en becijferd pad voor de verwezenlijking van doelen. Bijvoorbeeld: welke vliegtuigvloot is het best en het goedkoopst voor bombardementen? De Amerikaanse luchtmacht stichtte aansluitend in 1948 de RAND Corporation, een van de eerste Amerikaanse denktanks die tot vandaag een zwaargewicht is. RAND ontwikkelde het Planning-Programming-Budgeting-systeem dat president Lyndon Johnson verleidde en PPBS werd plicht voor de uitvoerende macht. De economische stijl om beleid te scheppen kreeg vleugels.
De PPBS-filosofie van de overheid sloeg over naar de toezichthouders en de uitvoerders waar de studie van de kostenbeperking (cost-effectiveness) opgevolgd werd door de kosten-batenanalyse (is een oogmerk het waard om verwezenlijkt te worden?). In Vlaanderen was econoom en UA-professor Emiel Van Broekhoven een pionier van de kosten-batenanalyse met zijn becijfering van het geplande Duwvaartkanaal, de verbinding tussen het Albertkanaal en de Schelde. Slotsom, het kost te veel in vergelijking met de opbrengst. In de VS werd kosten-batenanalyse de standaard bij het beleid.
Voorgekauwde ideeën
Beduidt deze evolutie dat economen in de VS en Europa (België?) geprezen en beluisterd worden? Neen, non, no, nein, njet. Staatshuishoudkunde heeft een hogere faam dan geschiedenis, psychologie, sociologie maar de ervaring leert, wat Berman onderschat in haar boeiende boek, dat beleidsmakers de economen vooral gebruiken om hun voorgekauwde ideeën en plannen te bevestigen eerder dan nieuwe ideeën of oplossingen te vinden.
Klimaatverandering is bijvoorbeeld een actueel onderzoeksdomein waar economen zwak staan bij de beleidsbepaling. De grootste open brief ooit, gepubliceerd in de Wall Street Journal in 2019, had 3.500 handtekeningen van economen van links, centrum tot rechts. Hij betoogde dat een CO2-taks absoluut moest voor een schoner milieu. De vermindering van de CO2-uitstoot voorgesteld door de 3.500 ging veel verder dan de fel afgezwakte kopie in het zogenaamde Biden-plan Build Back Better van 2021 die nu waarschijnlijk gestemd geraakt (na een nieuwe afzwakking). De economen en de economische denktanks zijn geen verlengde van de machthebbers zoals de progressieven geloven. Niet in de VS, niet hier.