JavaScript is required for this website to work.
post

Een donkergroen vermoeden

De stad Gent, superdivers

ColumnJohan Sanctorum20/11/2020Leestijd 3 minuten

foto © Erwin Vanmol

‘Positieve discriminatie’ is een (s)linkse achterdeur voor politieke benoemingen en het favoriseren van eigen kiescliënteel.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

U hebt er ongetwijfeld al iets van opgevangen: de Gentse schepen van personeelszaken, Bram Van Braeckevelt (Groen) heeft een ambitieus plan ontvouwd om diversiteit en inclusie te bevorderen inzake het aanwerven van stadspersoneel. Ooit was dat een kwestie van de juiste partijkaart te hebben. Tot het verlichte inzicht rijpte dat de meest competente kandidaat de voorkeur moet krijgen, los van afkomst of geaardheid.

Diversiteitsjargon

Voor politici is zo’n objectief criterium echter hoogst vervelend. Het doet hun gewicht krimpen en bemoeilijkt de vaste binding met de kiezer/klant, wat ooit het dienstbetoon heette te zijn.

Van Braeckevelt, die in 2016 nog in de pers kwam als de absolute mandatenkoning, is druk bezig die band te herstellen. Om aan de stad Gent een job te krijgen, helpt het om allochtoon te zijn (streefcijfer 30%!) of LGBTQ. Daarnaast krijgen ook mensen met een beperking een voorkeursbehandeling, maar beschouw dat als een alibi dat de twee andere criteria kosmetisch wat moet omlijsten.

Voor wie niet thuis is in het diversiteitsjargon: het letterwoord LGBTQ staat voor al wie zich Lesbisch, Gay (homo dus), Bisexueel, Transseksueel, of Queer voelt. Bij de vier eerste categorieën kan een domme hetero zich nog iets voorstellen. Maar de queers? Die zijn absoluut contrarie en willen helemaal geen seksueel etiket. Vandaag vrouw en morgen man en overmorgen iets tussenin, waarvoor ook een speciale toiletruimte is voorbehouden. Diversiteit mag iets kosten.

Al wie ‘anders’ is

Die genderkwestie koppelen aan sollicitatiekansen is een bizarre zaak. Hoeveel sympathie men ook kan hebben voor speciallekes, seksuele geaardheid behoort tot de privésfeer en kan/mag eigenlijk geen criterium voor aanwerving zijn. Doet het er professioneel toe wat u in bed uitricht, hoe en met wie? Hetzelfde geldt voor afkomst of huidskleur. Maar gelet op de zoektocht naar nieuwe vormen van cliëntelisme heb ik een donkergroen vermoeden: als partijlidkaarten niet meer in de mode zijn, kan diversiteitspolitiek helpen.

Men mag immers veronderstellen dat mensen die zich zo intens met genderkwesties bezighouden, de partij van Van Braeckevelt meer dan gemiddeld genegen zijn. Idem dito voor de allochtonen, in Gent zijn dat vooral Turkse moslims. Al wie ‘anders’ is, krijgt gewoon een groene stempel, klaar is kees.

Door die groepen een voorkeursbehandeling te geven in een aanwervingsprocedure beloont men hen voor hun kiesgedrag en spoort men andere leden van die populaties aan om zich daarbij aan te sluiten. Anders gezegd: ‘positieve discriminatie’ is een achterdeur voor politieke benoemingen en het favoriseren van eigen kiescliënteel.

Pamperen van allerlei minderheden

Groen is zo slecht in het verkopen van het ecologische gedachtegoed dat het zijn toevlucht moet nemen tot het aantrekken van allerlei ‘gediscrimineerde’ doelgroepen waarop de slachtofferlogica kan toegepast worden. Dat is een algemeen euvel van links: net daardoor zijn de socialisten in Vlaanderen hun oer-electoraat (de werkende klasse) kwijtgeraakt aan het Vlaams Belang, en de democraten in Amerika aan Donald Trump. Het pamperen van allerlei minderheden die een bepaalde identiteit cultiveren en zich op een of andere manier bedreigd, benadeeld voelen. Dat gevoel dient gecultiveerd en wordt de Achillespees van politiek correcte propaganda. Bij Groen voelen echte ecologisten zich hoe langer hoe minder thuis.

Helaas, klein detail dat Bram Van Braeckevelt ontgaat: de allochtone moslims hebben helemaal niks op met holebi’s en diversen. Ze zullen dus Groen ook weer verlaten, eens er zich een islampartij aandient, en dan wordt het stuiteren op de kiesdrempel voor de ecolo’s. Vanop een afstand bekeken wordt dit nog lachen: de Groenen rijden zichzelf op middellange termijn de vernieling in met hun diversiteitsbijbel, hierin gevolgd door links-liberale goeroes van het type Bart Somers of Vincent Van Quickenborne.

Als onvervalste racisten én seksisten uit de kast

De ironie is ook dat de Groenen, door op etnisch profiel en genderspecificiteit te focussen, als onvervalste racisten én seksisten uit de kast komen. Of hoe politieke correctheid finaal toch het madammeke gelijk geeft, dat het recht opeist om naar eigen smaak een poetsvrouw te kiezen: liefst blank, Vlaams en euh… geen van de LGBTQ’s.

Voor meer van dit soort Zwarte Pieten verwijs ik naar Politiek incorrect, net in herdruk uitgekomen, een exclusief kerstgeschenk voor al wie buiten de inclusieve aanpak van de Gentse personeelschef Bram Van Braeckevelt dreigt te vallen.

(Met dank aan cartoonist Erwin Vanmol)

Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.

Commentaren en reacties